Sinds augustus 2023 kwamen er meer patiënten met longontsteking bij de huisarts dan in eerdere jaren. Hoe dit kwam was niet helemaal duidelijk. Uit onderzoek blijkt nu dat  meerdere virussen en bacteriën hierbij hoogstwaarschijnlijk een rol spelen. De stijging zorgde niet voor een grote toename van patiënten die in het ziekhuis werden opgenomen en lijkt nu over zijn piek heen.

Om zicht te krijgen op de mogelijke oorzaak, stuurden huisartsen van de Nivel peilstations tijdelijk keel- en neusmonsters van patiënten met een longontsteking naar het RIVM. Het RIVM onderzocht de monsters in het laboratorium. Hierbij werden meerdere virussen en bacteriën gevonden die de stijging van het aantal longontstekingen kunnen veroorzaken.

Andere bronnen in Nederland

Het RIVM heeft ook in andere bronnen gekeken naar bijzonderheden in de aanwezigheid van virussen en bacteriën in Nederland. Deze bronnen zijn: infectieradar, de cijfers van laboratoria, de database antibioticaresistentie (ISIS Infectious Disease Surveillance Information System for Antibiotic Resistance (Infectious Disease Surveillance Information System for Antibiotic Resistance)-AR) en informatie over meldingsplichtige longontstekingen. De informatie uit deze bronnen staat hieronder. Ook hieruit blijkt dat niet één virus of bacterie de stijging van het aantal longontstekingen veroorzaakt.

Informatie uit Infectieradar

Infectieradar onderzoekt welke luchtwegklachten mensen hebben. Deelnemers met klachten kunnen met een wattenstaafje een monster van keel- en neusslijm nemen. Sinds oktober 2022 vraagt Infectieradar aan 200 willekeurige deelnemers met luchtwegklachten om dit te doen. Deze monsters onderzoekt het RIVM om te kijken welke virussen en bacteriën de luchtwegklachten kunnen veroorzaken. Het is niet mogelijk om onderscheid te maken tussen mensen met algemene luchtwegklachten en mensen met een longontsteking. Maar wat opviel is de bacterie Mycoplasma pneumoniae. Tussen oktober 2022 en juni 2023 werd deze bacterie niet gevonden. Tussen juli 2023 en januari 2024 is de bacterie 54 keer gevonden. 44 keer daarvan was in november 2023 tot en met januari 2024.

Cijfers van laboratoria over virussen en bacteriën

In de wekelijkse cijfers van laboratoria (de virologische weekstaten) is de bacterie Mycoplasma pneumoniae dit luchtweginfectieseizoen ook in Nederland vaker te zien. Het aantal keren dat de bacterie werd gevonden steeg van 24 in week 40 (2023) naar 186 in de piek in week 50. Na een tweede piek in week 3 (2024) met 181 detecties nam dit weer af. Maar het is nog steeds hoog. Het wekelijks aantal meldingen is dit winterseizoen hoger dan het maximum per week in de seizoenen vanaf 2005. De virologische weekstaten geven geen informatie over de ziekteverschijnselen en leeftijd van de patiënten. Of deze patiënten een longontsteking hadden, is dus niet duidelijk.

Cijfers uit database antibioticaresistentie (ISIS-AR)

Laboratoria testen regelmatig materiaal van patiënten, zoals bloed of slijm, op verzoek van hun arts. Bij de vondst van een bacterie kijkt men ook naar antibioticagevoeligheid. De informatie over deze gekweekte bacteriën wordt verzameld in het systeem ISIS Infectious Disease Surveillance Information System for Antibiotic Resistance (Infectious Disease Surveillance Information System for Antibiotic Resistance)-AR. Niet alle bacteriën die longontstekingen kunnen veroorzaken staan in dit systeem. Dit geldt bijvoorbeeld voor Mycoplasma pneumoniae.

Uit de cijfers van 2023 uit ISIS-AR blijkt dat de bacterie Haemophilus influenzae vaker voorkwam dan andere bacteriën. Het aantal monsters van mensen onder de 18 jaar was te klein om betrouwbare analyses te kunnen doen. 

Informatie over meldingsplichtige longontstekingen

Artsen moeten sommige infectieziekten altijd melden bij de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst). Uit de database met informatie over deze meldingen blijkt het volgende: 

  • In november en december 2023 waren er meer meldingen van ernstige infecties door Haemophilus influenzae type b bij kinderen van 0-5 jaar dan in de jaren ervoor. Deze kinderen hadden alleen geen longontsteking. In januari 2024 (gegevens tot en met 17 januari) kwamen geen meldingen van mensen jonger dan 35 jaar. 
  • Invasieve pneumokokkenziekte was in november en december 2023 bij mensen van 15-24 jaar iets hoger dan in eerdere jaren. Ook in januari 2024 was dit nog zo. 
  • Het aantal meldingen van ernstige infecties met groep A-streptokokken steeg in december 2023. Dit past bij de start van het seizoen waarin groep A-streptokokken vaak voorkomen. Het aantal meldingen van longontstekingen bij jonge kinderen met een groep A-streptokok is laag.