- Publicatiedatum
- 30/04/1989
Samenvatting
Te De Bilt werd in 1988 continu luchtstof bemonsterd waarbij een dagelijkse wisseling van de filters werd toegepast. Na verval van de kortlevende dochterprodukten van radon en thoron werd de totale alfa- en totale beta-activiteit gemeten. Aan pakketten van 7 filters werden voorts de weekgemiddelden van de totale gamma-activiteit en de specifieke gammastralers bepaald. Het daggemiddelde van de totale alfa-activiteit varieerde van < 0,01 tot 0,35 mBq/m3 met een jaargemiddelde van 0,032 mBq/m3. Het daggemiddelde van de totale beta-activiteit varieerde van < 0,02 tot 1,11 mBq/m3 met een jaargemiddelde van 0,16 mBq/m3. Het weekgemiddelde van de totale gamma-activiteit varieerde van < 0,1 tot 0,6 mBq/m3 met een jaargemiddelde van 0,21 mBq/m3. De gemiddelde activiteitsniveaus zijn vrijwel gelijk aan die van 1987. Er werden in luchtstof geen kunstmatige radionucliden aangetoond. De gehalten aan Cs-134 en Cs-137 - de belangrijkste radionucliden die bij het Tsjernobyl ongeval zijn vrijgekomen - lagen beneden de detectiegrens van 0,2 mBq/m3. Uitsluitend het natuurlijke activeringsprodukt Be-7 was aantoonbaar. De gemiddelde concentratie bedroeg 1,2 mBq/m3 en de bijdrage tot de totale gamma-activiteit circa 0,12 mBq/m3. De totale alfa- en beta-activiteiten in luchtstof zijn waarschijnlijk in hoofdzaak afkomstig van het natuurlijke Po-210 respectievelijk Pb-210/Bi-210.
Abstract
Abstract not available
Resterend
- Grootte
- 0MB