Veldbepalingen

In het veld meten we in elk grondwatermonster nitraat, elektrische geleidbaarheid (EC) en zuurgraad (pH). De nitraatbepaling in het veld doen we met de zogenaamde Nitrachek-methode. Voor het sloot- en drainwater gebeurt dit in het laboratorium. In de individuele bodemvochtmonsters meten we in het laboratorium nitraat, ammonium, chloride en sulfaat. Daarnaast leggen we in het veld kenmerken van het monsterpunt vast, bijvoorbeeld de beschrijving van de bodem en de grondwaterstand. De locatie van het monsterpunt wordt met GPS Global Positioning System (Global Positioning System) vastgelegd. Dit soort gegevens noemen we veldbepalingen. 

Veldonderzoeker voert kenmerken van bemonsteringslocatie in.

Afbeelding: Opslaan van veldbepalingen

De metingen in de individuele monsters geven informatie om de chemische analyses van de mengmonsters in het laboratorium te kunnen beoordelen. Met de metingen van nitraat in de individuele monsters krijgen we bovendien inzicht in de variatie van de nitraatconcentratie in het uitspoelingswater onder een perceel of een bedrijf.

Laboratoriumanalyses

De laboratoriumanalyses worden uitgevoerd bij een geaccrediteerd analytisch-chemisch laboratorium. De monsters gaan in gelabelde flessen/potten en worden gekoeld naar het laboratorium vervoerd.

Voorbehandeling en analyses  

In het laboratorium worden de monsters voorbehandeld. Dit kan zijn: 

  • Filtreren van de monsters over een filter met 0,45 µm poriegrootte
  • Mengen van de monsters
  • Centrifugeren van de grondmonsters
  • Aanzuren van de monsters

Hierna onderzoekt het laboratorium de monsters onder andere op:  

  • Stikstofverbindingen: nitraat, ammonium, opgelost totaal-stikstof en totaal-stikstof (niet-gefiltreerde slootwatermonsters)
  • Fosforverbindingen: ortho-fosfaat, opgelost totaal-fosfor en totaal-fosfor (niet-gefiltreerde slootwatermonsters)
  • Natrium, kalium, magnesium, calcium, sulfaat en chloride
  • IJzer, cadmium, koper, chroom, nikkel en zink
  • Opgelost organisch koolstof (DOC)

Kwaliteitsbewaking

Controle van de bedrijfsgegevens  

Voordat we starten met de monstername, controleren we samen met de deelnemer of de bedrijfs- en perceelsinformatie  actueel en compleet is. 

Werkvoorschriften 

De werkwijze van de bemonsteringen en veldbepalingen zijn vastgelegd in werkvoorschriften. Alleen in overleg met onze veldwerkcoördinator mag er van deze werkvoorschriften worden afgeweken. Dit noteren we in de veldcomputers. De werkvoorschriften worden regelmatig geactualiseerd. 

Gekwalificeerd personeel 

Alleen monsternemers met een VCA-certificaat mogen monsters nemen. De monsternemers volgen een inwerktraject voordat ze in de uitvoering van de bemonstering worden ingezet.  

Veldinspecties 

Het RIVM doet regelmatig veldinspecties om te controleren of de bemonsteringen volgens de werkvoorschriften gebeuren. Bij geconstateerde afwijkingen worden er verbetermaatregelen genomen. 

Apparatuur 

De apparaten die we in het veld gebruiken, worden aan het begin en einde van de dag geijkt. Als een apparaat afwijkt van de kwaliteitscriteria dan volgt onderhoud, of wordt deze vervangen.  

Controle resultaten

De veldbepalingen leggen we vast in veldcomputers.  De veldbepalingen worden direct na de bemonstering in de centrale database gecontroleerd op uitschieters, onlogische en ontbrekende waarden. De monsternemer kan bijzonderheden noteren en opmerkingen toevoegen bij de meting. Dit helpt om de meting te beoordelen op afwijkingen.

Het laboratorium is verantwoordelijk voor de controle van de data van de lab-analyses. Daarnaast controleert het laboratorium onder meer de stikstofbalans en de ionenbalans, en meldt elke maand de analyseresultaten aan het RIVM. 

Tussentijdse controle 

Het RIVM vergelijkt de maandelijks geleverde analyseresultaten met eerdere metingen op hetzelfde bedrijf. Bij afwijkingen wordt contact opgenomen met het laboratorium. In overleg wordt gekeken of er een verklaring is en kan eventueel actie worden ondernomen. 

Eindcontrole  

Als de laboratoriumanalyses compleet zijn en de data van de veldmetingen zijn verwerkt, controleren we op administratieve- en meetfouten. We controleren: 

  • Of alle gegevens compleet zijn
  • De relaties tussen de gemeten stoffen
  • Verschillen tussen nitraatgehaltes gemeten in het  laboratorium en in het veld
  • Uitschieters
  • Detectiewaarden

Bij afwijkingen vragen we aan de veldonderzoeker of het laboratorium om deze resultaten opnieuw te controleren. Fouten herstellen we. Wordt er geen aantoonbare verklaring voor de afwijking gevonden, dan maken we een aantekening bij de resultaten. Zo is duidelijk dat er controle op de afwijking is uitgevoerd.