Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM stelt voor om de Handreiking waarmee de magneetveldzone bij bovengrondse hoogspanningslijnen wordt berekend, te actualiseren. De huidige Handreiking is in 2009 opgesteld om ervoor te zorgen dat de magneetveldzone steeds op dezelfde manier berekend wordt. De Handreiking beschrijft de berekening voor een afzonderlijke bovengrondse hoogspanningslijn. In andere situaties, bijvoorbeeld bij hoogspanningsverbindingen die zo dicht bij elkaar liggen dat ze elkaars magneetveld beïnvloeden, konden adviesbureaus het RIVM per geval om verduidelijking vragen. Het voorstel is om de Handreiking uit te breiden met rekenvoorschriften voor die situaties waarin twee of meer bovengrondse hoogspanningsverbindingen zich in elkaars nabijheid bevinden. De voorgestelde wijzigingen zijn het resultaat van verkennende berekeningen voor situaties waarin deze beïnvloeding aan de orde is. De uitbreiding is van belang omdat het aantal locaties waar hoogspanningsverbindingen zich dicht bij elkaar bevinden toeneemt. Dat komt omdat nieuwe hoogspanningslijnen met het oog op een goede ruimtelijke ordening zo veel mogelijk met bestaande lijnen worden gebundeld, waardoor twee rijen masten naast elkaar ontstaan. Ook kan het zijn dat de draden van een nieuwe verbinding met de draden van een bestaande lijn op één rij masten worden gecombineerd. Als gevolg van de voorgestelde aanpassingen zullen de adviesbureaus die in staat zijn om een magneetveldzone volgens de huidige Handreiking te berekenen, opnieuw moeten worden beoordeeld. Er zal dan worden getest of zij ook in staat zijn om berekeningen uit te voeren voor de situaties waar sprake is van beïnvloeding. De Handreiking is voortgekomen uit het voorzorgsbeleid voor bovengrondse hoogspanningslijnen uit 2005. Hierin is een magneetveldzone gedefinieerd waarbinnen in nieuwe situaties zo weinig mogelijk woningen, scholen, crèches en kinderopvangplaatsen terecht mogen komen. Aanleiding hiervoor was wetenschappelijk onderzoek dat aangeeft dat kinderen die in de buurt van bovengrondse hoogspanningslijnen wonen een grotere kans hebben om leukemie te krijgen.

Abstract

RIVM proposes to update the Dutch Guideline used to calculate the magnetic field zone near overhead power lines. The present Guideline has been prepared in 2009 to ensure that the magnetic field zones are always calculated in the same way. The Guideline describes the calculation for one separate overhead power line. In other situations, such as power connectors that are so close together that they influence each other's magnetic field, consultants could ask RIVM per case for clarification. The proposal is to expand the Guideline with calculation instructions for those situations where two or more overhead power connectors are in close proximity. The proposed amendments are the result of exploratory calculations for situations in which this influence is relevant.

The expansion is important because the number of locations is increasing where overhead power connectors are close to each other. This is because - to ensure good spatial planning - new power connectors are bundled, resulting in two rows of masts close together. It is also possible that the cables of a new connector are combined with the cables of an existing line resulting in one row of masts.

Due to the proposed changes, the consultants who are able to calculate a magnetic field zone according to the present Guideline should be reassessed. There will then be tested whether they are also able to perform calculations for the situations where mutual influence is relevant.

The Guideline emerged from the precautionary policy to overhead power lines issued in 2005. This policy defines a magnetic field zone within which, in new situations, as few as possible dwellings, schools and crèches are to be situated. The reason for the policy was that scientific research indicates that children who live in the vicinity of overhead power lines are more likely to develop leukaemia.

Resterend

Grootte
2.85MB