Er komt eind dit jaar een landelijk implantatenregister. Om de administratieve last zo klein mogelijk te houden, wordt bij het vullen van dit register gebruik gemaakt van bestaande registraties. Op dit moment zijn de landelijke registers van enkele wetenschappelijke verenigingen al geschikt voor een directe toepassing in het implantatenregister. De meeste interne registraties van ziekenhuizen en particuliere klinieken zijn echter nog niet rechtstreeks bruikbaar. Dat blijkt uit onderzoek van het RIVM.
Implantaten zijn medische hulpmiddelen die via een operatie in het lichaam worden gebracht. Soms ontstaan er problemen met implantaten, zoals met de PIP (Poly Implant Proth?se)-borstimplantaten. Het is dan belangrijk dat patiënten met een dergelijk implantaat snel worden opgespoord. Dat is nu nog niet altijd mogelijk. In opdracht van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) heeft het RIVM geïnventariseerd en in een pilot onderzocht hoe gegevens over implantaten worden vastgelegd en in hoeverre deze registraties bruikbaar zijn voor het landelijke implantatenregister.
Uit de inventarisatie blijkt dat de interne registraties van ziekenhuizen en particuliere klinieken nog niet rechtstreeks bruikbaar zijn voor het implantatenregister. De benodigde informatie over patiënt en implantaat zijn meestal wel beschikbaar, maar het kost veel tijd om de gegevens op te zoeken. Dit komt omdat gegevens over patiënt en implantaat meestal niet bij elkaar worden vastgelegd in een centraal en digitaal systeem. Bovendien worden ze op zeer uiteenlopende manieren geregistreerd en zijn de huidige systemen nog niet waterdicht, waardoor patiënten kunnen worden ‘gemist’.
Uit de pilot blijkt dat de gegevens die beschikbaar zijn in de landelijke registers van enkele wetenschappelijke verenigingen wel al geschikt voor het implantatenregister. Alle benodigde gegevens worden daarin opgenomen en patiënten kunnen met deze gegevens snel worden opgespoord. Deze registers bestaan al voor een aantal implantaten met een hoog risico, zoals orthopedische en cardiologische implantaten. Begin 2015 start ook een landelijke registratie voor borstimplantaten.
Als aansluiting bij al bestaande registers het uitgangspunt is, is een gefaseerde aanpak het meest geschikt voor het realiseren van het implantatenregister. In het RIVM-onderzoek zijn ook randvoorwaarden benoemd voor een landelijk implantatenregister dat gebruik maakt van bestaande registraties. Zo is een volledige en landelijke dekking van belang, een snelle traceerbaarheid en moet de privacy van de patiënten met een implantaat zijn gewaarborgd.