Go to abstract

Samenvatting

In 2011 is de Drinkwaterwet in werking getreden. De reikwijdte van deze wet strekt van bron tot kraan en heeft primair als doel de drinkwatervoorziening in Nederland duurzaam veilig te stellen. Volgens de wet is het de verantwoordelijkheid van alle partijen die bij de drinkwatervoorziening zijn betrokken, om de drinkwaterbronnen te beschermen. In juridische termen is het drinkwaterbelang geformuleerd als een 'dwingende reden van zwaarwegend openbaar belang'. Het doel hiervan is het belang om drinkwaterbronnen te beschermen, explicieter te waarborgen. Naar aanleiding van de Drinkwaterwet is door het RIVM en de Universiteit Utrecht geanalyseerd in hoeverre de brede zorgplicht en de kwalificatie van de drinkwatervoorziening als 'dwingende reden van zwaarwegend openbaar belang' in de wetgeving meerwaarde hebben als sprake is van tegenstrijdige belangen die de bescherming van drinkwaterbronnen kunnen beïnvloeden. In de praktijk blijkt het namelijk niet altijd duidelijk te zijn wat de zorgplicht precies inhoudt en wat er van partijen wordt verwacht. De zorgplicht zoals die bij de watertoets wordt toegepast, garandeert bijvoorbeeld niet dat in de belangenafweging daadwerkelijk extra gewicht wordt toegekend aan de drinkwaterfunctie. Jurisprudentie zal moeten uitwijzen hoe de rechter de belangenafweging in een concreet geval aan de norm gaat toetsen. Om het beoogde effect te kunnen realiseren, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo is het van belang dat bij een eventuele rechtszaak niet alleen wordt getoetst of de procedure is doorlopen, maar dat het drinkwaterbelang daadwerkelijk zwaarder weegt dan andere belangen. Hiertoe is het belangrijk dat drinkwaterbedrijven de risico's voor de kwaliteit van hun bronnen concreet maken. Dan kan deze informatie eerst door bestuursorganen en vervolgens bij een eventuele rechtszaak door de rechter in de afweging kan worden meegenomen. Daarnaast is er vanuit de praktijk de behoefte om de taken en verantwoordelijkheden van bestuursorganen en drinkwaterbedrijven voor de bescherming van drinkwaterbronnen duidelijk uit te werken. De analyse is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu (IenM).

Abstract

In 2011 the Dutch Drinking Water Act came into force. This act extends from resource to tap and primarily aims to secure the drinking water supply of the Netherlands. According to the act, all parties involved in the supply of drinking water are responsible for the protection of drinking water resources. In legal terms the importance of drinking water has been formulated as a 'compelling reason of public interest'. The purpose of this formulation is to more explicitly protect drinking water resources.

Following the Drinking Water Act the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) and Utrecht University made a legal analysis of (i) the added value of the shared responsibility for the protection of drinking water resources and (ii) the formulation of this function as a 'compelling reason of public interest' during a conflict of interests. In reality the definition of this responsibility is often unclear for the parties involved. For example, the responsibility as applied in the so-called Water Assessment does not guarantee that the drinking water function is bestowed extra importance when balancing different interests. Case law will have to show how the courts will weigh up these interests in specific situations.

In order to achieve the envisaged effect, a number of conditions have to be met. It is crucial that in a potential lawsuit drinking water interests are of greater importance than other interests. A check if all procedures are followed correctly isn't enough. For this purpose, drinking water companies need to make the risks for the quality of their resources concrete so that this information is available for the decision making process of governing bodies and, in case of a law suit, the courts. Stakeholders have requested a further elaboration of the tasks and responsibilities of the parties involved in the protection of drinking water resources.

The analysis is carried out by order of the Ministry of Infrastructure and the Environment (IenM).

Resterend

Grootte
1.34MB