Baylisascaris procyonis is een worm die leeft in wasberen. Deze parasiet is mogelijk ziekmakend voor mensen. Het RIVM  doet onderzoek naar het voorkomen van deze worm in Nederland. De wasbeer is in Nederland  een geïntroduceerde soort. Inmiddels komt er ook voortplanting van de wasbeer voor in Nederland. Het vermoeden is dat zonder ingrijpen de wasbeer zich over een groot deel van Nederland zal verspreiden. Daarnaast wordt er in Nederland ook nog een onbekend aantal wasberen als huisdier gehouden.

Wat is Baylisascaris procyonis?

Spoelwormen zijn veelvoorkomende en bekende parasieten van zoogdieren. Baylisascaris procyonis (B. procyonis) is een spoelworm die voorkomt bij wasberen. Hij kan echter ook vogels en vele andere zoogdieren, waaronder de mens, infecteren en dan in sommige gevallen leiden tot larva migrans. Het is nog niet bekend hoe vaak Baylisascaris procyonis bij wasberen in Nederland voorkomt. Wel is de spoelworm inmiddels enkele keren vastgesteld bij wilde wasberen uit Nederland.

Ziekteverschijnselen bij mensen

Vergelijkbaar met een infectie met Toxacara canis, de spoelworm bij de hond, zijn waarschijnlijk de meeste infecties met Baylisascaris procyonis bij mensen asymptomatisch.

Hoewel ziekte bij de mens dus niet vaak voorkomt, kan het, als het voorkomt, wel ernstig zijn. De larva migrans die kan ontstaan kan de oorzaak zijn voor ernstige, soms zelfs fatale, neurologische klachten. Ook bijvoorbeeld oogklachten zijn beschreven. Welke klachten zich ontwikkelen hangt waarschijnlijk af van de hoeveelheid eieren die zijn opgenomen (infectiedosis). Jonge kinderen (van 1-4 jaar) lopen een extra risico, omdat zij vaak vreemde voorwerpen/aarde in hun mond stoppen/opeten. In de Verenigde Staten, waar Baylisascaris waarschijnlijk veel vaker voorkomt, zijn in ieder geval 10 fatale gevallen bekend van jonge kinderen met ernstige schade aan het zenuwstelsel.

Ziekteverschijnselen bij dieren

Bij wasberen zelf geeft Baylisascaris procyonis meestal geen verschijnselen, tenzij een wasbeer zoveel wormen heeft dat de dunne darmen gedeeltelijk of geheel verstopt raken. Dit gebeurt vaker in jonge wasberen, omdat jonge wasberen vaak veel wormen in de darmen hebben.

Baylisascaris procyonis wordt soms ook in andere dieren gevonden, bijvoorbeeld honden, eventueel samen met andere wormen, die bij de hond kunnen voorkomen zoals Toxocara canis (spoelworm van de hond). Indien een wasbeer als huisdier wordt gehouden, is het dus van belang ook eventuele andere huisdieren tegelijkertijd te ontwormen met de wasbeer. In vogels en zoogdieren anders dan wasberen, kunnen larvae migrans ontstaan die voor neurologische klachten kunnen zorgen.

Besmetting en preventie

Mensen kunnen zichzelf besmetten als ze eitjes van Baylisascaris procyonis binnenkrijgen, bijvoorbeeld als ze in aanraking komen met de mest van geïnfecteerde wasberen. Mensen kunnen ook worden besmet door eitjes die vastgeplakt zitten aan de vacht en die via de handen en mond worden opgenomen.

Levenscyclus Baylisascaris procyonis

Volwassen Baylisascaris wormen zijn beige/lichtbruin en kunnen 11 cm (mannetjes) tot 22 cm (vrouwtjes) lang worden. De eitjes zijn ellipsvormig, bruin en met het blote oog niet te zien. Vrouwelijke wormen produceren ongeveer 115 000-179 000 eitjes per worm per dag in de dunne darm van wasberen. Dit betekent dat per wasbeer er miljoenen eitjes per dag kunnen worden uitgescheiden met de mest. Jonge wasberen scheiden vaak meer eitjes uit dan volwassen dieren. De eitjes ontwikkelen zich in 2-4 weken (afhankelijk van de temperatuur en de luchvochtigheid) tot een infectieus stadium en kunnen jarenlang infectieus blijven in de omgeving.

Jonge wasberen worden vaak besmet door het opnemen van Baylisascaris eitjes, bijvoorbeeld van hun moeders vacht of van een besmet nest, terwijl oudere wasberen vaak besmet raken door het opnemen van larven in de tussengastheren (meestal knaagdieren). In jonge wasberen ontwikkelen de eitjes zich tot volwassen wormen in 50-76 dagen (=prepatente periode). In wasberen die besmet raken met het larvale stadium, kunnen volwassen, patente wormen ontstaan binnen 32-38 dagen. De eitjes die deze volwassen wormen uitscheiden, kunnen vervolgens weer worden opgenomen door wasberen, direct of indirect, via bijvoorbeeld knaagdieren, waardoor de cyclus weer rond is.
 

 

De levenscyclus van Baylisascaris procyonis

 

De grootste risicogroep voor besmetting met Baylisascaris procyonis zijn jonge kinderen van 1-4 jaar oud, omdat zij de neiging hebben vreemde voorwerpen/aarde in hun mond te stoppen. Voorkomen dat kinderen in aanraking komen met wasberen, hun mest of met aarde die mogelijk besmet is door wasberen, is daarom van groot belang. Algemene hygiëne zoals handen wassen na buitenactiviteiten en voor het eten is belangrijk.

Wasberen die als huisdier worden gehouden, moeten regelmatig worden ontwormd om het risico op besmetting van de omgeving zo laag mogelijk te houden. Ontlasting van wasberen die als huisdier worden gehouden, moet niet met het GFT-afval worden afgevoerd, omdat het dan een risico zou zijn dat de eitjes over een groot gebied worden verspreid.

Hoe vaak komt Baylisascaris procyonis voor?

Wasberen komen in sommige regio’s, bijvoorbeeld Limburg, steeds vaker voor in het wild. In andere regio’s worden ze sporadisch waargenomen, maar dit zijn waarschijnlijk ontsnapte of losgelaten wasberen. Daarnaast is in 2013 een schatting gemaakt dat waarschijnlijk enkele honderden wasberen in Nederland als huisdier worden gehouden. Het is onbekend hoe vaak Baylisascaris procyonis bij deze wasberen voorkomt.

Wasberen komen oorspronkelijk uit Noord- en Centraal-Amerika, waar de prevalentie van Baylisascaris procyonis in sommige endemische gebieden meer dan 80% is. Wilde wasberen (met Baylisascaris procyonis) zijn in het verleden geïntroduceerd in delen van Europa en Azië. In grote gebieden van Europa heeft de wasbeer zich nu gevestigd, bijvoorbeeld in Duitsland, waar er geschat wordt dat er meer dan 100 000 wilde wasberen voorkomen. Uit onderzoek blijkt dat in Duitsland in sommige gebieden tot wel 71% van de wasberen besmet is met Baylisascaris procyonis. De populatie wasberen in Limburg wordt waarschijnlijk gevoed vanuit Duitsland en/of België.

Wasberen gebruiken van nature “latrines” om te defeceren, en op deze verzamelplaatsen is de kans het grootst om besmet te raken met Baylisascaris eitjes. Omdat eitjes lange tijd infectieus blijven, zijn deze latrines belangrijke, langdurige bronnen voor besmetting van zowel wasberen als andere paratenische gastheren (tussengastheren).

Baylisascaris-soorten bij andere dieren

Naast B. procyonis zijn er nog andere Baylisascaris soorten bekend: bij stinkdieren komt B. columnaris voor, bij beren B. transfuga en bij dassen B. melis. Baylisascaris procyonis is een zoönose, van de andere soorten is dit nog onbekend. Uit onderzoek van het RIVM blijkt dat B. columnaris grote genetische overeenkomsten heeft met B. procyonis. Dit zou een potentieel zoönotisch risico kunnen betekenen, omdat in Nederland stinkdieren gevonden zijn die ernstig geïnfecteerd waren met B. columnaris. Ontwormen en een goede hygiëne zijn dus ook bij stinkdieren erg belangrijk.