In het Emerging Zoonoses rapport uit 2010 kwam naar voren dat er nog veel kennis ontbrak over de Nederlandse knaagdierenpopulaties en hun ziekteverwekkers. Dat was reden voor het RIVM om hier onderzoek naar te doen. Dit onderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de populatie-ontwikkeling en verspreiding van wilde knaagdieren en het voorkomen van ziekteverwekkers bij deze dieren in Nederland. Met deze gegevens kan het risico van overdracht van ziekteverwekkers van bijvoorbeeld ratten naar mensen beter worden geschat. Dit onderzoek wordt sinds 2015 volledig gefinancierd door het ministerie van VWS Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport).

Muizen

Het RIVM onderzocht van 2007 tot 2013 het voorkomen van orthohantavirussen bij rosse woelmuizen, veldmuizen en bosmuizen. Dit onderzoek laat zien dat er jaarlijks een grote variatie is in de populatiegroottes van de muizen en het voorkomen van het Puumala hantavirus (PUUV Puumala hantavirus (Puumala hantavirus)) in rosse woelmuizen. Met een model kan nu op basis van mastgegevens (informatie over zaadproductie van bomen, dus de hoeveelheid beukennootjes en eikels) een voorspelling worden gedaan of er in een jaar veel of weinig PUUV-patiënten kunnen worden verwacht. Deze informatie wordt gebruikt om GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)'en en huisartsen te attenderen op een mogelijke toename van patiënten in het daaropvolgende jaar.

Daarnaast vinden projectmatig veldstudies plaats om te kijken of specifieke ziekteverwekkers in een bepaalde knaagdiersoort voorkomen. Zo zijn er veldmuizen onderzocht op de bacterie Francisella tularensis (verwekker van hazenpest) en zijn verschillende muizensoorten getest op TBE tick-borne encephalitis (tick-borne encephalitis)-virus.

Ratten

In samenwerking met 20 tot 30 Nederlandse gemeentes en plaagdierbestrijders zijn van 2014 tot 2019 per kwartaal meldingen van rattenoverlast verzameld. Dit had als doel meer inzicht in de trend van de rattenpopulatie in de stad te krijgen. Uit de analyse van de resultaten bleken echter geen duidelijke, landelijke trends waarneembaar. Dit komt mogelijk door het kleine aantal deelnemende gemeentes.

Daarom is in 2019 de Rattenmonitor gestart, waarmee professionele plaagdierbeheersers meldingen van overlast kunnen doorgeven. Daarnaast worden ook gegevens van bijvangsten van bruine ratten bij het beheer van muskusratten verzameld, om inzicht te krijgen in rattenpopulaties in het buitengebied.

Naast het onderzoek naar de ontwikkelingen van de populatiegrootte, doet het RIVM ook onderzoek naar de ziekteverwekkers die ratten bij zich dragen. Op dit moment vindt dit onderzoek vooral plaats bij ratten in de stedelijke omgeving.