In de nieuwe richtlijnen voor tatoeëren, piercen, pmu en gaatjes prikken is het beleid voor het desinfecteren van de huid van de klant, voorafgaand aan het zetten, veranderd. Waar in de oude richtlijn stond dat hier ook alcohol 70-80% voor mag worden gebruikt, zijn hier voortaan alleen middelen met een RVG (Register Verpakte Geneesmiddelen)-nummer toegestaan. Deze verandering is doorgevoerd om aan te sluiten bij de geldende wetgeving.
Kort gezegd vallen desinfecterende middelen voor de niet-intacte
huid, of de huid die nog intact is maar direct na het desinfecteren
geopend zal worden, onder de Geneesmiddelenwet. Middelen die onder
deze wet vallen, moeten voorzien zijn van een RVG (Register Verpakte Geneesmiddelen)-nummer. Dit geldt
dus ook voor middelen voor het desinfecteren van de huid die
getatoeëerd of gepiercet wordt. Desinfecterende middelen voor
gebruik op levenloze oppervlakken en de intacte huid die ook na
desinfecteren intact blijft (zoals bij handalcoholen) vallen onder
de biocidewetgeving. Deze middelen worden toegelaten door het
Ctgb (Board for the Authorisation of Plant Protection Products and Biocides), zoals beschreven in de LCHV (Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid)-richtlijnen.
Het
Ctgb en het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen
hebben een
document opgesteld waarin een aantal voorbeelden staan om
bovengenoemde wetgeving te verduidelijken.
Het LCHV zal
grote leveranciers van tatoeage- en piercingproducten over dit
nieuwe beleid informeren.