Samenvatting

Een modela voor stralingsoverdracht in de atmosfeer is toegepast om een indicatie te krijgen van de toekomstige ontwikkelingen van UV-straling op grondniveau als gevolg van veranderingen in ozonkolom. Bij vergelijking van het hier gebruikte model met (schaarse) metingen en met ander theoretisch werk, wordt een redelijke overeenstemming gevonden. Metingen in Nederland en Zweden worden door het model enigszins onderschat. Bij vergelijking met ander theoretisch werk is echter geen sprake van een systematische onderschatting. Een afname in ozonkolomdichtheid leidt tot een toename in UV-intensiteit die des te sterker is voor kortere golflengten. De toename in effectieve dosis is afhankelijk van het veronderstalde actiespectrum. Mondiale 2-dimensionale modellen voorspellen dat bij een ongewijzigd beleid t.a.v. de emissies van chloorfluorkoolwaterstoffen de ozonkolom met circa 10% is afgenomen omstreeks het jaar 2035. Voor deze situatie wordt de toename in effectieve dosis geschat op 11-19% (0.2-0.4% toename per jaar). De trend in UV-belasting die het gevolg is van verandering in ozonkolomdichtheid kan zowel versterkt als verzwakt worden door simultaan optredende veranderingen in meteorologische parameters (bijvoorbeeld bewolking) en/of concentraties aan aerosol en andere sporegassen.

Overig

Grootte
0MB