Jaarlijks komt een aanzienlijke hoeveelheid geneesmiddelresten via het riool in het oppervlaktewater terecht. Dit zijn biologisch actieve stoffen. In Nederland wordt de veilige concentratie in oppervlaktewater voor een aantal geneesmiddelen overschreden. Uit een rapport van het RIVM, in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, blijkt dat er aanleiding is tot zorg over de effecten van geneesmiddelen op de waterkwaliteit.
Rioolwaterzuiveringsinstallaties verwijderen niet alle resten
van geneesmiddelen uit rioolwater. Daardoor komen
geneesmiddelenresten in het oppervlaktewater terecht. De
drinkwaterkwaliteit is momenteel niet in het geding, maar in de
toekomst kan de kwaliteit van de drinkwaterbronnen door vergrijzing
(meer medicijngebruik) en klimaatverandering (langdurige lage
waterstanden) onder druk komen te staan.
Effect op waterorganismen
Uit laboratoriumonderzoek is gebleken dat geneesmiddelen
effecten hebben op waterorganismen. Zo kunnen pijnstillers
weefselschade veroorzaken bij vissen, kunnen anticonceptiemiddelen
zorgen voor geslachtsverandering bij vissen en kan het gedrag van
kleine waterkreeftjes en vissen veranderen door antipsychotica.
De omvang van het milieurisico kan niet precies in kaart worden
gebracht omdat slechts van een fractie van de werkzame stoffen
gegevens over hoeveelheden en effecten in het milieu bekend zijn.
Of geneesmiddelen momenteel daadwerkelijk verantwoordelijk zijn
voor schade aan het ecosysteem in het water is daarom onvoldoende
duidelijk.
Pijnstiller, antibiotica en anti-epilepticum
Naar schatting wordt in Nederland per jaar minstens 140 ton
geneesmiddelresten via de rioolwaterzuivering op het
oppervlaktewater geloosd. De hoeveelheid geneesmiddelen is
beduidend groter dan de hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen die
in het oppervlaktewater terechtkomt (17 ton), waarvoor veel
normoverschrijdingen worden waargenomen. Geneesmiddelen zijn, net
als gewasbeschermingsmiddelen, biologisch actieve stoffen.
Er zijn ongeveer 2000 werkzame stoffen in geneesmiddelen. Van de 80
stoffen die in 2014 door waterbeheerders zijn gemonitord, zijn er 5
in hogere concentraties aangetroffen dan de concentratiegrens die
veilig is voor waterorganismen. Dit betreft diclofenac
(pijnstiller), azythromycine, clarithromycine en sulfamethoxazol
(antibiotica) en carbamazepine (een anti-epilepticum).
Restanten van geneesmiddelen voor mensen en voor dieren zijn ook in
het grondwater gemeten.