Free Food Market - RIVM Corona Gedragsunit

Dat haar voedselmarkt zoveel mensen zou trekken had Helen, initiatiefneemster van Helen’s Free Food Market in de Vogelbuurt in Amsterdam Noord, niet verwacht. Wat begon als een spontaan initiatief tegen voedselverspilling groeide uit tot noodzakelijke hulp voor de meest kwetsbaren in de buurt. Nu de pandemie voortduurt vult deze vorm van 'sociaal schaduwwerk' een gat tussen de informele en formele voorzieningen. 

De interviews zijn afgenomen in februari 2021.

Voor dit verhaal spraken we met Helen van der Bilt, initiatiefneemster van Helen’s Free Food Market, Jeanette de Waard, opbouwwerker bij Diaconie Noord en Saskia Welschen, senior onderzoeker bij het lectoraat Stedelijk Sociaal Werken van de Hogeschool van Amsterdam en tevens coauteur. 

Free Food Market als fenomeen

Helen’s Free Food Market (HFFM) begon klein en – net als in veel andere wijken van Nederland – uit de persoonlijke interesse iets te doen tegen de enorme voedselverspilling. Helen: "Het hield me heel erg bezig dat er nog steeds veel eten wordt weggegooid, terwijl er aan de andere kant ook honger is in de wereld. Met de voedselmarkt, die ik in de zomer van 2019 startte met een buurtbewoner, wilden we daar iets aan doen. In Noord wonen veel mensen met een laag opleidingsniveau en weinig geld die wat extra voedsel juist goed kunnen gebruiken." 

Dat haar Free Food Market een jaar later een onmisbare voorziening voor kwetsbare mensen werd, had ook met corona te maken. Al leek het er aanvankelijk op dat haar initiatief vanwege de lockdown moest stoppen omdat het niet meer veilig was. Helen: "Tijdens de eerste lockdown moest er snel worden omgeschakeld van een voedselmarkt, waar mensen gratis eten konden afhalen naar een boodschappen-bezorgservice. Sommige mensen durfden de straat niet meer op, zo angstig waren ze. En wij wilden niet dat mensen via de markt besmet zouden worden, al waren we een van de eersten die mondkapjes droegen en ook zorgden we voor voldoende afstand. Maar we hadden al snel door dat er enorm veel voedsel overbleef. Al die restaurants en even later ook de groothandels die hun voedsel aan de straatstenen niet meer kwijt konden."

In Nederland leven meer dan een miljoen mensen onder de armoedegrens (CBS Centraal Bureau voor de Statistiek (Centraal Bureau voor de Statistiek), 2018). Formele voedselbanken en informele voedselinitiatieven helpen de mensen die dit het hardst nodig hebben door ze tijdelijk kosteloos te voorzien van voedselpakketten. Vaak starten voedselprojecten als een particulier initiatief en groeien ze later uit als een voedselbank die zich onder bepaalde condities kan aansluiten bij de koepelorganisatie Voedselbanken Nederland. Bij deze koepel zijn inmiddels 171 voedselbanken aangesloten met 10 distributiecentra. In 2020 kregen 160.500 personen voedselhulp via een van deze formele voedselbanken. Om dit te realiseren wordt samengewerkt met diverse organisaties, overheden en particulieren. Zo’n 13.000 vrijwilligers helpen mee bij de organisatie en verstrekking van de levensmiddelen. [1]

Facebook als trigger

Free Food Market - RIVM Corona Gedragsunit

Pas toen Helen een Facebook-bericht had geplaatst en media-aandacht kreeg, merkte ze hoezeer haar initiatief in een behoefte voorzag. Helen: "De aanmeldingen bleven binnenstromen. De bezorgservice, die in samenwerking met het initiatief Sorgbasis snel vorm kreeg, bood uitkomst." Een paar bakfietsen en een handvol vrijwilligers kwamen goed van pas om de boodschappen tot aan de deur te brengen. Helen: "We kwamen heel makkelijk aan vrijwilligers, zo veel mensen in de buurt zaten maar thuis en wilde iets goeds doen."  

Free food to feel good

Helen zag de doelgroep die eten nodig had tijdens de coronaperiode veranderen. Helen: "Voor de pandemie waren het vooral de oorspronkelijke wijkbewoners met een laag inkomen en mensen die tegen voedselverspilling zijn die voedsel kwamen halen, maar tijdens de eerste lockdown zagen we meer mensen met een migratie-achtergrond. Ongedocumenteerden (mensen zonder identiteitsbewijs) maken nu ook deel uit van de doelgroep, al kunnen we dit niet bewijzen. Dit wordt namelijk niet gecheckt. Het gaat vooral om mensen die niet de juiste papieren hebben voor de gewone voedselbank, die informeel en onzeker werk deden. Dit werk valt nu allemaal weg." 

Gaandeweg zag Helen ook meer zzp'ers, ondernemers en studenten: “De stap voor deze mensen naar een gewone voedselbank is extra groot. Schaamte speelt daarbij een rol." Door het oorspronkelijke uitgangspunt van de Free Food Market - voedselverspilling tegengaan - te blijven benadrukken helpt Helen mensen de drempel over. Helen: "Afgelopen jaar hebben we meer dan 20.000 kilo eten gered dat anders weggegooid zou worden. Zonder onze klanten had dat eten geen bestemming gehad. Ik probeer het een 'feel good'-uitstraling te geven. Dat zorgt ervoor dat mensen zoiets hebben van, nou, ik draag iets bij aan de wereld en ik heb er zelf ook baat bij."

Mede als gevolg van de coronacrisis is het aantal mensen dat gebruik maakt van de formele voedselbanken toegenomen. Voedselbanken Nederland meldt dat het aantal huishoudens dat gebruik maakt van hulp met 7,2% steeg (peildatum 31 december 2020). In Amsterdam nam niet alleen het gebruik bij de formele voedselbank toe, ook het aantal informele voedselbanken groeide fors, berichtte het MUG magazine begin dit jaar.

In totaal wordt er op dit moment op 70 locaties aan zo’n 24.000 mensen op informele wijze voedselsteun geboden. Het gaat hierbij om alle voedselinitiatieven die zijn opgezet door zelforganisaties, charitatieve instellingen, particuliere Amsterdammers en kerkelijke instellingen. De corona-crisis wordt ook hier als oorzaak gezien van de grote toename van de alternatieve voedselbanken. Vooral ongedocumenteerden (75%) zouden hier gebruik van maken. 

Uit onderzoek onder deelnemers bij zeven voedselbanken in Utrecht, blijkt overigens dat veel mensen die gebruik maken van voedselsteun streven naar een balans tussen 'geven en nemen' en wederkerigheid [2]. De onderzoekers rapporteerden dat deze deelnemers vaak gene ervaren om hun hand op te moeten houden bij de voedselbank. Dit tast hun zelfrespect aan. Deze mensen benadrukten dat ze graag iets terug willen doen in ruil voor het gratis voedselpakket. Velen melden zich daarom vaak aan als vrijwilliger bij het voedselinitiatief. 

Uit de schaduw

Free Food Market - RIVM Corona Gedragsunit

HFFM werd door een oplettende ambtenaar van de gemeente Amsterdam opgemerkt. Helen: "De gebiedscoördinator kwam langs en was enthousiast. Hij zei: 'Ik zie hier mensen die ik niet bij de gewone voedselbank zie.'" Na een half jaar praten kon de Free Food Market met steun van de gemeente als erkende voorziening doorgaan. Helen: "Maar wel met de afspraak dat ik mijn eigen aanpak mag volgen, autonoom kan blijven en met meer focus op de groepen in de Vogel- & IJpleinbuurt die het echt nodig hebben." Vanuit Diaconie Noord is het initiatief genomen tot een overleg tussen alle voedselinitiatieven in Noord, de gemeente en de reguliere zorg. Hier sloten ook andere hulporganisaties, waaronder de gewone voedselbank, Human Aid Now en het Rode Kruis aan. Zo is een sterk netwerk rondom voedselvoorziening ontstaan en krijgen ze mensen die tot de doelgroep behoren steeds beter in beeld.

Sociaal schaduwwerk

De Free Food Market kan gezien worden als een vorm van sociaal schaduwwerk, waarbij informele voorzieningen - vaak door actieve bewoners gestart -  het gat opvullen dat de formele hulpverlening laat ontstaan. "Corona heeft de noodzaak van dit soort voorzieningen vergroot", stelt Saskia Welschen, die in haar werk bij de Hogeschool van Amsterdam al langer onderzoek doet naar het fenomeen sociaal schaduwwerk en naar de relatie tussen informele en formele voorzieningen of initiatieven. Saskia: "Dat zegt overigens niet dat formele voorzieningen niet succesvol zijn, maar klaarblijkelijk slagen ze er onvoldoende in aan te sluiten bij de noden van sommige mensen." 

HFFM maakt zichtbaar dat nieuwe groepen door de coronacrisis in de problemen zijn gekomen. Mensen die normaal nog maar net in hun onderhoud konden voorzien, zakken nu onder de grens van wat minimaal nodig is om in leven te blijven. Saskia: "Het zijn juist die doelgroepen die in de schaduw willen blijven, vaak uit schaamte of omdat ze ongedocumenteerd zijn. Maar veel van deze mensen hebben ook slechte ervaringen met formele hulpverlening en argwaan richting de instanties. De kartrekkers van informele voorzieningen slagen er soms wel in deze groepen te bereiken en hun hulpvraag boven tafel te krijgen. Samenwerking tussen informele en formele voorzieningen kan er dan toe leiden dat mensen worden begeleid naar de juiste hulp. Maar het is daarbij wel oppassen geblazen, want het vertrouwen mag niet op het spel gezet worden.”

Helen onderstreept dat laatste van harte: "Ik ga heel voorzichtig te werk en vraag niet om privégegevens. Als mensen zelf aangeven in een gesprek ergens hulp bij nodig te hebben dan zal ik ze altijd eerst vragen of ik ze in contact mag brengen met een officiële instantie. Ook rapporteer ik de trends die ik zie aan de gemeente. Maar meer ook niet. Mensen moeten weten dat ze bij mij veilig zijn."

Sinds de decentralisatie van de verzorgingsstaat en de invoer van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (2015) ligt er een grote nadruk op de eigen kracht en zelfredzaamheid van burgers en de mate waarin zij elkaar binnen sociale netwerken, binnen het 'informele domein' dat uiteenloopt loopt van actieve bewoners, kerken en moskeeën tot migrantenzelforganisaties of sportverenigingen, ondersteuning kunnen bieden.

Informele spelers starten vaak voedselprojecten, soms uit een ander motief dan voedselhulp. Aan de Hogeschool van Amsterdam is de afgelopen jaren onderzoek gedaan [3-6] naar de rol die informele spelers vervullen als aanbieders van zorg en ondersteuning, in het bijzonder voor bewoners die om verschillende redenen afstand ervaren tot formele zorg- en welzijnsvoorzieningen. 

Veel van de inzichten uit dat onderzoek komen terug in het voorbeeld van Helen’s Free Food Market. Zo worden informele initiatieven vaak beschouwd als laagdrempelig en draaien ze niet primair om hulpverlening. Deze initiatieven kunnen gezien worden als een vorm van sociaal schaduwwerk [7]. Door hun aanpak, ervaringskennis en nabijheid tot de doelgroep met wie zij werken, weten zij vertrouwen te winnen. Vanuit die rol kunnen ze een brugfunctie vervullen tussen wantrouwende bewoners met een hulpvraag of informatiebehoefte en formele voorzieningen.

Tegelijkertijd is de aansluiting tussen het informele en het formele domein niet  zonder spanningen, en is aansluiting ook niet altijd het streven van spelers in het informele domein. Ook dat is terug te zien in het voorbeeld van de FFM. Tussen beide domeinen is vaak sprake van wederzijdse onbekendheid of zelfs van wantrouwen. Dat geldt ook voor de relatie tussen informele spelers en de overheid. Informele spelers voelen zich vaak onvoldoende erkend voor hun bijdrage en zouden daarin sterker ondersteund willen worden. Tegelijkertijd moet dat niet ten koste gaan van de autonomie, die hen in staat stelt om hun eigen aanpak te hanteren. 

Maatregelen die het werk niet makkelijker maken

Free Food Market - RIVM Corona Gedragsunit

"Waar corona de Free Food Market een impuls gaf, horen we dat het naleven en volhouden van de coronamaatregelen een extra verzwaring is voor mensen, die het ook zonder corona vaak al moeilijk hadden", aldus Jeanette die opbouwwerker is vanuit Diaconie Noord. Als buurtverbinder, netwerker en ondersteuner van tal van buurtinitiatieven rond armoede zag ze hoe vooral de '1,5 meter afstand'-maatregel voor veel problemen zorgden. Jeanette: "Ik zag tal van voedselinitiatieven ontstaan, maar die werden vaak vanuit de woning of een garagebox georganiseerd. Veel te dicht op elkaar natuurlijk en echt ondoenlijk om afstand te houden, ook omdat veel mensen elkaar kennen en zich 'als een familie' tot elkaar verhouden. Daar ben ik wel met ze over in gesprek gegaan." 

Volgens Jeanette ontbrak zeker in het begin van de crisis bij veel mensen het besef dat er echt iets aan de hand was. Enerzijds waren er de mensen die in paniek raakten en hun huis niet meer uit durfden en sterk geïsoleerd raakten, anderzijds de groep die totaal geen acht sloeg op de maatregelen. Jeanette: "Omdat ze niemand in hun buurt ziek zagen worden, dachten ze dat het wel meeviel of om een gewoon griepje ging. Dat is nu wel anders, veel mensen in de buurt hebben corona gekregen en pas toen daalde het besef goed neer. Pas op het moment dat het echt verplicht werd, ging ik in de buurt meer mondkapjes zien."

Factor van belang bij de groep die de maatregelen niet serieus neemt, is volgens Jeanette dat deze mensen al jaren in armoede leven, een complex leven vol problemen hebben en vaak aan alles tekort hebben gehad. Jeanette: "Dan maakt een virus het verschil niet meer, daar laten ze zich dan ook niet door afschrikken." Om de maatregelen goed te laten landen is volgens Jeanette dan ook vaak een 'face-to-face' vertaalslag nodig, zodat de maatregelen en het nut ervan goed worden begrepen. "Best jammer", zegt Jeanette dan ook, "de overheid denkt na de persconferentie dat iedereen het wel begrepen heeft, maar dat is echt niet zo. Voor ons begint het dan pas.” 

'Face-to-face' contacten die plaatsvinden in een informele en veilige sfeer bieden vaak kansen in preventieve zin, want ze kunnen een belangrijke signaalfunctie vervullen. Mensen met wie het slecht gaat kunnen tijdig worden doorverwezen naar officiële hulp. Daarnaast kunnen informele sleutelfiguren een rol spelen in het overbrengen van informatie over veiligheid in crisistijd, zoals hier over de (corona)maatregelen, en een voorbeeldfunctie vervullen. Het is daarom voor zowel gemeenten als voor deze sleutelfiguren in wijken en buurten van belang dat deze rol wordt gezien en erkend.

Een voorbeeld van een andere vorm van informele hulp aan mensen die worstelen met veel problemen, zijn de luistergroepen die zijn opgestart door Diaconie Noord. In kleine groepen kunnen buurtgenoten hun zorgen met elkaar delen. De luistergroepen zijn opgezet volgens de methode van Integratieve Buurttherapie (IBT). Dit is een preventieve, op de gemeenschap gebaseerde geestelijke gezondheidsinterventie ontwikkeld in een Braziliaanse sloppenwijk [8,9]. IBT brengt buurtgenoten bij elkaar om dagelijkse ervaringen met elkaar te delen, naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren. Diaconie Noord speelt hiermee in op een toenemende behoefte aan psychosociale steun, want juist in coronatijd stapelen voor veel mensen de problemen zich op. De groepen worden veelal begeleid door mensen die in een buurt of gemeenschap al een trekkersrol vervullen. 

Uitdaging om informeel en formeel te verbinden 

Volgens Saskia is de Free Food Market symbool voor wat er nodig is, maar laat het ook zien waar het huidige systeem faalt. Er worden in de coronacrisis groepen nieuwe armen zichtbaar die niet aan de criteria voor deelname aan een gewone voedselbank voldoen en dus buiten de boot vallen. (Semi)informele voorzieningen als HFFM vullen daarmee een gat op en vormen een wezenlijk onderdeel van de dagelijkse ondersteuning van grote groepen kwetsbare mensen. Ze zijn meer dan alleen een verlengstuk van de formele hulpverlening. Dat komt door de eigenheid, de eigen aanpak van dit soort initiatieven.

De kunst is om deze waardevolle rol te erkennen en te ondersteunen, en informeel en formeel sociaal werk in de toekomst nog beter aan op elkaar te laten aansluiten. Maar dan wel met behoud van de bijzondere kwaliteiten van informele initiatieven, zoals de laagdrempeligheid voor mensen die formele hulp wantrouwen. Saskia: "Kartrekkers, buurtverbinders en vernieuwers als Helen en Jeanette verdienen alle steun, maar dan wel zo dat hun eigen specifieke waarde behouden blijft en de mensen die het echt nodig hebben bereikt worden."

Met dank aan

Met dank aan:
Saskia Welschen (coauteur), Helen van der Bilt en Jeanette de Waard

Bronnen:

  1. Voedselbanken Nederland (2020). Feiten en Cijfers Voedselbanken Nederland – 2020
  2. Kromhout, M. & L. van Doorn (2013). Voedselbanken in Utrecht. Deelnemers in beeld Utrecht: Hogeschool Utrecht, Kenniscentrum Sociale Innovatie.
  3. Veldboer, L., & Hoijtink, M. (2019, April 17). Hybridisering van wijkteams en vrijwilligersinitiatieven lijkt nog ver weg Socialevraagstukken.Nl. 
  4. Welschen, S., Lucas, P., Hoijtink, M., & Veldboer, L. (2020). Licht op sociaal schaduwwerk: Literatuurstudie naar (Nederlandse) informele sociaalwerkpraktijken die plaatsvinden onder de radar Hogeschool van Amsterdam.
  5. Welschen, S., Lucas, P., Von Meyenfeldt, L., Hoijtink, M., Rijnders, J., & Veldboer, L. (2020). Toegankelijkheid in divers perspectief. Bewoners, verbinders en professionals over de sociale basis in een ontwikkelbuurt. Eindrapportage onderzoek toegankelijkheid basisvoorzieningen Geuzenveld, Amsterdam Werkplaats Sociaal Domein Amsterdam en omgeving.
  6. Welschen, S., Metze, R., Haijen, J., & Rijnders, J. (2018). Met elkaar of naast elkaar? Wijkteamprofessionals en informele krachten in Oud Noord over kwesties bij de gezamenlijke ondersteuning aan huishoudens in kwetsbare posities Hogeschool van Amsterdam.
  7. Schrooten, M., Thys, R., & Debruyne, P. (2019). Sociaal schaduwwerk. Over informele spelers in het welzijnslandschap. Brussel: Politea.
  8. Thys, R., Branca Prado, C., en Brandão Cruz, A., Een Brusselse zelforganisatie voor gemeenschapstherapie of AETCIS. Een schoolvoorbeeld van ‘vermaatschappelijking van de zorg’. In:  Schrooten, M., Thys, R., & Debruyne, P. (2019). Sociaal schaduwwerk. Over informele spelers in het welzijnslandschap. Brussel: Politea. p.80-86. 
  9. Bonilla, A. (2008). Revitalizing the Human Spirit Together: A Case Study of Movimento de Saúde Mental Comunitária do Bom Jardim in Bom Jardim, Fortaleza, Ceará

De interviews zijn afgenomen in februari 2021.