RIVM en de circulaire economie

RIVM zal de indicatoren definiëren waarmee de doelstellingen die zijn vastgelegd in het Plastic Pact worden gemonitord. RIVM adviseert de overheid over het verminderen van plastic afval en de effecten daarvan.  

Nederland is al koploper in het scheiden van afval, maar nog niet op het gebied van hergebruiken en recyclen van dat afval. Tijdens de nationale conferentie Circulaire Economie (21-2-2019) hebben overheid en bedrijven het Plastic Pact ondertekend, waarin de volgende doelstellingen zijn vastgelegd voor het jaar 2025:

  • Alle eenmalige verpakkingen zijn 100% recyclebaar
  • Er wordt 20% minder plastic op de markt gebracht
  • Van het plastic afval wordt 70% hoogwaardig gerecycled
  • Alle eenmalige plasticproducten bevatten 35% gerecycled of biobased materiaal

Met het Plastic Pact zet Nederland een stap op weg naar een economie waar plastic geen afval meer is en er zorgvuldig mee om wordt gaan. Komende tijd definieert het RIVM de indicatoren waarmee we de doelen kunnen monitoren.

Het RIVM staat voor een veilige, gezonde en duurzame circulaire economie. Naast het monitoren van het Plastic Pact, werkt het RIVM op andere wijzen aan de overgang naar een circulaire economie. Het figuur laat zien hoe RIVM een veilige gezonde en duurzame transitie naar een Circulaire Economie ondersteunt. Daarin is elke fase, van grondstof tot consumptie, belangrijk.

Onderstaande activiteiten waarmee het RIVM de transitie helpt (nummers verwijzen naar bovenstaand plaatje):

1. Duurzame en veilige inzetbaarheid van hernieuwbare (bio-based) grondstoffen en biotechnologie.

2. Inzicht bieden in de kwaliteit en kwantiteit van ons natuurlijk kapitaal in Nederland (kaarten).

3. Keuzehulp voor een veilig en duurzaam circulair ontwerp door inzicht in de hele keten en vervanging van schadelijke stoffen.

4. Normen en grenzen afleiden voor veilig en duurzaam gebruik van stoffen en materialen met het oog op hergebruik en recycling.

5. Effect op veiligheid, gezondheid en duurzaamheid van veranderingen in inkoopgedrag door de overheid en burger. Practice what you preach: zelf maatschappelijk verantwoord inkopen.

6. Maatschappelijke beleving van gezondheids- en duurzaamheidsrisico’s.

7. Veilige en duurzame verwerking van afval naar grondstof.

8. Verkennen van praktische beleidsopties voor een veilige, gezonde en duurzame Circulaire Economie.

9. Mogelijke gevolgen van beleidsopties in kaart brengen. Normen en grenzen afleiden met oog op hergebruik en recycling.

10. Keuzehulp bieden voor veilige en duurzame (circulaire) inzet van materiaalstromen.

11. Monitoren van de transitie naar een Circulaire Economie voor reflectie op de effectiviteit van activiteiten.

12. In kaart brengen van belemmeringen in de wetgeving voor een circulaire economie.