Het RIVM maakt iedere vier jaar de balans op van de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de Nederlandse gezondheidszorg. De Zorgbalans 2014 signaleert veel positieve ontwikkelingen en een aantal aandachtspunten.
Veel gunstige ontwikkelingen
De Zorgbalans 2014 rapporteert veel gunstige ontwikkelingen: het aantal mensen dat na een beroerte of hartinfarct stierf, nam af, evenals de (vermijdbare) sterfte in ziekenhuizen en het aantal ziekenhuisinfecties. Mensen met een gebroken heup worden sneller geopereerd, de overleving bij verschillende vormen van kanker steeg, en minder mensen in de langdurige zorg zijn ondervoed. Ook zijn de meeste wachttijden in ziekenhuizen afgenomen.
Opvallende verschillen tussen zorgverleners
Zorgverleners handelen in vergelijkbare situaties vaak verschillend. Zo wordt een doorsnee eerste bevalling in het ene ziekenhuis in 40% van de gevallen ingeleid, terwijl dit bij andere ziekenhuizen in slechts 10% gebeurt. Vergelijkbare verschillen zijn waargenomen bij het uitvoeren van kunstverlossingen en keizersneden. Ook zijn er ziekenhuizen waarbij 100% van de heupfracturen binnen een kalenderdag geopereerd wordt. Dit vermindert de kans op complicaties en sterfte. Er zijn echter ook ziekenhuizen waarbij het in meer dan 20% van de gevallen langer dan een dag duurt voordat een heupfractuur geopereerd wordt.
Tekorten in ouderenzorg
Net als in vorige edities van de Zorgbalans blijkt dat in de ouderenzorg een tekort is aan tijd en aandacht die kan worden besteed aan cliënten. Meer dan de helft van de werknemers in verpleeghuizen gaf in 2013 aan dat er onvoldoende personeel is om goede kwaliteit van zorg te leveren.
Afvlakking zorguitgaven
De zorguitgaven vertonen na 2011 een opvallende trendbreuk. De uitgaven stegen tussen 2000 en 2013 gemiddeld met 5,5% per jaar, maar in 2011, 2012 en 2013 vlakte deze groei af naar respectievelijk 2,5% en 4,3 en 2% per jaar. Binnen Europa hoort Nederland nog altijd tot de landen met de hoogste zorguitgaven als percentage van het Bruto Binnenlands Product (15,4% in 2012), wat voornamelijk is toe te schrijven aan uitgaven aan de langdurige zorg.
Financiële toegankelijkheid
Het aantal mensen dat vanwege de kosten wel eens afziet van zorg is sinds 2010 toegenomen. Dit geldt zowel voor het afzien van een bezoek aan een arts vanwege de kosten als voor afzien van een aanbevolen medisch onderzoek of behandeling om financiële redenen. Hiermee lijkt de financiële toegankelijkheid minder vanzelfsprekend dan voorheen. In hoeverre het afzien van zorg ook tot problemen leidt, is nog onduidelijk. Ook zijn er nog weinig studies naar de oorzaken. De komende periode zal hier diepgaander onderzoek naar plaatsvinden. Het aandeel van de zorg dat mensen uit eigen zak betalen is lager dan in de meeste andere Europese landen.
De Zorgbalans
De Zorgbalans laat de prestaties zien van de Nederlandse gezondheidszorg. Aan de hand van 140 indicatoren schetst de Zorgbalans een beeld van de kwaliteit, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van de gezondheidszorg. Waar mogelijk worden deze indicatoren weergegeven in tijdreeksen en vergeleken met andere landen en met beleidsnormen. De gegevens komen uit ruim 65 bronnen.