Go to abstract

Samenvatting

Dit rapport geeft een overzicht van de bemestingspraktijk in 2010 en de waterkwaliteit in 2010 en 2011 op graslandbedrijven in Nederland die meer dierlijke mest mogen gebruiken dan in de EU-Nitraatrichtlijn is aangegeven (derogatie). De gegevens uit dit onderzoek kunnen worden gebruikt om de gevolgen van derogatie voor de waterkwaliteit te bepalen. De waterkwaliteit gemeten in 2010 geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2009, het vierde jaar dat de derogatie in de praktijk werd toegepast. De waterkwaliteit gemeten in 2011 geeft de gevolgen weer van de landbouwpraktijk in 2010. Achtergrond derogatiemeetnet De Europese Nitraatrichtlijn verplicht lidstaten om het gebruik van dierlijke mest te beperken tot een bepaald maximum (de gebruiksnorm dierlijke mest van 170 kg stikstof per hectare). Een lidstaat kan de Europese Commissie vragen om onder voorwaarden van deze beperking af te wijken. Nederland heeft in december 2005 derogatie gekregen om van 2006 t/m 2009 af te mogen wijken van de gestelde norm voor dierlijke mest. Deze derogatie is op 5 februari 2010 verlengd t/m december 2013. Een van de voorwaarden hiervoor is dat de Nederlandse overheid een monitoringnetwerk gericht op derogatie inricht en aan de Commissie jaarlijks rapporteert over de resultaten daarvan. Monitoring van bedrijfsvoering en waterkwaliteit in 2010 Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en LEI Wageningen UR, hebben dit monitoringsnetwerk in 2006 voor Nederland opgezet. Dit zogenoemde derogatiemeetnet meet de gevolgen van de landbouwpraktijk en de waterkwaliteit als landbouwbedrijven afwijken van de Europese gebruiksnorm voor dierlijke mest. Het derogatiemeetnet is een onderdeel van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM). Voor het derogatiemeetnet is in 2010 van 294 graslandbedrijven de bedrijfsvoering gemonitord en van 290 bedrijven de waterkwaliteit. Het meetnet omvat 300 graslandbedrijven. Dat er minder dan 300 bedrijven zijn gerapporteerd komt doordat sommige bedrijven toch geen derogatie toepasten of toegekend kregen of niet langer deelnamen vanwege bedrijfsbeƫindiging.

Abstract

This report provides an overview of fertilisation practices in 2010 and of water quality in 2010 and 2011 on grassland farms that are allowed to use more animal manure than the limit set in the European Nitrates Directive (derogation). Data from this research can be used to evaluate the consequences of derogation for the water quality. The water quality values measured in 2010 reflect agricultural practices in 2009, which was the fourth year in which the derogation was applied. The water quality values measured in 2011 reflect the consequences of agricultural practices in 2010. Background derogation monitoring network The European Nitrates Directive obliges Member States to limit the use of animal manure to a specified maximum (the application standard for animal manure of 170 Kg N per hectare). A Member State may request permission from the European Commission to deviate from this obligation under specific conditions. In December 2005, the Commission granted the Netherlands the right to derogate from the obligation from 2006 to 2009. On 5 February 2010, this derogation was extended to December 2013. One of the underlying conditions of the derogation is that the Dutch government establishes a monitoring network focused on derogation farms and reports the results each year to the European Commission. Monitoring agricultural practice and water quality in 2010 In 2006, the National Institute for Public Health and the Environment (RIVM) and the Agricultural Economics Research Institute (LEI Wageningen UR), set up this derogation monitoring network for the Netherlands. This network measures the effects on agricultural practice and water quality when farmers are allowed to deviate from the European application standard for livestock manure. The derogation monitoring network is part of the Minerals Policy Monitoring Programme (LMM). In 2010 the agricultural practice was measured on 294 grassland farms and the water quality on 290 grassland farms. The monitoring network covers 300 farms. However, fewer than 300 farms are reported: some farms could not continue in the monitoring network, and, in retrospect, not all farms applied for derogation or were awarded it.

Resterend

Grootte
2.38MB