Lood wordt in het Nederlandse grondwater weinig en in lage concentraties aangetroffen. Bovendien liggen de gemeten concentraties lood ruim beneden de norm van 7,4 µg/l. In ondiep grondwater wordt lood enkel in lage concentraties aangetroffen in zandgebieden. In middeldiep grondwater enkel in beperkte mate in zeekleigebieden.
Inleiding
Lood is een stof die van nature in de bodem voorkomt. Bij een lage pH is lood amper mobiel en het spoelt daardoor slecht uit naar het grondwater. Het is een toxisch element dat in hoge concentraties giftig is[1]. Ook bij een relatief lage loodblootstelling kunnen gezondheidseffecten, zowel bij kinderen als volwassenen, niet worden uitgesloten[2].
Op landelijke schaal is de bodem vroeger diffuus belast met lood als gevolg van atmosferische depositie. Lood werd grootschalig gebruikt als antiklopmiddel in benzine. Dit lood kwam na verbranding in de bodem terecht. Door het gebruik van loodvrije benzine is de emissie van lood in de periode van 1980 tot 1985 sterk gedaald. In 1989 bedroeg de atmosferische depositie van lood in Nederland nog 115 g per hectare per jaar. In 1997 is de atmosferische depositie gedaald naar 14 g per hectare per jaar. De bijdrage van de atmosferische depositie aan de totale belasting van de bodem (in g per hectare per jaar) is over de periode 1989 tot 1997 gedaald van 71 naar 14%. De loodbelasting van de bodem vanuit dierlijke mest en kunstmest bedroeg in 1997 85 g per hectare per jaar. In 2000 is de belasting van lood vanuit dierlijke mest en kunstmest gedaald naar circa 15 g per hectare per jaar[1]. De grootste bron van loodemissies naar de lucht sinds 2000 is de industrie[3].
Tot 2010 is een afname in de loodemissie naar de bodem waargenomen. Sindsdien ligt de landelijke emissie tussen de 25.000 en 30.000 kg (kilogram) per jaar. De grootste emissies van lood naar de bodem worden gevonden in stedelijk gebied, met name in de randstad[4].
Toestand
Bij de ecodistrictsgroepen in het ondiepe grondwater (ca. 10 meter diepte) is de hoogste mediane concentratie lood aangetroffen in de Peelhorst en oude rivierterrassen. In de overige ecodistrictsgroepen is de mediane concentratie over het algemeen lager dan de rapportagegrens.
In de homogene gebieden worden de hoogste concentraties lood in ondiep grondwater gevonden in akkerbouw op zand en stedelijk gebied op zand. In de overige homogene gebieden is de mediane concentratie beneden de rapportagegrens.
In het middeldiepe grondwater (ca. 25 meter diepte) liggen de mediane concentraties van de ecodistrictsgroepen in dezelfde orde van grootte. In iedere ecodistrictsgroep ligt de mediane concentratie lood beneden de rapportagegrens. Kijkend naar de 75-percentielen zijn de hoogste concentraties aangetroffen in de zeekleigebieden.
Ook bij de homogene gebieden liggen de mediane concentraties in het middeldiepe grondwater overal beneden de rapportagegrens. Kijkend naar de 75-percentielen is de hoogste concentratie aanwezig in gras/maïs op zeeklei.
De gebruikte norm voor lood is de drempelwaarde (zie Tabel 2 in Metingen: waar, wat en hoe?).
Bij de ecodistrictsgroepen zijn in het ondiepe grondwater waarden boven de norm gemeten in de Peelhorst en oude rivierterrassen en in de keileemgebieden. Het gaat om respectievelijk 5 en 3% van de waarnemingen. Op grotere diepte, in het middeldiepe grondwater, is enkel in de ecodistrictsgroep duinen en strandwallen sprake van een normoverschrijding (7% van de waarnemingen).
Van de homogene gebieden is in ondiep grondwater sprake van waarnemingen boven de norm (7,4 µg/l) bij akkerbouw op zand (11% boven de norm). In middeldiep grondwater is in geen enkel homogeen gebied lood aangetroffen boven de norm.
Kaarten, boxplots en tabellen
In de onderstaande uitklapschermen staan de kaarten, boxplots en tabellen voor lood 2015-2018.
Ecodistrictgebieden
Kaart 1. Mediane loodconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Figuur 1. Spreiding van de mediane loodconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Tabel 1. Statistische gegevens bij figuur 1.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
2. laagveengebieden | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
3. polders en droogmakerijen | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
4. zeekleigebieden | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
5. rivierkleigebieden | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
6. beekdalcomplexen | 0,10 | 0,10 | 0,11 | 0,15 | 0,15 |
7. hoogveengebied | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,13 | 0,15 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
10. keileemgebieden | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,25 | 0,37 |
12. Centrale Slenk | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 0,10 | 0,10 | 0,12 | 0,64 | 0,83 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 0,10 | 0,10 | 0,50 | 1,54 | 2,48 |
15. krijt- en lössgebied | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
Tabel 2. Aanvullende data bij de mediane loodconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Ecodistrictgroep | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (µg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 15 | 45 | <0.2 | 98 | 7,4 | 0 |
2. laagveengebieden | 27 | 59 | <0.2 | 97 | 7,4 | 0 |
3. polders en droogmakerijen | 17 | 32 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
4. zeekleigebieden | 41 | 70 | <0.2 | 97 | 7,4 | 0 |
5. rivierkleigebieden | 28 | 58 | <0.2 | 98 | 7,4 | 0 |
6. beekdalcomplexen | 9 | 27 | <0.2 | 70 | 7,4 | 0 |
7. hoogveengebied | 19 | 49 | <0.2 | 84 | 7,4 | 0 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 10 | 27 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 29 | 86 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
10. keileemgebieden | 38 | 112 | <0.2 | 93 | 7,4 | 3 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 19 | 54 | <0.2 | 70 | 7,4 | 0 |
12. Centrale Slenk | 22 | 60 | <0.2 | 92 | 7,4 | 0 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 16 | 48 | <0.2 | 60 | 7,4 | 0 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 22 | 63 | <0.2 | 41 | 7,4 | 5 |
15. krijt- en lössgebied | 4 | 8 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
Kaart 2. Mediane loodconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater t.o.v. grondwaterkwaliteitsnorm, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Figuur 2. Spreiding van de mediane loodconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Tabel 3. Statistische gegevens bij figuur 2.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 0,09 | 0,09 | 0,09 | 0,13 | 0,14 |
2. laagveengebieden | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
3. polders en droogmakerijen | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
4. zeekleigebieden | 0,09 | 0,10 | 0,10 | 0,21 | 0,36 |
5. rivierkleigebieden | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
6. beekdalcomplexen | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 | 0,11 |
7. hoogveengebied | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
10. keileemgebieden | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 0,09 | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 |
12. Centrale Slenk | 0,09 | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 0,09 | 0,09 | 0,09 | 0,12 | 0,13 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,12 | 0,13 |
15. krijt- en lössgebied | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
Tabel 4. Aanvullende data bij de mediane loodconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, ecodistrictgebieden, 2015-2018.
Ecodistrictgroep | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (µg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. duinen en strandwallen | 15 | 15 | <0.2 | 80 | 7,4 | 7 |
2. laagveengebieden | 27 | 32 | <0.2 | 97 | 7,4 | 0 |
3. polders en droogmakerijen | 17 | 16 | <0.2 | 94 | 7,4 | 0 |
4. zeekleigebieden | 37 | 39 | <0.2 | 95 | 7,4 | 0 |
5. rivierkleigebieden | 28 | 29 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
6. beekdalcomplexen | 9 | 14 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
7. hoogveengebied | 18 | 21 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
8. Gelderse Vallei en Veluwezoom | 10 | 10 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
9. oostelijk dekzandgebied met geïsoleerde stuwwallen | 28 | 41 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
10. keileemgebieden | 37 | 40 | <0.2 | 95 | 7,4 | 0 |
11. Utrechtse Heuvelrug en Veluwe | 17 | 17 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
12. Centrale Slenk | 21 | 21 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
13. zuidwestelijk zandgebied | 16 | 16 | <0.2 | 81 | 7,4 | 0 |
14. Peelhorst en oude rivierterrassen | 22 | 22 | <0.2 | 91 | 7,4 | 0 |
15. krijt- en lössgebied | 3 | 3 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
Homogene gebieden
Figuur 3. Spreiding van de mediane loodconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Tabel 5. Statistische gegevens bij figuur 3.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
2. gras-mais/veen | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
3. gras-mais/zeeklei | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
4. akkerbouw/zeeklei | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
6. gras-mais/rivierklei | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
7. gras-mais/zand | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
8. akkerbouw/zand | 0,10 | 0,10 | 0,19 | 1,14 | 1,88 |
9. bos, natuur/zand | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,16 | 0,22 |
10. stedelijk gebied/zand | 0,10 | 0,10 | 0,20 | 0,57 | 1,11 |
11. gras-mais/moerig | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,11 | 0,11 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
Tabel 6. Aanvullende data bij de mediane loodconcentratie per gebied in het ondiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Homogeen gebied | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (µg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 9 | 27 | <0.2 | 96 | 7,4 | 0 |
2. gras-mais/veen | 16 | 34 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
3. gras-mais/zeeklei | 13 | 21 | <0.2 | 95 | 7,4 | 0 |
4. akkerbouw/zeeklei | 24 | 41 | <0.2 | 98 | 7,4 | 0 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 7 | 14 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
6. gras-mais/rivierklei | 14 | 28 | <0.2 | 96 | 7,4 | 0 |
7. gras-mais/zand | 76 | 222 | <0.2 | 86 | 7,4 | 1 |
8. akkerbouw/zand | 9 | 26 | <0.2 | 50 | 7,4 | 11 |
9. bos, natuur/zand | 47 | 137 | <0.2 | 77 | 7,4 | 0 |
10. stedelijk gebied/zand | 8 | 24 | <0.2 | 54 | 7,4 | 0 |
11. gras-mais/moerig | 9 | 23 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 14 | 40 | <0.2 | 88 | 7,4 | 0 |
Figuur 4. Spreiding van de mediane loodconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Tabel 7. Statistische gegevens bij figuur 4.
Percentiel | 10% | 25% | 50% | 75% | 90% |
---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 0,09 | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 |
2. gras-mais/veen | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
3. gras-mais/zeeklei | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,25 | 0,36 |
4. akkerbouw/zeeklei | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
6. gras-mais/rivierklei | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
7. gras-mais/zand | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 | 0,11 |
8. akkerbouw/zand | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
9. bos, natuur/zand | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 | 0,10 |
10. stedelijk gebied/zand | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,12 | 0,13 |
11. gras-mais/moerig | 0,09 | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 0,09 | 0,09 | 0,09 | 0,10 | 0,10 |
Tabel 8. Aanvullende data bij de mediane loodconcentratie per gebied in het middeldiepe grondwater, homogene gebieden, 2015-2018.
Homogeen gebied | Aantal unieke filters | Aantal waarnemingen 2015-2018 | Rapportage-grens | Percentage waarnemingen onder de rapp. grens | Norm (µg/l) | Percentage waarnemingen boven de norm |
---|---|---|---|---|---|---|
1. bos, natuur/duinzand | 9 | 9 | <0.2 | 78 | 7,4 | 0 |
2. gras-mais/veen | 16 | 19 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
3. gras-mais/zeeklei | 12 | 13 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
4. akkerbouw/zeeklei | 23 | 24 | <0.2 | 96 | 7,4 | 0 |
5. stedelijk geb./antropogeen (laag NL) | 6 | 6 | <0.2 | 83 | 7,4 | 0 |
6. gras-mais/rivierklei | 14 | 14 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
7. gras-mais/zand | 75 | 86 | <0.2 | 98 | 7,4 | 0 |
8. akkerbouw/zand | 9 | 9 | <0.2 | 89 | 7,4 | 0 |
9. bos, natuur/zand | 43 | 47 | <0.2 | 96 | 7,4 | 0 |
10. stedelijk gebied/zand | 8 | 8 | <0.2 | 88 | 7,4 | 0 |
11. gras-mais/moerig | 8 | 10 | <0.2 | 100 | 7,4 | 0 |
12. stedelijk geb./antropogeen (hoog NL) | 14 | 17 | <0.2 | 94 | 7,4 | 0 |
[1] Van Vliet, M. E., Vrijhoef, A., Boumans, L. J. M., & Wattel-Koekkoek, E. J. W. (2010). De kwaliteit van ondiep en middeldiep grondwater in Nederland: In het jaar 2008 en de verandering daarvan in 1984-2008. RIVM rapport 680721005.
[2] Brand, E., et al. (2019). Kennisoverzicht vraagstukken diffuus lood in de bodem.
[3] M.G. Mennen et al. (2010) Emissies en verspreiding van zware metalen. RIVM-rapport 609100004.
[4] Emissieregistratie, 2020. Ter reproductie van de gebruikte grafieken/kaarten, volg de stappen: 1) selecteer “Loodverb. (als Pb)” onder Stof; 2) selecteer alle beschikbare jaren onder Jaar; 3) selecteer Bodem onder Compartiment en 4) klik op “Weergeven in grafiek >” of “Weergeven in kaart >”.