Legislation and practice: possibilities for improving occupational safety in the construction chain

Legislation and practice: possibilities for improving occupational safety in the construction chain

Go to abstract

Samenvatting

De bouwsector staat al jaren in de top drie van sectoren waar relatief veel (ernstige) ongevallen gebeuren. Het RIVM heeft mensen uit de praktijk, zoals opdrachtgevers en coördinatoren uitvoeringsfase, gevraagd wat nodig is om de arbeidsveiligheid in de bouwketen te verbeteren. Deze mensen geven knelpunten aan en mogelijkheden om arbeidsveiligheid te verbeteren.

In deze sector wordt vaak in ketens gewerkt: verschillende partijen, zoals de hoofdaannemer en verschillende onderaannemers, werken tegelijk of na elkaar aan één bouwproject. Deze manier van werken kan voor extra gevaarlijke situaties zorgen, doordat verschillende werkzaamheden tegelijkertijd plaatsvinden.

In een Europese richtlijn zijn regels gemaakt voor veilig en gezond werken op bouwplaatsen. Deze regels zijn naar Nederlandse wetgeving vertaald. Opdrachtgevers en aannemers in de bouw moeten deze wetgeving naleven. Opdrachtgevers moeten bijvoorbeeld bij grote bouwwerken een veiligheids- en gezondheidsplan (V&G-plan) maken.

Volgens de geïnterviewden wordt werken niet automatisch veiliger en gezonder door alleen aan de wettelijke verplichting te voldoen. Om dit te verbeteren, vinden zij onder andere samenwerking en communicatie tussen alle lagen belangrijk.

Verder vinden zij het belangrijk dat rollen, taken en verantwoordelijkheden in de praktijk duidelijk worden besproken en dat daarover afspraken worden gemaakt. Bijvoorbeeld over de rol van de coördinatoren voor de ontwerp- en uitvoeringsfase. Als de coördinator een dubbelrol heeft, bijvoorbeeld als hoofduitvoerder van een project, kan dat voor tegengestelde belangen zorgen, zoals veiligheid versus financiën. De coördinator ontwerpfase moet ook genoeg kennis hebben van de wetgeving.

Tot slot blijkt dat opdrachtgevers de ‘vergewisplicht’ verschillend invullen. Dat komt onder andere doordat voor hen niet voldoende duidelijk is wat deze plicht inhoudt. Vanuit hun positie ‘vooraan’ in de keten is het wenselijk dat opdrachtgevers meer initiatief nemen rondom het V&G-plan en de vergewisplicht.

Abstract

The construction industry has ranked in the top three of industries with a relatively high number of serious occupational accidents for many years. RIVM has asked professionals from the industry, such as persons working for the main contractor, what is needed to improve occupational safety in construction chains. They responded with a list of current issues and possibilities for improving occupational safety.

In this industry, work is mostly done in chains: various parties, such as the main contractor and various subcontractors, work on construction projects simultaneously or one after the other. This way of working can cause hazardous situations due to different types of work being done simultaneously.

A European directive has set rules for safe and healthy working conditions on construction sites. These rules have been incorporated into Dutch legislation. Commissioning clients and contractors operating in the construction industry must comply with this legislation. For example, commissioning clients must draw up a safety and health plan for major construction projects.

According to the interviewees, work does not automatically become healthier and safer by merely complying with the law. To improve occupational safety, they believe that working together and communication between all the parties in the chain is important.

They also consider it important that roles, duties and responsibilities in practice are clearly communicated and agreed upon. For example, it should be clear what the role of the coordinator for the design and execution phase is. If the coordinator wears two hats, for example because he is also the chief foreman, this could cause conflicting interests, such as safety versus finance. The coordinator for the design phase must also have sufficient knowledge of the legislation.

Lastly, it has turned out that commissioning clients define their ‘duty to verify’ differently. This is because it is not sufficiently clear to all of them what this duty is. As they are the first link in the chain, it is advisable for commissioning clients to take the initiative in the safety and health plan and the duty to verify more often.

Uitgever

Instituut
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RIVM

Resterend

Grootte
639 kb