Het RIVM leidt sinds 1993 het onderzoeksprogramma Gezondheidskundige Evaluatie Schiphol. Dit programma is destijds gestart in het kader van de integrale Milieu Effect Rapportage Schiphol en Omgeving, waarin verkennend onderzoek werd gedaan naar mogelijke gezondheids- en belevingseffecten door milieubelasting van vliegverkeer en van luchthavenactiviteiten. Daaruit bleek dat er nog erg weinig bekend was over dergelijke effecten.
Gezondheidsmonitoring
Hierop is in 1994 in de PKB (Planologische Kern Beslissing) Schiphol en Omgeving vastgelegd dat er uitvoeriger onderzoek naar de gezondheidstoestand van de bevolking rondom Schiphol zou worden uitgevoerd. Dit is gebeurd in een tweede fase van de GES (Gezondheidkundige Evaluatie Schiphol) in de periode 1995-2002. De kennis die toen is opgedaan heeft de basis gevormd voor de inhoud van het, eveneens in de PKB voorgeschreven, monitoringprogramma als derde fase van de GES. Het RIVM voert sinds 2002 deze gezondheidsmonitoring uit.
Effecten op gezondheid en beleving
Met het monitoringprogramma wordt onderzocht of de milieukwaliteit rond Schiphol, of veranderingen daarin zoals bijvoorbeeld door in gebruik name van de Polderbaan in 2003 of door een veranderd baangebruik, kan leiden tot effecten op gezondheid en beleving. Rapporten en artikelen over het monitoringprogramma zijn te vinden in de bibliotheek.
Het monitoringprogramma Gezondheidskundige Evaluatie Schiphol wordt gefinancierd door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.