In 2022 ging bijna de helft (44%) van de mensen die dicht (minder dan 7,5 kilometer) bij hun werk wonen, toch met de auto. Ook al is de fiets, lopen of het openbaar vervoer beter voor het milieu en de gezondheid. Uit onderzoek door het RIVM blijkt dat mensen dit vaak doen uit gewoonte. Ook blijkt dat mensen hun reisgedrag eerder veranderen bij een verhuizing of nieuwe baan. Maatregelen die daarop inspelen hebben dan ook het meest effect.  

Maatregelen die stimuleren en ontmoedigen 

Om ervoor te zorgen dat werknemers  een korte woon-werkafstand op een gezondere en duurzamere manier afleggen, is een combinatie van maatregelen nodig. Zowel van de overheid als van werkgevers. Dat kan door actieve reisvormen te stimuleren en tegelijkertijd het gebruik van de auto minder aantrekkelijk te maken. 

Maatregelen hebben meest effect bij verandering van routine

Reisgedrag is gewoontegedrag. En dat is lastig te veranderen. Maatregelen hebben dan ook het meeste effect op momenten dat mensen een nieuwe routine ontwikkelen. Bijvoorbeeld als zij beginnen met een nieuwe baan en de eerste keren afwegen met welk vervoersmiddel zij naar hun werk gaan reizen. 

Het is belangrijk dat deze maatregelen het bewustzijn en de kennis over actieve vervoersvormen vergroten. Bijvoorbeeld over de route, kosten en reistijden van reizen met OV openbaar vervoer (openbaar vervoer) of fiets naar het werk. Maar mensen moeten ook voor de actieve vervoerswijzen kúnnen kiezen. Dat kan bijvoorbeeld door deze het gemakkelijkst en best betaalbaar te maken. 

Goede voorzieningen en aantrekkelijke regelingen

De overheid kan bijvoorbeeld zorgen voor een duurzaam mobiliteitsbeleid. Dat betekent een goede bereikbaarheid met OV voor iedereen, en goede, veilige en prettige fiets- en wandelpaden. 
 
Verder is het belangrijk dat de overheid werknemers overzichtelijke informatie geeft over reiskosten en reistijden van alternatieve vervoersvormen. Daarnaast kan de overheid werkgevers via wet- en regelgeving de gelegenheid geven om een duurzaam mobiliteitsbeleid te voeren.

Werknemers en werkgevers hebben meer kennis nodig over regelingen en vergoedingen voor actieve vervoerswijzen. Werkgevers kunnen door het parkeerbeleid het autogebruik van hun werknemers ontmoedigen. En ze kunnen zorgen voor goede fietsvoorzieningen, vergoedingen en regelingen en hun werknemers hierover informeren.

Het RIVM onderzocht voor dit onderzoek bestaande wetenschappelijke literatuur over reisgedrag bij kort woon-werkverkeer en hield interviews met experts. Het rapport bevat een infographic en naast dit rapport publiceert het RIVM ook een factsheet

Het onderzoek is  gedaan in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat )). Het ministerie is op 8 mei de publiekscampagne ‘Kort ritje? Da’s zo gefietst’ gestart. Daarmee wil het ministerie stimuleren om alle korte ritjes vaker op de fiets te doen.