Het RIVM heeft onderzocht wat het effect van circulair inkopen door de overheid is op het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen en grondstoffengebruik. Hieruit bleek dat 53% van de circulaire aanbestedingen, zoals aanbestedingen met eisen voor een langere levensduur of eisen voor de hoeveelheid gerecycled materiaal, een positief effect heeft. Hierdoor worden minder grondstoffen gebruikt. Dit zorgt bijvoorbeeld voor minder uitstoot van broeikasgassen. Hoeveel dit precies is, verschilt per productgroep.
Ook laat het onderzoek voor enkele maatregelen zien wat de mogelijke milieuwinst van circulair inkopen is. Een voorbeeld: als de hele overheid 10% van haar meubilair refurbished in plaats van nieuw koopt, wordt er naar schatting per jaar 1.900 ton minder broeikasgassen uitgestoten. Het verzilveren van deze potentiële milieuwinst blijkt vaak uitdagend. Circulair inkopen kan meer milieuwinst opleveren dan nu in de praktijk wordt gerealiseerd. Levensduurverlenging van een product, zoals een bureaustoel hergebruiken, vraagt bijvoorbeeld meer dan alleen een eis aan het product. Het vraagt ook borging in de bedrijfscultuur, zodat de levensduurverlenging ook in de praktijk wordt gerealiseerd.
Circulair inkopen door de overheid
De Nederlandse overheid streeft naar een volledig circulaire economie in 2050. In deze circulaire economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. De Nederlandse overheid wil zelf bijdragen aan de transitie naar een circulaire economie door circulaire producten of diensten in te kopen. Circulair inkopen is één van de middelen waarmee overheden de overgang naar een duurzame, circulaire en biobased economie willen aanjagen. Het RIVM ondersteunt hierbij door te helpen bij het meten van het effect van circulair inkopen. Dit onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met TNO, CE (Conformité Européenne)-Delft en CML (Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Leiden) en was mogelijk dankzij inbreng van inkopers en contractmanagers bij de Nederlandse overheden.
Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2023
Dit onderzoek is tot stand gekomen in het kader van het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie 2019-2023. Dit werkprogramma is een samenwerkingsverband van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek)), Centrum voor Milieuwetenschappen Leiden (CML), het Centraal Planbureau (CPB (Centraal Planbureau)), het RIVM, RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland).nl, Rijkswaterstaat, TNO en de Universiteit Utrecht (UU (Universiteit Utrecht)) onder leiding van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL (Planbureau voor de Leefomgeving)). Het doel van het werkprogramma is om de door het kabinet uitgezette koers naar 2050 te kunnen monitoren en te evalueren en de overheid te voorzien van de kennis die nodig is voor de vormgeving of bijsturing van beleid. Meer informatie over het Werkprogramma Monitoring en Sturing Circulaire Economie is te vinden op https://www.pbl.nl/monitoring-circulaire-economie. De rapportages en achtergronddocumenten zijn te vinden via www.rivm.nl/mvi.