Medicijnen kunnen op verschillende manieren in het milieu terecht komen. Ook verschilt het of gaat om medicijnen voor mensen of dieren. Medicijnen voor mensen komen vooral via het rioolwater in het milieu. Een veel kleiner deel komt in het Nederlandse milieu via rivierwater uit het buitenland en via productielocaties van medicijnen. Diergeneesmiddelen komen vooral via mest in de bodem en in het water terecht.  

Welke mogelijke effecten dit heeft hangt af van de werkzame stoffen. Sommige stoffen zijn alleen toegelaten voor  gebruik door mensen, andere stoffen alleen voor (bepaalde type) dieren. Indien beide het geval is, is vaak niet bekend of de gevonden stof in het milieu van een mens of dier afkomstig is. Voor een deel kan dit herleid worden op basis van de plaats waar het is aangetroffen. Ook kan het zijn dat het grootste gebruik bij één van twee ligt. 
 

Medicijnen voor mensen

Medicijnen kunnen in het milieu komen via het afvalwater. Dit kan via de urine van een patiënt, via de ontlasting, maar bijvoorbeeld ook door het afwassen van een zalf of crème. Rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI Rioolwaterzuiveringsinstallatie (Rioolwaterzuiveringsinstallatie)’s) halen een deel van deze resten uit het water, maar niet alles. Dat komt omdat zuiveringsinstallaties zich richten op het verwijderen of afbreken van organische (voedings)stoffen. Ze richten zich niet specifiek op het verwijderen van microverontreinigingen zoals medicijnresten. Er wordt wel onderzoek gedaan om medicijnresten in de toekomst beter te kunnen verwijderen. 

Ook na zuivering van dit afvalwater blijven er dus resten van medicijnen in het water. Daarnaast kunnen er bij zuivering afbraakproducten ontstaan die nog steeds effecten op het milieu kunnen hebben. Deze medicijnresten komen via het gezuiverde afvalwater in het oppervlaktewater terecht.   

Ook bij de productie van medicijnen kunnen resten in het milieu terechtkomen. De meeste medicijnen die in Nederland gebruikt worden, worden echter in het buitenland geproduceerd. Met het rivierwater komen ook medicijnresten uit het buitenland in Nederland terecht, zowel vanuit productie als het gebruik. 

Medicijnen voor mensen kunnen via het baggeren van sediment op de bodem komen. In andere landen komen geneesmiddelen ook vanuit het slib van RWZI’s op de bodem komen. Dat gebeurt in Nederland niet.
Vanuit oppervlaktewater en via de bodem komen resten van medicijnen in het grondwater terecht. Zowel oppervlaktewater als grondwater zijn bronnen voor drinkwater. Het is daarom belangrijk milieuvervuiling door medicijnen te voorkomen.

 

 

Routes van geneesmiddelen naar oppervlaktewater, bodem en grondwater.

Hoeveel medicijnen gebruiken we per jaar?

De medicijnen die wij ieder jaar gebruiken bevatten meer dan 2000 verschillende actieve stoffen. In 2018 ging het alleen al met medicijnen op recept, om 2,3 miljoen kilo actieve stof. Het is onbekend hoeveel medicijnen er zonder recept worden verkocht, bijvoorbeeld bij de drogist of supermarkt.   Op basis van wat we nu weten, schatten we dat er hiervan ieder jaar in Nederland minimaal 190.000 kilo werkzame stof via de riolering in het oppervlaktewater terecht komt. Dit is een voorzichtige schatting, omdat de verkoop zonder recept hierin niet is meegenomen. 

Zijn er medicijnen in het Nederlandse milieu aanwezig?

Uit verschillende onderzoeken blijkt dat er vaak resten van medicijnen worden gevonden in de Nederlandse wateren. In die onderzoeken is maar naar een heel klein aantal van alle werkzame stoffen gezocht. Van veel medicijnen weten we dus niet of en in welke concentraties er resten voorkomen. 

Het proces van de zuivering van rioolwater stopt nooit. RWZI’s lozen continu afvalwater, waardoor een groot aantal middelen ook continu in het water aanwezig zijn. Uit verschillende Nederlandse onderzoeken blijkt dat in gezuiverd afvalwater medicijnresten zitten tot 10 microgram per liter. In het  ontvangende oppervlaktewater is dat gemiddelde tot 1 microgram per liter, met maximale waardes tot 10 microgram per liter. In grondwater worden minder medicijnresten aangetroffen, ongeveer 100 keer lager dan oppervlaktewater. Medicijnresten worden ook aangetroffen in Nederlands drinkwater. Wanneer ze worden aangetroffen is dit meestal in concentraties beneden de 0,05 microgram per liter. .

De concentraties medicijnresten verschillen per locatie en per tijdstip. Dit komt omdat sommige RWZI’s meer medicijnresten ontvangen, bijvoorbeeld doordat ziekenhuizen hierop lozen, of omdat bepaalde medicijnen vooral in een bepaald seizoen worden gebruikt , zoals hooikoortstabletten.   

Als de gemeten concentraties worden vergeleken met risicogrenzen [LINK naar juiste sectie] kunnen de risico’s in beeld worden gebracht. Voor veel stoffen zijn echter de analytische methodes niet nauwkeurig genoeg om tot op het niveau van de risicogrens te meten. Daarnaast kunnen of worden  veel stoffen waarvan op basis van wetenschappelijke literatuur juist verwacht wordt dat ze een risico vormen voor de waterkwaliteit niet gemeten.


Waar zijn de meeste medicijnen te vinden?

De concentratie van medicijnresten in het oppervlaktewater wordt bepaald door het aandeel  gezuiverd afvalwater en de menging daarvan met het oppervlaktewater. De concentraties zijn dus hoog bij lozingspunten van RWZI’s en vooral bij lozingen van grote RWZI’s op kleine regionale wateren met beperkte doorstroming. Sloten langs akkers ontvangen diergeneesmiddelen die uitspoelen uit de bodem of afspoelen na sterke regenbuien.


Toekomst 

De Nederlandse bevolking wordt steeds ouder en gebruikt steeds meer medicijnen. Deze trend zet zich de komende decennia nog voort. Zonder maatregelen zal dit ook leiden tot hogere concentraties van medicijnen in het milieu. 

Klimaatverandering zorgt voor grotere fluctuaties in rivierwaterafvoeren. Droge jaren met lage rivierwaterstanden kunnen leiden tot hogere concentraties van medicijnresten in oppervlaktewater. Veilige concentraties voor het ecosysteem worden daardoor vaker overschreden. Ook kan het oppervlaktewater in dit scenario dan (tijdelijk) ongeschikt worden voor drinkwaterbereiding. 
Het hoeft niet te betekenen dat de concentraties van medicijnresten alleen maar toenemen in de toekomst. Er zijn ook initiatieven om de uitstoot naar met milieu te verminderen. Deze worden hier genoemd.

Nieuwe initiatieven voor hergebruik van afval, bijvoorbeeld covergisting van dierlijke mest, het recyclen van incontinentiemateriaal, irrigatie met (gezuiverd) afvalwater en hergebruik van zuiveringsslib kunnen de hoeveelheid  medicijnen in het milieu verminderen. 

Diergeneesmiddelen

Diergeneesmiddelen kunnen op verschillende manieren in het milieu terecht komen. De meeste middelen worden gebruikt in de veehouderij. De werkzame stoffen en hun afbraakproducten komen daarna in de mest en urine van de dieren terecht. Via de mest of urine komen ze direct op de bodem terecht (bij weidedieren) of worden ze bij het uitrijden van de drijfmest in de bodem gebracht (bij staldieren). Planten en dieren in en op de bodem komen zo in aanraking met resten van diergeneesmiddelen. Ook geneesmiddelen voor huisdieren kunnen in het water terecht komen. Bijvoorbeeld omdat stoffen van de vacht worden gewassen of als mensen hun handen wassen na toediening van bijvoorbeeld antivlooienmiddelen. 

 

Routes van diergeneesmiddelen naar oppervlaktewater, bodem en grondwater

Routes van diergeneesmiddelen naar oppervlaktewater, bodem en grondwater

 

Hoeveel diergeneesmiddelen komen in het milieu?

Voor dieren zijn er ongeveer 900 actieve stoffen als geneesmiddel toegelaten. In 2017 is circa 480.000 kilo aan actieve stoffen als diergeneesmiddel verkocht (inclusief spijsverteringsbevorderaars, vitamines en mineralen). Iets minder dan 200.000 kilo daarvan is antibiotica. Antibiotica vormen dus een aanzienlijk deel van het verbruik aan diergeneesmiddelen. 
Een deel hiervan zal via de mest de bodem bereiken. Een klein deel daarvan spoelt uit naar het oppervlaktewater of grondwater. Met name in sloten langs akkers komen diergeneesmiddelen terecht die uitspoelen uit de bodem of afspoelen na sterke regenbuien.
Hoeveel dat precies is hangt af van zeer veel factoren (specifiek voor de stof, het doeldier, het lokale milieu) en is hier niet berekend. 

Zijn er diergeneesmiddelen in het Nederlandse milieu?

 

Mest en bodem

Er zijn maar weinig specifieke metingen gedaan naar diergeneesmiddelen. De onderzoeken die wel gedaan zijn laten zien dat van de meeste diergeneesmiddelen de hoogste concentraties in mest zijn aangetroffen. Daarnaast worden ook in de bodem geregeld een aantal stoffen aangetroffen. In grondwater zijn over het algemeen geen of relatief lage concentraties diergeneesmiddelen aangetroffen. Het betreft vooral onderzoek naar antibiotica en in mindere mate antiparasitica.   

Oppervlaktewater

Er zijn weinig onderzoeken die specifiek gekeken hebben naar diergeneesmiddelen in oppervlaktewater. Uit een onderzoek naar antivlooienmiddelen voor huisdieren blijkt dat voor veel stoffen er geen meetgegevens zijn. Sommige stoffen worden (nog) niet door laboratoria gemeten. De stoffen die wel gemeten worden, worden regelmatig aangetoond. 

Uit de beschikbare meetgegevens van waterbeheerders blijkt dat soms ook diergeneesmiddelen zijn gevonden. Bij deze routinematige meetcampagnes zijn diergeneesmiddelen echter lang niet altijd aangetroffen. Dat kan onder andere komen omdat de meetlokatie daarvoor niet relevant is. (bijvoorbeeld kavelsloten). OF er is gemeten op een tijdstip waarop geen uit- of afspoeling verwacht kon worden (zoals na bemesten of na een regenbui). De diergeneesmiddelen die wel zijn gevonden,  worden vaak ook als medicijn voor mensen of als biocide gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn antibiotica zoals sulfamethoxazol of antiparasitica zoals ivermectine, imidacloprid en fipronil.