Vanaf 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. In de wet staat dat er één centrale plek komt voor alle geluidgegevens. Dit is het Geluidregister, dat vanaf 1 januari onderdeel is van de Centrale Voorziening Geluidgegevens (CVGG). Het Geluidregister is bij de opening leeg, de eerste bronhouders zullen hun geluidgegevens binnenkort aanleveren. Het gaat om geluidgegevens van wegen, spoor, industrie, luchtvaart, windturbines en schietbanen en -oefenterreinen. Deze informatie is dan voor iedereen beschikbaar.

Wat verandert er met de Omgevingswet?

Met de Omgevingswet verandert de wet- en regelgeving voor geluid. Sinds 2012 bestaan er geluidproductieplafonds (GPP’s) voor rijkswegen en hoofdspoorwegen. Deze systematiek wordt uitgebreid naar provinciale wegen en industrieterreinen. Dat betekent dat er een maximum aan het geluid is dat deze bronnen mogen maken. Voor gemeentewegen, waterschapswegen en lokaalspoor komt er de basisgeluidemissie (BGE)-systematiek. De BGE is geen plafond zoals een GPP, maar een monitoringswaarde. Door toezicht te houden op de geluidemissie kan de onbegrensde groei van geluid door deze bronnen voorkomen worden.

Nieuwe regelgeving kan niet zonder Geluidregister

Om de groei van geluid goed te kunnen monitoren is er inzicht nodig in geluidemissie. En juist hierin voorziet het geluidregister. Vanaf 1 januari 2024 moeten bronhouders (rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) de geluidgegevens aanleveren in het nieuwe Geluidregister. Rijkswaterstaat en ProRail zijn wettelijk gezien de eerste bronhouders die rijkswegen en hoofdspoor moeten gaan aanleveren. In de komende jaren worden ook gegevens van andere geluidbronnen toegevoegd. Dit zijn gegevens van lokaalspoor (tram, metro), provinciale en gemeentewegen en industrie. Op termijn zal de CVGG ook geluidgegevens bevatten van andere bronnen zoals luchtvaart, windturbines en schietbanen en -oefenterreinen.

Wat biedt het Geluidregister nog meer aan mogelijkheden?

Er kunnen bestanden worden gedownload, bijvoorbeeld met gegevens voor akoestisch onderzoek of de ligging van geluidaandachtsgebieden. Dit maakt het voor afnemers, zoals geluidexperts, beleidsmedewerkers, projectontwikkelaars of burgers makkelijker de juiste gegevens te gebruiken. Daarnaast worden de gegevens op een kaart inzichtelijk gemaakt.