Trichinellose bij mensen wordt veroorzaakt door de larven van Trichinella, een rondworm van vele diersoorten, inclusief de mens. Er zijn elf Trichinella soorten beschreven, waarvan T. spiralis de meest bekende is, die vooral voorkomt bij het varken.

Besmetting Trichinellose

De worm (van enkele millimeters lang) leeft slechts een paar weken in de dunne darm van de gastheer. Daar paren mannelijke en vrouwelijke wormen. De vrouwtjes zijn levendbarend. De larven die geboren worden, gaan op trektocht door het lichaam. In het lichaam nestelen ze zich uiteindelijk ergens in de spieren (spiertrichinen), met een voorkeur voor de middenrifspier, tongspier, kauwspier, oogspier en de spieren van rug en lendenen. Daar vormt zich bij de meeste Trichinella soorten een kapsel om de larve, die daarna jarenlang kan overleven. Wanneer een volgende gastheer besmet vlees op eet, zullen er uit de ingekapselde larven weer wormen groeien in de dunne darm en begint de cyclus van voren af aan.
Er zijn twee cycli van Trichinella overdracht, één waarin besmette wilde dieren elkaar besmetten en één waarin landbouwhuisdieren besmet raken. De mens kan via beide wegen besmet raken door het eten van onvoldoende verhit vlees. Varkensvlees, paardenvlees en wild zwijn zijn mogelijke bronnen van besmetting. Varkens eten alles en kunnen daardoor gemakkelijk een besmet (knaag)dier binnen krijgen.
Het risico van Trichinella-infecties is één van de redenen waarom varkens geen restaurantafval mogen eten: ze zouden zo besmet vlees kunnen eten en zelf besmettelijk worden voor de mens. Paarden zijn weliswaar geen vleeseters maar blijkbaar krijgen ze toch wel eens het kadaver van een besmette muis of ander klein dier binnen.
In Nederland is het risico op besmetting via deze vleessoorten minimaal, omdat de meeste varkens geen kans lopen om besmet te raken door de wijze van huisvesting (de meeste varkens zitten binnen, in stallen waar geen ongedierte komt) en omdat ieder van deze dieren getest wordt op het slachthuis. Het eten van meer exotische wildsoorten, of wild dat niet gekeurd is, vormt echter wel een risico wanneer het vlees onvoldoende verhit is.

Preventie Trichinellose

Preventie is Europees geregeld, waarbij iedere EU Europese Unie (Europese Unie) lidstaat moet voldoen aan de Europese regelgeving. Dit betekent dat op landelijke schaal dieren worden onderzocht en gekeurd via de vleeskeuring op het slachthuis. Hierbij wordt al het varkensvlees en al het geïmporteerde paardenvlees gecontroleerd op de afwezigheid van spiertrichinen. Wilde zwijnen worden voor consumptie gecontroleerd op een Trichinella-besmetting indien ze via de groothandel worden verhandeld.
Daarnaast gaan bij langdurig invriezen (langer dan tien dagen) bij –20 graden Celsius alle in Nederland levende trichinen dood. Verhitting zorgt ook voor het doden van de spierlarven. Al het vlees is veilig zolang het maar goed verhit wordt. Gerookte - en rauwe produkten zoals rauwe hammen en salamiworsten zijn wel een mogelijke bron van Trichinella, indien het vlees niet is gecontroleerd.

Verspreiding en frequentie van Trichinellose

Trichinella komt wereldwijd voor. In West- Europa komt Trichinella eigenlijk niet meer voor bij varkens, die binnen worden gehuisvest. Sinds 1926 is de Nederlandse varkensstapel vrij van Trichinella spiralis. Bij in het wild levende dieren (wilde zwijnen, vossen) komt nog wel trichinellose voor. Weliswaar zijn dat in het algemeen andere Trichinella-soorten, maar ook die zijn in meer of mindere mate besmettelijk voor de mens. Zolang er Trichinella voorkomt bij het wild in Nederland blijft zorgvuldige controle noodzakelijk, zeker nu er de laatste jaren meer varkens worden gehouden in biologische- of scharrelvarkenshouderijen waar de dieren naar buiten kunnen. Theoretisch zouden deze varkens zich dan kunnen besmetten door het eten van kleine wilde dieren die de Trichinella larven bij zich dragen (ratten, muizen ed.).
De gevallen van humane infectie met Trichinella in Nederland zijn tot op heden allemaal opgelopen in het buitenland. In andere Europese landen (Frankrijk, Italië en Turkije) zijn Trichinella uitbraken beschreven door consumptie van besmet wild zwijn, varkens- of paardenvlees. In Frankrijk ontstond bijvoorbeeld een uitbraak van trichinellose onder ruim 500 mensen door één besmet paardenkarkas. Ook (ijs)berenvlees en walvissenvlees (Siberië, Canada) zorgde recent voor uitbraken van trichinellose.

Ziekteverschijnselen dier

Varkens worden veelal besmet door het eten van geïnfecteerde ratten of door het eten van vleesresten (maar dat is verboden in Nederland). De infectie verloopt bij varkens zonder symptomen.

Ziekteverschijnselen mens

Wanneer mensen besmet vlees met infectieuze larven binnen krijgen, ontwikkelen de larven zich in de dunne darm van de mens tot worm. De irritatie die het binnendringen van de wormen in het darmslijmvlies veroorzaakt zorgt voor misselijkheid, braken en diarree. Tijdens de trektocht die de larven maken om vanuit de darm naar de spieren te gaan, komen er allerlei irriterende en allergene stoffen vrij in het bloed. Dit kan zorgen voor het ontstaan van kleine puntbloedinkjes onder de nagels en aan de binnenzijde van de oogleden. Daarnaast ontstaan er ontstekingen op de plaatsen waar de larven zich inkapselen in een cyste. Dit leidt tot verschijnselen als koorts, oedeem, hoofdpijn, vergrote en pijnlijke lymfknopen, huiduitslag, bronchitis en verzwakte, erg pijnlijke spieren.
De periode tussen de besmetting en het optreden van verschijnselen is gemiddeld ongeveer tien dagen, maar varieert enorm, van één tot 40 dagen, afhankelijk van de hoeveelheid larven die men binnen gekregen heeft. Afhankelijk van de hoeveelheid larven variëren ook de symptomen. De ziekte kan goed ongemerkt voorbij gaan, of verward worden met andere ziektes of een griepje. Soms overlijdt de patiënt door uitputting, longontsteking of hartproblemen vier tot acht weken na de besmetting. Het sterftepercentage varieert van 0 tot 35 procent van de besmettingen, maar is in het algemeen minder dan 1 procent. Na jaren (soms pas na 5 jaar) kan verkalking optreden van de cystewand en afsterving van de larven. Zo kan de mens ook een chronische vorm van trichinellose overhouden, die gepaard gaat met spierpijn.