Welbevinden en leefstijl tijdens de coronacrisis

In de 12e meetronde van het vragenlijstonderzoek geven deelnemers hun leven op het moment van invullen van de vragenlijst een rapportcijfer van 7,1 op een schaal van 1-10. Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Ten opzichte van de vorige meetronde in maart is het cijfer licht gestegen. Bij het interpreteren van veranderingen in welbevinden over de tijd moet naast de geldende coronamaatregelen ook rekening worden gehouden met mogelijke seizoenseffecten.

Meetrondes

Ronde 1: 17-24 april 2020 | Ronde 2: 7-12 mei | Ronde 3: 27 mei - 1 juni | Ronde 4: 17-21 juni | Ronde 5: 8-12 juli | Ronde 6: 19-23 augustus | Ronde 7: 30 september - 4 oktober | Ronde 8: 11-15 november | Ronde 9: 30 december 2020 - 3 januari 2021 | Ronde 10: 10-14 februari | Ronde 11: 24-28 maart | Ronde 12: 5-9 mei. 

Effecten van de coronapandemie

Aan de deelnemers is een viertal nieuwe stellingen voorgelegd om de positieve en negatieve effecten van de coronapandemie te meten, zoals ‘0p mijn leven heeft de coronapandemie een negatief effect gehad’ en ‘de situatie waar we in zitten als gevolg van de coronapandemie heeft mij positieve dingen opgeleverd’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

39% van de deelnemers is het (helemaal) eens met de stelling ‘Op mijn leven heeft de coronapandemie een negatief effect gehad’. Hoe jonger de leeftijdsgroep, hoe meer deelnemers het (helemaal) met deze stelling eens zijn. Waar bij 70-plussers 31% van de deelnemers het (helemaal) met deze stelling eens is, is dit voor de jongste leeftijdsgroep 16 t/m 24 jaar 67%. De minste deelnemers zijn het (helemaal) eens met de stelling ‘De coronapandemie heeft een positief effect gehad op mijn leven’ (16%). 70-plussers zijn het minst vaak (helemaal) eens met deze stelling (8%).

Mentaal welbevinden

Op de vraag hoe men zich heeft gevoeld in de afgelopen 7 dagen geeft 5% van de deelnemers aan zich (heel) vaak angstig te hebben gevoeld. Daarnaast geef 12% aan zich (heel) vaak gestrest te hebben gevoeld en zegt 16% (heel) vaak last te hebben gehad van slaapproblemen.

Het mentaal welbevinden lijkt toe te nemen met de leeftijd. Van de deelnemers in de jongste leeftijdsgroep van 16-24 jaar geeft 41% aan dat zij zich in de afgelopen 7 dagen (heel) vaak gestrest hebben gevoeld. Dit percentage neemt af in de oudere leeftijdsgroepen, tot slechts 3% bij de 70-plussers. Het percentage deelnemers dat zich angstig voelt neemt af met de leeftijd, van 13% in de jongste leeftijdsgroep tot 2% in de oudste groep. Ook het percentage deelnemers met slaapproblemen is het hoogste in de jongere leeftijdsgroepen. Van de 16-24-jarigen geeft 24% aan dat zij hier de afgelopen 7 dagen (vaak) last van hebben gehad, vergeleken met 11% van de 70-plussers.

In de vragenlijst is ook een aantal vragen opgenomen die inzicht geven in de psychische gezondheid van deelnemers (‘Mental Health Inventory 5' ofwel 'MHI-5'). Op basis van deze vragen kan 85% van de deelnemers gezien worden als psychisch gezond. Respectievelijk 9%, 4% en 2% van de deelnemers heeft lichte, matige of ernstige  psychische gezondheidsklachten. Het percentage deelnemers van 16-24 jaar dat gezien kan worden als psychisch gezond ligt met 64% een stuk lager dan bij oudere leeftijdsgroepen.

Verandering in mentaal welbevinden

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Van meetronde 8 in november 2020 tot meetronde 11 in maart 2021 is het percentage deelnemers dat zich in de afgelopen 7 dagen (heel) vaak angstig voelde gelijk gebleven. In de huidige meetronde is dit percentage voor het eerst licht gedaald. Ook het percentage deelnemers dat zich (heel) vaak gestrest voelde en het percentage dat (heel) vaak last had van slaapproblemen is ten opzichte van de vorige meetronde gedaald. Dit geldt voor alle leeftijdsgroepen. Bij de jongste leeftijdsgroep van 16-24 jaar nam het percentage dat zich (heel) vaak angstig voelde, (heel) vaak gestrest voelde of (heel) vaak last had van slaapproblemen het sterkst af (5 tot 10 procentpunt, cijfers niet in figuur).  

De psychische gezondheid van alle deelnemers gezamenlijk is ook vrij stabiel over de tijd, maar er zijn verschillen tussen leeftijdsgroepen. Bij 25-39 jarigen steeg het percentage dat psychisch gezond was de eerste paar rondes tot een piek in meetronde 5. Tussen meetronde 5 en 10 daalde het met 15 procentpunt, maar sinds meetronde 11 stijgt het weer iets. Bij de 16-24 jarigen bleef het percentage dat psychisch gezond was de eerste vier rondes redelijk stabiel, met een piek in meetronde 5. Net als bij de 25-39-jarigen nam het percentage met 32 procentpunt behoorlijk af tussen meetronde 5 en 10. Sinds meetronde 11 is neemt het percentage 16-24-jarigen dat psychisch gezond is weer toe. Dit percentage ligt in de huidige meetronde echter nog 10 procentpunt lager dan in meetronde 1. Deelnemers van 70 jaar en ouder laten relatief de hoogste percentages zien voor psychische gezondheid, dit beeld is stabiel over de tijd. 

Eenzaamheid

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om eenzaamheid te meten, zoals ‘Ik ervaar een leegte om me heen’ en ‘Er zijn genoeg mensen op wie ik in geval van narigheid kan terugvallen’. Deze konden zij beantwoorden met ‘Ja’, ‘Min of meer’ of ‘Nee’. In meetronde 12 geeft 59% aan zich enigszins tot sterk eenzaam te voelen. Het percentage dat zich enigszins tot sterk eenzaam voelt ligt voor jongeren van 16-24 jaar (75%) hoger dan voor oudere leeftijdsgroepen (58 tot 61%, cijfers niet in figuur).

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Het percentage deelnemers dat eenzaamheid ervaart toonde een flinke daling tussen de eerste en de vijfde meetronde. Tussen meetronde 6 en 10 nam het percentage deelnemers dat zich eenzaam voelde toe. Sinds meetronde 11 neemt dit percentage juist weer af. In de huidige meetronde is te zien dat eenzaamheid voor alle leeftijdsgroepen daalt met ongeveer 6 procentpunt ten opzichte van de vorige meetronde.

Sociale contacten

Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om de kwaliteit van sociale contacten te meten, zoals ‘Ik mis het om mijn vrienden of familie in het echt te zien’ en ‘Alles bij elkaar ervaar ik de kwaliteit van mijn sociale contacten goed’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Van de deelnemers  ervaart 58% de kwaliteit van sociale contacten als goed. Daarnaast geeft 66% aan goed contact te hebben met familie en vrienden en geeft 57% aan digitale of telefonische contacten als positief te ervaren. Desondanks geeft 71% van de deelnemers aan het wel te missen om familie en vrienden in het echt te zien.

Verandering sociale contacten

Voor veranderingen over de tijd is gekeken naar de deelnemers die aan minimaal twee meetrondes hebben meegedaan. Vergeleken met de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat de kwaliteit van sociaal contact als goed ervaart en het percentage deelnemers dat goed contact heeft met familie en vrienden toegenomen. Ten opzichte van de vorige meetronde is het percentage deelnemers dat het mist om familie en vrienden in het echt te zien juist afgenomen (7 procentpunt).

Veerkracht

Veerkracht is het vermogen van mensen om op een positieve manier om te gaan met tegenslag, veranderingen en stressvolle situaties. Aan de deelnemers is een aantal stellingen voorgelegd om hun veerkracht tijdens de coronacrisis te meten, zoals ‘Ik zoek naar creatieve manieren om met deze situatie om te gaan’ en ‘Ik geloof dat ik ook positieve dingen uit deze situatie kan halen’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Het merendeel van de deelnemers toont een zekere mate van veerkracht. 70% van de deelnemers geeft aan dat zij naar creatieve manieren zoeken om met de huidige situatie om te gaan. 77% gelooft dat zij zichzelf onder controle hebben, wat er ook gebeurt. 69% gelooft dat zij ook positieve dingen uit deze situatie kunnen halen en 70% zoekt actief naar alternatieven als zij bepaalde dingen door deze situatie niet meer kunnen doen.

Leefstijl

Een gezonde leefstijl helpt om mentaal, fysiek en sociaal gezond te blijven, ook in coronatijd. Het gaat hierbij onder andere om sporten, bewegen en gezond eten. Gebruik van middelen zoals alcohol en tabak kan invloed hebben op stemming en op kwaliteit van de slaap. Deze meetronde zijn voor het eerst een aantal vragen opgenomen die inzicht geven in de leefstijl van deelnemers de week voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst. Vergelijking met eerdere meetrondes is daardoor niet mogelijk.

Ruim de helft van de deelnemers (57%) heeft in de week voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst minimaal 5 dagen matig intensief bewogen. Van de deelnemers geeft 57% aan nooit sterk intensief te bewegen.

De deelnemers is gevraagd naar de consumptie van suikerhoudende dranken zoals frisdrank, vruchtensap, koffie/thee met suiker of honing. Light dranken Cola Light, Crystal Clear of Optimel zijn hierbij niet meegerekend. 46% van de deelnemers geeft aan de afgelopen week geen suikerhoudende dranken te hebben gedronken, 20% dronk dit dagelijks. 85% van de deelnemers geeft aan dagelijks te hebben ontbeten, 66% at dagelijks groente en 56% at dagelijks fruit.

Van de deelnemersdie wel eens alcohol gebruiken (72%) heeft 13% de afgelopen week geen alcohol gedronken, 28% heeft 5 of meer dagen alcohol gedronken. Van de rokende deelnemers (12%) heeft 9% de afgelopen week niet gerookt, 82% heeft 5 of meer dagen gerookt.

Coronamoeheid

Aan de deelnemers is een vijftal nieuwe stellingen voorgelegd om de coronamoeheid te meten, zoals ‘Ik ben het zat om over het coronavirus te horen’ en ‘Ik ben het beu om mezelf te beperken om de meest kwetsbaren te beschermen’. Deze stellingen konden zij beantwoorden met vijf antwoordmogelijkheden variërend van ‘helemaal mee oneens’ tot ‘helemaal mee eens’.

Van de deelnemers is 43% het zat om over het coronavirus te horen. 17% van de deelnemers geeft aan in een gesprek van onderwerp te veranderen omdat ze niet meer over het coronavirus willen praten. Bijna twee derde van de deelnemers geeft aan niet gestrest te zijn door het opvolgen van de maatregelen. Daarnaast is 6 op de 10 deelnemers het oneens met de stelling ‘Ik heb steeds minder zin om tegen het coronavirus te vechten’. Ook is het merendeel van de deelnemers het niet beu zichzelf te beperken om de meest kwetsbaren te beschermen (71%).