Wat en waarom?

Bacteriën, zoals pneumokokken of de kinkhoestbacterie, kunnen infecties veroorzaken aan de luchtwegen. Virussen, zoals het griepvirus, kunnen dat ook teweegbrengen. Je krijgt dan bijvoorbeeld last van een verstopte neus, hebt moeite met ademhalen, moet hoesten en hebt koorts. Het Nederlandse vaccinatiebeleid is erop gericht om te voorkomen dat deze infectieziekten zich verspreiden. Infecties aan de luchtwegen, oftewel respiratoire infecties, zorgen voor de meeste ziekte en ongemak. Het onderzoek dat het RIVM doet, is bedoeld om het vaccinatiebeleid voor om deze infecties te voorkomen, optimaal te maken.

Als voorbeeld van onderzoek is gedurende een aantal jaren nauwkeurig in kaart gebracht welke bacteriën en virussen aanwezig waren in de luchtwegen bij 60-plussers met griepachtige verschijnselen. Hoeveel van deze mensen hadden een griepvirusinfectie die te voorkomen is met een vaccinatie tegen de griep? Dit soort onderzoek maakt ook inzichtelijk welke mensen meer of minder gevoelig zijn voor luchtweg infecties. Op termijn is het wellicht mogelijk om meer op maat te gaan vaccineren.

Veel onderzoek is relevant voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma)). Zo is bijvoorbeeld onderzocht of het wel echt nodig is om kinderen vier keer te vaccineren tegen pneumokokken, namelijk op de leeftijd van 2, 3, 4 en 11 maanden. Drie keer vaccineren bleek net zo effectief te zijn, en sindsdien wordt de vaccinatie bij 3 maanden weggelaten.

Daarnaast vergelijkt het RIVM de effectiviteit van vaccins tegen ziekteverwekkers van de luchtweg van verschillende fabrikanten. Verder wordt gekeken wat het effect is van een maatregel op de lange termijn. Ook bij een toename van het aantal kinkhoest gevallen vindt nader onderzoek plaats. Hoe komt dit? Werkt het vaccin minder goed? En hoe kunnen we de meest kwetsbare kinderen beter beschermen?

Hoe en met wie?

We werken samen met GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en, (kinder)artsen, verloskundigen/gynaecologen en universiteiten en andere kennis instituten in binnen en buitenland. Internationaal wordt onder andere samengewerkt met de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO World Health Organization (World Health Organization)) en de European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC European Centre for Disease Prevention and Control (European Centre for Disease Prevention and Control)). We adviseren de Gezondheidsraad en het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) om het vaccinatiebeleid steeds verder te verbeteren. Dit gebeurt op basis van eigen onderzoek en dat van anderen.

In vrijwel elk onderzoek worden laboratoriumanalyses uitgevoerd. Hierin worden eigenschappen van het immuunsysteem gemeten die betrokken zijn bij de bescherming tegen respiratoire infectieziektes, zoals antistoffen.