Go to abstract

Samenvatting

De Europese Commissie stelde onlangs criteria voor op basis waarvan hormoonverstorende stoffen als zodanig kunnen worden geïdentificeerd. De criteria betreffen niet alleen hormoonverstoring bij de mens, maar ook in het milieu. Dit is een stap vooruit, maar het RIVM constateert dat de datavereisten in de huidige wet- en regelgeving hier niet goed op aansluiten. Het pleit voor een slimme teststrategie zodat snel kan worden ingezoomd op de stoffen die het eerst moeten worden aangepakt. Bovendien is een betere afstemming tussen de diverse wettelijke kaders noodzakelijk om het gewenste doel te bereiken. Hormoonverstorende stoffen vormen een bedreiging voor mens en milieu. De huidige, verplichte dossiervereisten zijn erop gericht schadelijke effecten van stoffen te bepalen. Ze zeggen echter meestal weinig over het precieze werkingsmechanisme van de stof en de manier waarop de waargenomen effecten tot stand komen. Deze twee elementen zijn juist nodig om een stof volgens het commissievoorstel als hormoonverstorend te identificeren. Het RIVM verwacht dat dit kennishiaat overheden zal belemmeren om deze stoffen snel te kunnen aanpakken. De Europese commissie stelt ook dat alle beschikbare wetenschappelijke gegevens op een systematische manier moeten worden meegewogen bij het beoordelen van een stof. Volgens het RIVM is het huidige proces van stofbeoordeling daar echter niet op ingericht. Hormoonverstoring is inmiddels als aandachtspunt opgenomen in diverse Europese wettelijke kaders die erop zijn gericht de risico's van chemische stoffen te beperken: REACH, biociden, gewasbeschermingsmiddelen en (dier)geneesmiddelen. Het RIVM constateert dat er verschillen zijn tussen deze kaders. De beperkingen voor het gebruik van een hormoonverstorende stof zijn in het ene beleidskader soms aanmerkelijk strenger dan voor dezelfde stof in een ander kader. Het RIVM pleit nadrukkelijk voor een betere harmonisatie op Europees niveau. De huidige milieurisicobeoordeling en gevaarsindeling van stoffen is vooral gebaseerd op effecten die direct doorwerken op de populaties van organismen in ecosystemen, zoals sterfte, groei en voortplanting van organismen. Studies naar hormoonverstoring meten ook andere effecten, zoals veranderingen in de eiwitten die nodig zijn voor de ontwikkeling van de eidooier in vissen. Bij dit soort effecten is het niet eenvoudig te bepalen of ze de hele populatie bedreigen. Het RIVM vindt echter dat deze bredere effecten ook moeten worden meegewogen bij de beoordeling van stoffen.

Abstract

The European Commission recently proposed the criteria for identifying endocrine disrupting chemicals for both human health and the environment. This is an important step forward, but RIVM points out that the environmental data requirements in the current legislation will not supply enough information for this identification. There is a need for an intelligent testing strategy that allows to focus quickly on the chemicals of concern. Moreover, more harmonization between the various legal frameworks is necessary.

Endocrine disrupting chemicals (EDCs) pose a threat to humans and the environment. Current data requirement in different legal frameworks focus on the adverse effects of chemicals. However, they supply little information on the mechanisms of action of chemicals and on how the observed effects are mediated. These two elements are essential to identify a chemical as an EDC in accordance with the Commission's proposal. RIVM considers that these data gaps will hamper authorities in tackling EDCs. The European Commission also proposes that all available scientific data should be considered in a systematic manner when evaluating a chemical. According to RIVM, however, the current regulatory process of substance evaluation is not suited to do so.

Endocrine disruption has now been recognized as a concern in several European legal frameworks that aim to reduce the risks of chemicals: REACH, biocides, plant protection products, and (veterinary) medicines. RIVM notes that there are differences among these frameworks. Risk management measures for EDCs are more stringent in some legal frameworks compared to others. RIVM therefore seriously calls for a better harmonization of legal frameworks at the European level.

The current environmental risk assessment and hazard classification of chemicals is mainly based on population relevant effects on organisms in ecosystems, such as mortality, growth and reproduction. Studies on endocrine disruption also determine other effects, such as changes in the protein vitellogenin that is essential for the development of yolk sac in fish. Whether such effects threaten the entire population is often not fully clear but RIVM strongly suggests that they should also be considered when evaluating chemicals.

Resterend

Grootte
379KB