Het RIVM heeft de concentraties fijn stof en stikstofdioxide in Noord-Holland berekend voor de jaren 2015 en 2030. Het onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van de integrale Omgevingsvisie die de provincie opstelt in het kader van de Omgevingswet.

Uit het onderzoek blijkt dat buitenlandse bronnen en zeescheepvaart een belangrijke bijdrage leveren aan de luchtverontreiniging in de provincie. De concentraties luchtverontreinigende stoffen zijn de afgelopen jaren gedaald, onder meer door strengere uitstooteisen voor voertuigen. Deze trend zet zich de komende jaren naar verwachting voort.

Stikstofdioxide

Noord-Hollandse bronnen, vooral het wegverkeer, dragen iets meer dan 40 procent bij aan de concentratie stikstofdioxide. Door de verwachte groei van Schiphol en het extra wegverkeer dat dit aantrekt, zal de concentratie stikstofdioxide in Noord-Holland langzamer dalen dan in de rest van Nederland.

De stikstofdioxideconcentratie lag in 2015 in Noord-Holland hoger dan het Nederlandse gemiddelde. Naar verwachting zal dit ook in 2030 het geval zijn en kunnen Europese normen lokaal nog worden overschreden.

Fijn stof

Provinciale bronnen dragen minder dan 20 procent bij aan de concentratie van fijn stof. Dit fijn stof komt vooral van huishoudens, onder meer door houtstook. De lokale fijn stof concentraties kunnen sterk afwijken van het Noord-Hollandse gemiddelde. Vooral in de regio IJmond en de regio Zaanstreek-Waterland zorgen industriƫle activiteiten voor hogere concentraties.

De Noord-Hollandse fijnstofconcentratie ligt lager dan het landelijk gemiddelde. Dit komt doordat de invloed van buitenlandse bronnen kleiner is vanwege de ligging van de provincie.

Verbetering mogelijk

Het RIVM ziet een aantal mogelijkheden om de luchtkwaliteit in Noord-Holland te verbeteren. De belangrijkste zijn het wegverkeer beperken of schoner te maken, houtstook bij huishoudens beperken, en ervoor zorgen dat de industrie sneller over gaat op schonere brandstoffen. Om de bronnen van buiten de provincie terug te dringen, is verdere ontwikkeling van het nationale en internationale luchtkwaliteitsbeleid nodig.