Op deze pagina vindt u een korte toelichting bij begrippen die gebruikt worden op de RIVM website Straling en radioactiviteit.
Begrippenlijst
Begrip | Toelichting |
---|---|
Activiteitsconcentratie | Activiteit per massa-eenheid in Becquerel per gram (Bq/g) of per volume-eenheid in Becquerel per liter (Bq/L). |
Becquerel | Eenheid van activiteit. Eén becquerel (1 Bq) is gelijk aan het verval van één atoom per seconde. |
DCC | Afkorting voor dosisconversiecoëfficiënt, een omrekenwaarde naar de dosis toe. |
Effectieve dosis | Dosiswaarde voor het hele lichaam. Bij niet homogene bestraling is dit een gewogen gemiddelde. |
Externe straling | Straling afkomstig van een bron die zich buiten het lichaam bevindt. |
Fall-out | Radionucliden in de atmosfeer afkomstig van kernexplosies. |
Ingestie | Via de mond naar binnen krijgen, inslikken. |
Inhalatie | Via de luchtwegen binnen krijgen, inademing. |
Interventieniveau | De stralingsniveaus op basis waarvan na een kernongeval maatregelen kunnen worden afgekondigd. |
Inwendige besmetting | Onbedoelde of ongewenste radioactiviteit dat is opgenomen in het menselijk lichaam. |
Kosmische straling | Straling afkomstig van de zon (klein deel) en van andere sterren (grootste deel). |
Kosmogene radionucliden | Radionucliden die ontstaan uit stabiele nucliden die onder invloed van hoogenergetische kosmische straling zijn veranderd. |
NORM | Afkorting voor naturally occurring radioactive materials, in de natuur voorkomende radionucliden. |
Omgevingsdosisequivalent | Een meetwaarde die door omgevingsdosistempo-monitoren wordt aangegeven en gebruikt wordt als schatter voor de effectieve dosis. |
Oppervlakte besmetting | Onbedoelde of ongewenste aanwezigheid van radioactieve stoffen op een oppervlak. |
Primaire kosmische straling | Hoogenergetische straling (protonen en andere geladen deeltjes) van buiten de aarde die voor het grootste deel door de atmosfeer worden tegengehouden. |
Referentieniveau | Een waarde voor dosis of activiteitsconcentratie waarvan overschrijding zoveel mogelijk voorkomen moet worden. |
Secondaire kosmische straling | Geladen deeltjes zoals muonen en elektronen die zijn ontstaan door interacties van primaire kosmische straling met de atmosfeer. |
Sievert | Eenheid van stralingsdosis bij de mens. Sievert is zowel de eenheid van de equivalente dosis (per orgaan/weefsel) als van de effectieve dosis. |
TENORM | Afkorting voor technologically enhanced naturally occurring radioactive materials, rest- of bijproducten van industriële processen die geconcentreerde hoeveelheden natuurlijke radionucliden bevatten. |
Terrestrische straling | Straling afkomstig van natuurlijke radioactieve stoffen in de bodem. |
Vervalreeks | Opeenvolgende vervalreacties van radioactieve isotopen tot een stabiel element. |