Virale hemorragische koorts is een ziektebeeld dat gepaard gaat met koorts en ernstige bloedingen. Verschillende virusfamilies veroorzaken deze aandoening. Deze aandoening kan levensbedreigend zijn, afhankelijk van het virus.

Deze ziekten komen vooral voor in Afrika en Zuid-Amerika en worden veroorzaakt door zeldzaam voorkomende virussen. Het risico dat reizigers deze infecties meenemen naar huis is bijzonder klein. Er bestaat geen specifieke behandeling voor deze virussen; daarom is behandeling gericht op ondersteuning met infuus en bloedtransfusie. Bij nierfalen kan dialyse noodzakelijk zijn.

Bekende virale hemorragische koortsen zijn:

De virussen die hemorragische koorts kunnen veroorzaken zijn onder te verdelen in verschillende virusfamilies:

Arenavirussen

  • Lassavirus
  • Argentijnse hemorragische koorts
  • Boliviaanse hemorragische koorts
  • Venezolaanse hemorragische koorts

Filovirussen

  • Marburgvirus
  • Ebolavirus

Flavi virussen

  • Gelekoortsvirus
  • Denguevirus

Bunyavirussen

  • Crimeon-Congo hemorragische koorts

Klachten bij hemorragische koorts

De tijd tussen infectie en het optreden van verschijnselen ligt tussen de 2 en 21 dagen. De verschijnselen beginnen met hele algemene klachten als koorts, vermoeidheid, gewrichts- en spierpijn en algehele malaise. Kenmerken voor hemorragische koorts zijn de bloedingen, de zogenaamde hemorragieën, die kunnen optreden. Dit kunnen onderhuidse of inwendige bloedingen zijn, bijvoorbeeld in het maag-darmkanaal, maar ook bloedingen uit neus, ogen, oren en mond. De bloedingen kunnen leiden tot ernstige functiestoornissen van meerdere organen. Het sterftecijfer varieert van 25% voor het marburgvirus tot 80 tot 90% voor sommige stammen van het ebolavirus.

Besmetting

Besmetting met een aantal van deze virussen vindt plaats via vectoren (arbovirussen). Een vector is een organisme wat de ziekteverwekker bij zich draagt en via steken of bijten overbrengt op de mens. Voorbeelden hiervan zijn muggen en teken. De andere virussen worden overgebracht door dieren die zelf niet ziek worden maar bijvoorbeeld via hun uitwerpselen de virussen verspreiden. Een combinatie van deze besmettingsroutes is ook mogelijk.