Er komen steeds meer heel kleine stukjes plastic in het milieu terecht. Deze microplastics komen vooral van banden die slijten, plastic afval en plastic korrels die de industrie als grondstof gebruikt. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM. Microplastics zijn schadelijk voor het milieu. Ze komen voor het grootste deel (80 procent) terecht in de bodem, maar ook in de lucht en het water. Het RIVM onderzocht welke maatregelen op korte termijn effectief kunnen zijn om de uitstoot te verminderen. Waar mogelijk minder plastic gebruiken ligt het meest voor de hand.  

Dit is een update van eerder onderzoek dat het RIVM deed naar microplastics in het milieu. Het RIVM heeft nu een completer overzicht waar deze deeltjes (kleiner dan 5 millimeter) voor het grootste deel vandaan komen. Ook stelt het RIVM maatregelen voor die effectief kunnen zijn om de uitstoot te verminderen. Wel is er verder onderzoek nodig om te kijken hoe haalbaar deze maatregelen zijn. Dus of ze technisch zijn uit te voeren en of er draagvlak voor is in de samenleving en de industrie. Dit vervolgonderzoek helpt bij het prioriteren van de maatregelen. 

Minder plastic gebruiken blijft de meest voor de hand liggende maatregel  

Het ligt voor de hand dat maatregelen die de uitstoot verminderen, het meeste effect hebben. Consumenten, de landbouw en industrie kunnen waar mogelijk minder plastic gebruiken. Dit is niet altijd effectief. In sommige gevallen kan plastic namelijk minder schadelijk zijn voor het milieu dan alternatieven als papier of katoen. Extra regelgeving zou kunnen voorkomen dat de korrels waarvan plastic producten worden gemaakt in bodem of water terecht komen. Dit gebeurt tijdens transport of bij bedrijven. De slijtage van banden kan worden tegengegaan, bijvoorbeeld door betere banden te ontwikkelen. Verder helpt het om het afvoerwater van wegen, waarin deze microplastics terechtkomen, te zuiveren. Deze zuivering vindt al plaats rond steden, maar niet rond wegen in gebieden daarbuiten.

Het RIVM deed dit onderzoek in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Met deze informatie kan het ministerie maatregelen nemen om de uitstoot te verminderen.