CPT (Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding) | richtlijnen wetgeving | gepubliceerd 1 december 2021
Hier wordt een aantal wetten besproken die voor de tbc (Tuberculose)-bestrijding van belang zijn. Actuele wetteksten zijn te vinden op https://wetten.overheid.nl/zoeken.
1 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG (Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg)) regelt de zorgverlening door beroepsbeoefenaren. Kernbegrippen zijn bevoegdheid en bekwaamheid. Bevoegdheid betekent de deskundigheid hebben, na het behalen van een bepaalde opleiding, om een handeling uit te voeren. Bekwaamheid betreft de vaardigheid van een beroepsbeoefenaar om in een bepaalde situatie een (voorbehouden) handeling verantwoord te kunnen uitvoeren. In het algemeen geldt: “niet bekwaam is niet bevoegd”. In de wet zijn voorbehouden handelingen omschreven die alleen mogen worden uitgevoerd door in de wet genoemde beroepen. Het gaat dan binnen de tbc (Tuberculose)-bestrijding om het verrichten van een venapunctie, van de tuberculinehuidtest (THT (tuberculinehuidtest)), van de BCG (Bacille Calmette Guérin)-vaccinatie en het maken van een röntgenopname.
Een arts heeft een zelfstandige bevoegdheid. Verpleegkundigen kennen een functionele zelfstandigheid, zij mogen in opdracht van een arts zelfstandig voorbehouden handelingen uitvoeren zonder dat de arts toezicht houdt en de mogelijkheid heeft tussenbeide te komen. De medisch technisch medewerkers (MTM’ers) mogen alleen in opdracht van de arts voorbehouden handelingen uitvoeren, maar de arts moet de gelegenheid hebben toezicht te houden en moet tussenbeide kunnen komen. De Regeling zelfstandige bevoegdheid verpleegkundig specialisten die vanaf 1 september 2018 geldt, geeft de verpleegkundig specialist een zelfstandige bevoegdheid voor het indiceren, uitvoeren en delegeren van voorbehouden handelingen (voor een omschreven groep patiënten). Voor MTM’ers, sociaal verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en artsen geldt de bekwaamheidseis om een handeling uit te voeren. Vaak eisen zorginstellingen dat de bekwaamheid van niet zelfstandig bevoegde beroepsbeoefenaars wordt vastgelegd in een bekwaamheidsverklaring.
2 Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst
De Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO (Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst)), onderdeel van het burgerlijk wetboek, regelt de relatie tussen patiënt en zorgverlener.
Zaken die in de WGBO worden behandeld zijn onder meer
- de totstandkoming en beëindiging van de behandelingsovereenkomst;
- de toestemming voor en de informatie over de uitvoering van onderzoek en behandelingen (informed consent | KNMG);
- geheimhouding Beroepsgeheim | KNMG, inclusief inzage in het medisch dossier Medisch dossier (beroepsgeheim) | KNMG;
- de rechten van minderjarigen Rechten minderjarigen | KNMG en meerderjarige wilsonbekwame patiënten Meerderjarige wilsonbekwamen | KNMG;
- goed hulpverlenerschap.
De bewaartermijn van medische gegevens is vastgelegd in de WGBO, waarbij langer bewaren mag, indien dit uit de zorg van een goed hulpverlener voortvloeit. In de tbc (Tuberculose)-bestrijding is afgesproken (zie richtlijn archivering persoonsgegevens) dat dossiers met niet-afwijkende uitslagen 30 jaar bewaard worden en dossiers met afwijkende uitslagen levenslang.
3 Zorgverzekeringswet
De Zorgverzekeringswet (Zvw) is uit 2006 en maakt naast de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten)), deel uit van het Nederlandse zorgverzekeringsstelsel. De Zvw stelt een zorgverzekering verplicht voor iedereen die verzekerd is voor de AWBZ. Dit komt neer op alle Nederlandse ingezetenen en mensen die in het buitenland wonen maar vanuit Nederland inkomsten uit arbeid ontvangen. De omvang van de dekking van de zorgverzekering wordt door de Zvw en de onderliggende wetgeving (Besluit zorgverzekering en Regeling zorgverzekering) bepaald. Verzekeraars zijn verplicht iedereen te accepteren. Mensen met een lager inkomen kunnen een tegemoetkoming krijgen vanuit de Wet op de zorgtoeslag. Verzekerden van 18 jaar of ouder hebben een verplicht eigen risico (zie Wanneer betaal ik een eigen risico voor mijn zorg? | Rijksoverheid.nl) dat jaarlijks wordt geïndexeerd. De huisartsenzorg en de zorg rondom zwangerschap en bevalling vallen niet onder het eigen risico, wel de kosten van geneesmiddelen die worden voorgeschreven en het laboratoriumonderzoek. In de tbc (Tuberculose)- bestrijding geldt dat bijvoorbeeld ook voor de kosten van tuberculostatica, interferon-gamma release assays (IGRA (interferon-gamma release assay)’s) en sputumonderzoek.
4 Internationale Gezondheidsregeling en Wet publieke gezondheid
Sinds 2007 is de nieuwe Internationale Gezondheidsregeling (International Health Regulations, IHR (International Health Regulations)) van kracht. Doelstelling van de IHR is het voorkomen van, beschermen tegen en beheersen van internationale verspreiding van ziekten, zonder het handelsverkeer onnodig te belemmeren. Concreet betekent dit dat de IHR een juridisch kader biedt om maatregelen te nemen om de internationale volksgezondheid te beschermen, die mogelijk belemmerend zijn voor het handels- of reizigersverkeer.
De nieuwe IHR maakte het noodzakelijk om de Nederlandse wetgeving op het terrein van de publieke gezondheid aan te passen en leidde in 2008 tot de Wet publieke gezondheid (Wpg (Wet Publieke Gezondheid)). Daarin is geregeld dat de minister van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) in bepaalde omstandigheden de bevoegdheid heeft om de centrale leiding van de infectieziektebestrijding op zich te nemen. Het ministerie van VWS heeft het RIVM-CIb (Centrum Infectieziektebestrijding (onderdeel van het RIVM)) als National Focal Point aangewezen. Dit betekent dat het RIVM-CIb namens Nederland zal communiceren met de WHO (World Health Organization ) over volksgezondheidsdreigingen met internationale relevantie. RIVM-CIb heeft het Centrum Landelijk Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding))-draaiboek IHR samengesteld; voor internationaal tuberculose-contactonderzoek in vliegtuigen is er een werkinstructie met afspraken tussen RIVM-CIb en GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Kennemerland.
In de Wpg is vastgelegd dat het college van burgemeester en wethouders (B&W) de totstandkoming en de continuïteit van en de samenhang binnen de publieke gezondheidszorg bevordert, evenals de afstemming ervan met de curatieve gezondheidszorg. Het college van B&W heeft hiertoe een aantal taken opgelegd gekregen, waarvoor de GGD het uitvoeringsorgaan is. Voor de tbc (Tuberculose)-bestrijding gaat het om het nemen van algemene preventieve maatregelen en het bestrijden van tuberculose inclusief bron- en contactopsporing. De Wpg regelt verder de meldingsplicht van infectieziekten, waaronder tuberculose. In Surveillance wordt nader ingegaan op de meldingsprocedure. Naast de melding door de arts die de diagnose stelt, is er ook een verplichte melding door het hoofd van het laboratorium die de ziekteverwekker vaststelt.
Gedwongen opname
In de Wpg zijn ook de maatregelen beschreven die genomen kunnen worden om een patiënt ter gedwongen isolatie op te nemen als deze een ernstig gevaar vormt voor de volksgezondheid. De criteria die daarbij tevens gelden zijn dat dit gevaar niet op andere wijze effectief kan worden afgewend en de patiënt niet tot vrijwillige opname bereid is. De Minister van VWS heeft het Tuberculosecentrum Beatrixoord aangewezen als de instelling voor gedwongen isolatie van tbc-patiënten. In het LCI-draaiboek 'Gedwongen isolatie, quarantaine en medisch onderzoek' zijn de stappen beschreven die nodig zijn om deze wetsbepaling uit te voeren. In tabel 1 zijn de taken en activiteiten van de verschillende actoren schematisch weergegeven. De meeste medewerkers in de tbc-bestrijding zullen niet vaak met deze procedure te maken krijgen en het is daarom raadzaam samen te werken met een collega die er wel ervaring mee heeft.
Tabel: Taken en activiteiten van verschillende actoren bij een gedwongen isolatie
Actoren | Taken en acties bij gedwongen isolatie |
---|---|
Behandelend arts | Meldt aan de GGD als een patiënt met infectieuze tuberculose een gevaar vormt voor de volksgezondheid, bijvoorbeeld door het (dreigen) te onttrekken aan vrijwillige isolatie. |
GGD-arts | Beoordeelt of de gedwongen isolatiemaatregel de juiste maatregel is en schrijft advies aan de directeur GGD en burgemeester. |
Burgemeester | Beoordeelt advies van de GGD, tekent beschikking en zorgt voor rechtsbijstand (piketadvocaat). |
Politie / ambulance | Spoort betrokkene op en zorgt voor vervoer van persoon naar Beatrixoord. |
Beatrixoord | Neemt patiënt op in isolatie en zorgt voor de bewaking. |
Officier van Justitie | Controleert procedure en stelt de vordering in voor de rechterlijke machtiging. |
Rechter | Hoort de patiënt, meestal in het bijzijn van de piketadvocaat, en neemt beslissing over voortzetting gedwongen isolatie. |
De Wpg voorziet ook in de mogelijkheid om gedwongen medisch onderzoek te doen indien er verdenking is op tuberculose, er een onmiddellijk gevaar is voor derden, het onderzoek noodzakelijk is om de aard en omvang van dit gevaar vast te stellen en betrokkene niet bereid is het medisch onderzoek te ondergaan. Een patiënt kan alleen gedwongen behandeld worden als hij een psychische stoornis heeft die er (mede) toe leidt dat de patiënt niet in alle redelijkheid een afweging kan maken of hij al dan niet behandeld wil worden, dat wil zeggen er sprake is van wilsonbekwaamheid volgens de WGBO (Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst).
5 Wet op het bevolkingsonderzoek
De Wet op het bevolkingsonderzoek (Wbo) is bedoeld om mensen te beschermen tegen bevolkingsonderzoeken die een gevaar kunnen vormen voor de gezondheid.
Bevolkingsonderzoek kan vergunningsplichtig zijn en dat geldt onder andere voor onderzoek waar ioniserende straling aan te pas komt. Een vergunning wordt verleend als het onderzoek aan de volgende voorwaarden voldoet:
- het onderzoek wetenschappelijk deugdelijk is;
- het in overeenstemming is met wettelijke regels voor medisch handelen;
- het te verwachten nut van het bevolkingsonderzoek opweegt tegen de risico’s ervan voor de gezondheid.
Volgens de Wbo is screeningsonderzoek met ioniserende straling vergunningsplichtig. Dit geldt voor screeningsonderzoek op tuberculose met een röntgenfoto, maar niet voor screeningsonderzoek met een IGRA (interferon-gamma release assay) of tuberculinehuidtest (Brief ministerie van VWS (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) d.d. 23 juni 2017).
De laatste vergunningsaanvragen van GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Nederland leidden in 2012 en 2017 tot adviezen Tuberculosescreening van de Gezondheidsraad aan de minister van VWS (Gezondheidsraad 2012, Gezondheidsraad 2017). Deze hebben onder meer betrekking op aanpassen van de protocollen voor (digitale) rontgenfotografie en de procedures voor informatie, toestemming en klachtenregeling. Volgens de Wbo en het Gezondheidsraadadvies moet de te onderzoeken persoon, voordat toestemming gevraagd wordt, schriftelijk in begrijpelijke taal zijn ingelicht over het onderzoek. GGD GHOR Nederland (Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio) heeft in het protocol 'Informatievoorziening en klachtenprocedure tuberculosescreening' vastgelegd welke informatie over welke onderzoeken aan personen wordt gegeven. Voor de kwaliteitsbewaking en kwaliteitsbevordering van de radiologische tuberculosescreening heeft GGD GHOR Nederland inmiddels afspraken gemaakt met het Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB (National Expert and Training Centre For Breast Cancer Screening)).
6 Vreemdelingenwet 2000
In de Vreemdelingenwet 2000 worden enkele zaken geregeld, die betrekking hebben op de tbc (Tuberculose)-bestrijding. In het Vreemdelingenbesluit 2000 is de verplichting voor vreemdelingen om medewerking te verlenen aan medisch onderzoek uitgewerkt. Ingezetenen van de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte en landen waar tuberculose weinig voorkomt zijn uitgezonderd van screening via een ministeriele regeling. Sinds december 2018 wordt voor indicatie voor de screening bij binnenkomst tevens rekening gehouden met de reden van komst naar Nederland. Voor asielzoekers geldt een verplichting tot binnenkomstscreening indien afkomstig uit een land met een incidentie van meer dan 50 per 100.000 populatie en voor reguliere migranten een incidentie van meer dan 100 per 100.000 populatie. Deze landen staan vermeld op de Landenlijst tbc-screening en BCG-vaccinatie die KNCV (Koninklijke Nederlandse Centrale Vereniging (voor tuberculosebestrijding) - Tuberculosis Foundation) Tuberculosefonds jaarlijks publiceert. Voor immigranten geldt dat het voorgenomen verblijf langer dan 3 maanden moet zijn. Daarnaast is in artikel 64 van de Vreemdelingenwet opgenomen dat uitzetting van vreemdelingen achterwege blijft zolang het gelet op de gezondheidstoestand van de vreemdeling of die van een van zijn gezinsleden niet verantwoord is om te reizen.
De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND (Immigratie- en Naturalisatiedienst)) schort de uitzetting van een vreemdeling en zijn gezinsleden op als bij een van hen verdenking is op tuberculose of tuberculose is geconstateerd (Vreemdelingencirculaire 2000). Een uitzondering geldt als de betrokken vreemdeling reeds eerder een asielaanvraag heeft gedaan in een ander EU (Europese Unie) land en een inmiddels niet-infectieuze vorm van tuberculose heeft (zogenaamde Dublinclaim). (Zie Begeleiding tbc-patiënten voor uitvoering c.q. de Regeling Verstrekkingen Asielzoekers; RVA).
7 Kwaliteitswet zorginstellingen
Deze wet eist dat de zorgaanbieder de zorgverlening op zodanige wijze organiseert, de instelling zowel kwalitatief als kwantitatief zodanig van personeel en materieel voorziet, en zorg draagt voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt tot verantwoorde zorg. Hierbij betrekt de zorgaanbieder de resultaten van overleg tussen zorgaanbieders, zorgverzekeraars en patiënten/consumentenorganisaties. De uitvoering omvat onder andere: het op systematische wijze verzamelen en registreren van gegevens betreffende de kwaliteit van de zorg, die voor een ieder vergelijkbaar zijn met gegevens van andere zorgaanbieders van dezelfde categorie; het toetsen in hoeverre de wijze van uitvoering leidt tot een verantwoorde zorgverlening en zonodig veranderen op basis van de uitkomst van toetsing.
De vertaling van de wet is onder andere de verplichting van elke zorgaanbieder een klachtenregeling op te stellen. De klachtenregeling moet erin voorzien dat de klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencommissie. De zorgaanbieder is verplicht patiënten en cliënten op de hoogte te stellen van deze regeling. De aspecten die in Kwaliteitsbeleid zijn beschreven, zoals certificering, vloeien ook direct voort uit deze wet.
8 Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)
Per 25 mei 2018 is de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG (algemene verordening gegevensbescherming)) van toepassing. Vanaf deze datum geldt in de gehele Europese Unie dezelfde privacywetgeving. De AVG vervangt de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp (Wet bescherming persoonsgegevens)), welke niet meer geldt. De privacyrechten van cliënten zijn door de komst van de AVG versterkt en uitgebreid. De AVG is gericht op een behoorlijke en zorgvuldige verwerking van persoonsgegevens en regelt allerlei vormen van omgang met persoonsgegevens zoals het verzamelen, bewaren en raadplegen ervan en het verstrekken van gegevens aan derden. Instellingen moeten hun cliënten schriftelijk informeren over het doel van de gegevensverzameling en -verwerking. Medische gegevens gelden als bijzondere persoonsgegevens, waarvoor striktere voorwaarden gelden. De beveiliging van gegevens is hierbij extra belangrijk. Het uitgangspunt is dat deze gegevens niet mogen worden verwerkt, tenzij ze bijvoorbeeld nodig zijn voor een goede behandeling of verzorging van de betrokkene of voor het beheer van de betreffende instelling. Daarnaast heeft de client recht op informatie, recht op inzage en recht op correctie, verwijdering, aanvulling of afscherming. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP (Anterior Posterior)) houdt toezicht op de naleving van deze wet. Onder de AVG heeft elke instelling een documentatieplicht. Dit betekent dat je moet kunnen aantonen (met documenten) dat de juiste organisatorische en technische maatregelen zijn genomen om aan de AVG te voldoen (accountability).
9 Geneesmiddelenwet
Deze wet bepaalt dat alleen artsen, tandartsen en verloskundigen middels een recept medicijnen mogen voorschrijven. De verpleegkundig specialist is bevoegd tot het zelfstandig indiceren en uitvoeren van het voorschrijven van medicijnen. Vanaf 1 januari 2014 mag medicatie alleen nog elektronisch worden voorgeschreven (KNMG (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst) 2013).
Bereiding en aflevering van geneesmiddelen is voorbehouden aan apothekers en aan apotheekhoudende artsen met een daartoe strekkende vergunning. Dit betekent dat het afleveren van geneesmiddelen op de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) dient plaats te vinden onder toezicht van een apotheker.
10 Kernenergiewet
De Kernenergiewet is een raamwet uit 1963. In een raamwet zijn alleen algemene voorschriften opgenomen. De details worden in besluiten en beschikkingen geregeld. Per 6 februari 2018 is het Besluit basisveiligheidsnormen stralingsbescherming ingrijpend gewijzigd. Het besluit formaliseert het Europese systeem van rechtvaardiging, optimalisatie en dosislimieten. Voor het uitvoeren van werkzaamheden met toestellen die ioniserende straling uitzenden met een buisspanning van meer dan 100 kV (kilovolt) is een vergunning of registratie inzake de Kernenergiewet vereist. Onder de 100 kV moeten toestellen gemeld worden. Deze vergunning moet aangevraagd worden door de ondernemer; voor de tbc (Tuberculose)-bestrijding is dat de GGD (Gemeentelijke Gezondheidsdienst).
De wet kent de verplichting dat uitvoering van genoemde werkzaamheden slechts mag gebeuren onder toezicht van stralingsdeskundigen en dat de handelingen uitsluitend geschieden onder medische verantwoordelijkheid van een daartoe bevoegde arts. De stralingsdeskundige moet erop toezien dat de werkzaamheden veilig en conform de eisen worden uitgevoerd, onder andere met stralingsdoses volgens het ALARA (As Low As Reasonably Achievable) principe (“As Low As Reasonably Achievable”), de radiologische medewerkers bekwaam zijn en blijven, dat zij weten hoe te handelen bij calamiteiten en dat zij hun persoonlijke dosimeter dragen, indien er een risico is voor het ontvangen van een effectieve jaar dosis van 1 mSv (millisievert) of meer. In de praktijk van de tbc-bestrijding moet de arts tbc-bestrijding stralingsdeskundige zijn met een diploma stralingsbescherming (Niveau 4). Daarnaast moeten er een toezichthoudend medewerker stralingsbescherming (Niveau 4) en een stralingsbeschermingsdeskundige (Niveau 3) zijn. Er dient een administratie worden bijgehouden van de handelingen met ioniserende straling. Dit heet het kernenergiewetdossier. Jaarlijks dient een jaarverslag stralingshygiëne en een veiligheidsanalyse gemaakt te worden, waarvoor een algemeen format beschikbaar is.
Meer informatie over de wet- en regelgeving op het gebied van stralingsbescherming is te vinden op de website van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.
GGD GHOR Nederland (Gemeentelijke / Gemeenschappelijke GezondheidsDienst – Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio) heeft met het LRCB (National Expert and Training Centre For Breast Cancer Screening) afspraken gemaakt om de kwaliteit van de radiologische tuberculosescreening te bewaken en te bevorderen.
Referenties
- Gezondheidsraad (2012). Wet bevolkingsonderzoek: tuberculosescreening. Den Haag: Gezondheidsraad 2012.
- Gezondheidsraad (2017). WBO (Wet op het bevolkingsonderzoek): tuberculosescreening. Den Haag: Gezondheidsraad 2017.
- KNMG (Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Geneeskunst) (2013). Richtlijn Elektronisch Voorschrijven. Utrecht: Richtlijn Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst 2013.