De gehaltes minerale oliën in voedselproducten zijn de laatste decennia afgenomen. Dit blijkt uit een evaluatie van de beschikbare literatuur over minerale oliën in voedsel. Het RIVM voerde deze evaluatie uit in opdracht van de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit).
Het RIVM keek in dit onderzoek naar de gehaltes minerale oliën die worden gevonden, de mogelijke bronnen, wat maakt dat deze oliën in voedsel terecht komen en de mogelijke gezondheidsrisico’s van minerale oliën in voedsel. Minerale oliën worden in verschillende schakels van de voedselketen gebruikt. Zo kan het bijvoorbeeld in voedsel terecht komen door gebruik als gewasbeschermingsmiddel of vanuit drukinkten op voedselverpakkingsmateriaal. Per toepassing is de samenstelling van de minerale oliën anders. Er wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten minerale oliën: verzadigde koolwaterstoffen (MOSH (Mineral Oil Saturated Hydrocarbon)) en aromatische koolwaterstoffen (MOAH (Mineral Oil Aromatic Hydrocarbons)). Omdat sommige aromatische koolwaterstoffen kankerverwekkend zijn en deze vooral in ongezuiverde of verbrande oliën voorkomen, mogen die oliën niet in de voedselketen worden gebruikt. Vervuiling van voedsel met deze aromatische koolwaterstoffen moet zoveel mogelijk voorkomen worden.
Geen gezondheidseffecten
Uit het onderzoek blijkt dat de hoeveelheid minerale oliën in voedsel de laatste decennia is afgenomen door diverse maatregelen die genomen zijn. Toch worden er soms nog hoge gehaltes gemeten. Om hier een beter beeld van te krijgen, meet de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) in Nederland de gehaltes van minerale oliën in voedselproducten. Met onder andere de verzamelde meetgegevens en kennis over de mogelijke bronnen kan worden onderzocht welke maatregelen mogelijk zijn om minerale oliën in voedsel nog verder te verlagen. Op basis van de beschikbare literatuur over concentraties verzadigde koolwaterstoffen die in voedsel gevonden worden, verwacht het RIVM geen schadelijke gezondheidseffecten. Om de risico’s van aromatische koolwaterstoffen in voedsel in te kunnen schatten, is meer kennis nodig over de bron en samenstelling.