Een GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) krijgt een vraag over een ara(papegaaisoort) die mogelijk besmet is met Chlamydia psittaci, ook wel bekend als papegaaienziekte. De ara is 14 weken oud en sinds 3 weken in het bezit van de familie. Na een routineonderzoek bij de dierenarts blijkt een test op Chlamydia psittaci ‘zwak positief’. De vogel vertoont geen verschijnselen en oogt verder gezond. De dierenarts gaat niet direct behandelen, maar stelt voor om over een tijd opnieuw te testen. De gezinsleden vragen zich af of zij risico lopen om zelf ziek te worden?
content
Auteur(s): T. Oomen
Infectieziekten Bulletin, jaargang 24, nummer 3, maart 2013
Wat is psittacose?
Papegaaienziekte is een infectieziekte veroorzaakt door een bacterie die voorkomt bij vogels. Andere namen voor papegaaienziekte zijn psittacose en ornithose. De ziekte komt vooral voor bij mensen die beroepshalve met vogels omgaan (vogelhandelaren, medewerkers in de pluimvee-industrie) maar ook bij mensen die vogels als huisdier houden of bij mensen die op een andere manier in aanraking komen met zieke vogels (bijvoorbeeld een vogeltentoonstelling of markt).
Foto Blauw-gele ara (Ara ararauna)
Testen van vogels
De Nederlandse Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)) neemt monsters van dieren als er sprake is van een verdenking op de ziekte en bij import (quarantainestations). Bij verdenkingen is er meestal sprake van psittacose bij mensen die contact hebben gehad met de volgels. Om de bron van de besmetting op te sporen worden de vogels bemonsterd. Dit is van belang om te voorkomen dat meer mensen besmet raken door contact met deze vogels.
De NVWA stuurt monsters voor onderzoek naar het Centraal Veterinair Instituut . De diagnostiek wordt gedaan door middel van een polymerase chain reaction (PCR (polymerase chain reaction)) test. De PCR kan worden uitgevoerd op een cloacauitstrijk of op uitwerpselen. Er zijn signalen dat in dierenartsenpraktijken vaker gebruik wordt gemaakt van laboratoriumtestmethoden die ook voor mensen worden gebruikt (Quick Vue® Chlamydiatest). Mogelijk is dat hier het geval. De gevoeligheid van deze testen is laag, waarmee de test minder betrouwbaar is. Bovendien is er een kans dat de ara de bacterie uitscheidt zonder ziek te zijn.
Maatregelen in het gezin?
Het is onduidelijk of er sprake is van psittacose bij de ara. Als dat zo is dan is er een kans op infectie bij mensen in de omgeving van het dier. De ziekte kun je oplopen door het inademen van stofdeeltjes in de lucht die besmet zijn met de bacterie. Deze deeltjes ontstaan uit uitgedroogde, besmette vogeluitwerpselen en uitgedroogd vogelsnot en –oogvocht.
Aan het gezin is het advies gegeven om het vogelverblijf dagelijks goed schoon te maken, en tijdens het schoonmaken te ventileren. De bodem van de kooi moet vochtig worden gehouden, zodat de uitwerpselen niet kunnen opdrogen en de bacteriën zich minder gemakkelijk verspreiden. Ook is geadviseerd om de dierenarts te vragen het dier te melden bij de NVWA. De GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) neemt daarnaast zelf contact op met de NVWA over deze situatie om duidelijkheid te krijgen of het dier al of niet de bacterie bij zich heeft. Als de ara psittacose heeft kan hij met antibiotica worden behandeld.
Auteur
T. Oomen, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven
Correspondentie
T. Oomen | ton.oomen@rivm.nl
Literatuur
- LCI (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding) Richtlijn psittacose http://www.rivm.nl/Bibliotheek/Professioneel_Praktisch/Richtlijnen/Infe…
- Website centraal veterinair instituut (CVI (Central Veterinary Institute))
http://www.wageningenur.nl/nl/Expertises-Dienstverlening/Onderzoeksinst…