Activiteiten van bedrijven die werken met giftige stoffen, kunnen een risico vormen voor de omgeving. Dit geldt ook voor de buisleidingen waardoor deze stoffen worden vervoerd. In een specifiek gebied om deze bedrijven en buisleidingen heen mogen daarom geen gebouwen zoals woningen en scholen worden gebouwd. Hoe groter het risico, hoe groter dat gebied is.
Om de omvang van deze gebieden te kunnen bepalen, wordt berekend hoe groot de kans is dat iemand zou kunnen overlijden bij een incident waarbij deze persoon aan een giftige stof blootstaat. Dit risico wordt berekend met zogeheten probitrelaties, die de overheid voorschrijft. De methode waarmee deze probitrelaties worden bepaald, is in 2015 grondig herzien.
Een probitrelatie geeft het verband weer tussen de concentratie van een giftige stof, de duur van de blootstelling en de kans dat een mens eraan overlijdt. De nieuwe probitrelaties zijn beter te controleren en nauwkeuriger. Inmiddels zijn voor veertig giftige stoffen nieuwe probitrelaties bepaald.
Het RIVM heeft voor 62 bedrijven in Nederland onderzocht wat de consequenties zijn van de nieuwe probitrelaties. Het gaat om bedrijven die giftige stoffen produceren, opslaan, gebruiken of vervoeren. Bij de meerderheid van de onderzochte bedrijven wordt het gebied waarvoor bouwbeperkingen gelden, groter. Naar verwachting ontstaan in dertien van de 62 onderzochte situaties knelpunten. In de meeste van deze gevallen betekent dit dat er bestaande woningen komen te liggen in het gebied waarvoor bouwbeperkingen gelden.
Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat besluit hoe en wanneer de nieuwe probitrelaties in regelgeving worden ingevoerd. Dit onderzoek dient daarvoor als input.