Er bestaan verschillende soorten hantavirussen. Muizen en ratten kunnen hantavirus bij zich dragen en mensen besmetten. Deze virussen zijn niet van mens op mens overdraagbaar. De hantavirussen die in Nederland voorkomen zijn Puumalavirus, Seoulvirus en Tulavirus. Hantavirusinfectie komt in Nederland zelden voor.

Wat is een hantavirusinfectie?

Het hantavirus kan bij mensen tot infecties leiden. In Nederland komen bij mensen infecties voor met verschillende soorten hantavirussen: Puumalavirus afkomstig van rosse woelmuizen, en Seoulvirus afkomstig van (tamme) ratten. Daarnaast komt in Nederland ook het Tulavirus voor in veldmuizen.
Muizen en ratten kunnen hantavirussen bij zich dragen. Ze worden er zelf niet ziek van, maar ze kunnen soortgenoten en ook mensen besmetten via hun urine, ontlasting en speeksel. Dit kan na indrogen ook als stofdeeltjes ingeademd worden.

Klachten van hantavirusinfectie bij mensen

De hantavirussen die in Europa voorkomen veroorzaken griepachtige klachten en nier- of leverklachten. De ernst van deze klachten kan verschillen. In Nederland worden de meeste besmettingen bij de mens veroorzaakt door het Puumalavirus. Deze infectie verloopt meestal mild. Als de ziekte al klachten geeft, zijn dat vooral griepachtige klachten: hoofdpijn, buikpijn, misselijkheid, koorts en spierpijn. De nieren of lever kunnen licht ontstoken zijn. Vaak gaan de klachten vanzelf weer over, maar soms is ziekenhuisopname nodig.

Klachten van hantavirusinfectie bij dieren

Knaagdieren zijn dragers van het hantavirus. Ze worden niet ziek van een besmetting. Knaagdieren raken besmet met het hantavirus door elkaar te bijten en te krabben of door in aanraking te komen met elkaars besmette uitwerpselen.

Besmetting en preventie van hantavirusinfectie

Het virus komt door knaagdieren in de omgeving terecht. In opgedroogde urine, ontlasting en speeksel kan het virus ongeveer nog twee weken in leven blijven. Mensen worden besmet door het inademen van besmet opdwarrelend stof (aërosolen), bijvoorbeeld bij het vegen van een schuurtje. Ook kunnen mensen besmet raken via beten van besmette knaagdieren en door het eten van voedsel dat door knaagdieren is besmet.

De kans op besmetting met een hantavirus is heel klein. De route van besmetting is vaak lastig te bepalen. Mogelijke bronnen van besmetting zijn schoonvegen van garage of zolder, of verblijf in (de buurt van) bos, weiland, camping of tuin. Daarnaast is voor Seoulvirus contact met gehouden ratten een risicofactor.

Besmetting is te voorkómen door contact met knaagdieren en hun schuilplaatsen te vermijden. Zorg dat er geen etensresten in huis zijn die ongedierte lokken. Ventileer ruimtes die lang afgesloten zijn geweest en waar ratten- en muizenholen kunnen zitten, voordat u daar naar binnen gaat.

Mocht u thuis toch een nest vinden, dan kunt u het nest het beste nat maken waarna het verwijderd kan worden, daarna het oppervlak goed schoonmaken met een sopje en daarna desinfecteren met een 10% bleekmiddel-oplossing. Gebruik geen stofzuiger of bezem om nesten op te ruimen, daarmee verstuift stof en wordt het eventueel aanwezige virus juist verspreid. Draag altijd handschoenen als u dode muizen, uitwerpselen of resten van nesten aanraakt.

Hoe vaak komt een infectie met een hantavirus voor?

Hantavirussen komen in de hele wereld voor. De soorten die in Europa voorkomen veroorzaken honderden patiënten per jaar.

In Nederland wordt de diagnose hantavirusinfectie af en toe gesteld. De soorten hantavirussen die in Nederland voorkomen zijn Puumala virus, Tulavirus en Seoul virus.