Go to abstract

Samenvatting

Het RIVM doet in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu een voorstel om de stoffenlijst bij de Regeling monitoring kaderrichtlijn water te actualiseren. In deze Regeling staat aangegeven aan welke kwaliteitseisen oppervlaktewater moet voldoen voor de stoffen die voor Nederland relevant zijn, de zogenoemde specifieke verontreinigende stoffen. In de huidige lijst staan ruim 160 stoffen en stofgroepen. Ruim 70 daarvan zijn in de afgelopen jaren niet of slechts een enkele keer aangetroffen; of de gemeten gehalten zijn dusdanig laag dat ze geen risico voor de mens en het ecosysteem opleveren en dus voldoen aan de doelstellingen van het Nederlandse stoffenbeleid. Het voorstel is om deze stoffen uit de Regeling te halen. Hierdoor ontstaat ruimte om de aandacht te richten op andere stoffen die in de toekomst mogelijk een risico vormen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater. Nieuwe stoffen Behalve de evaluatie van de huidige stoffenlijst wordt daarom een voorstel gedaan voor een lijst van dergelijke andere stoffen. Daarbij is gelet op de mogelijke risico's voor de drinkwaterbereiding en op effecten op waterorganismen. Het doel van deze 'Nederlandse watchlist' is verder onderzoek naar deze stoffen te stimuleren. Concreet wordt voor vijf stoffen van deze lijst (amidotrizoïnezuur, carbamazepine, metformine, metoprolol en diisopropylether) geadviseerd om ze in de komende periode uitgebreider te gaan meten in regionale wateren en voorlopige risicogrenzen af te leiden. Deze stoffen zijn aangetroffen in het water in concentraties die mogelijk een risico vormen. Betere analysetechnieken nodig Voor een aantal stoffen, voornamelijk gewasbeschermingsmiddelen, blijkt dat de laagste gehalten die in water kunnen worden aangetoond, hoger zijn dan de norm. Dit betekent dat niet met zekerheid kan worden vastgesteld of aan de normen wordt voldaan. Aanbevolen wordt de analysetechnieken te verbeteren om dit wel mogelijk te maken.

Abstract

RIVM proposes to update the list of specific pollutants that is included in the Dutch decree on water quality objectives in the context of the Water Framework Directive (WFD). The current list contains over 160 entries. Monitoring data show that during the past years more than 70 of these were not detected or were only found once; other compounds were detected in concentrations at which the risks for humans and the ecosystem are negligible, and meet the longterm goals of the Dutch policy on substances. It is proposed to remove those compounds from the list, which gives the opportunity to focus on other compounds that may form a potential risk for surface water quality.

Emerging substances
A proposal is made for a Dutch watchlist of compounds that may raise concerns for water quality, related to drinking water production or ecosystem health. The aim of this watchlist is to encourage research into these compounds. For five compounds, amidotrizoic acid, carbamazepine, metformin, metoprolol and diisopropylether, it is advised to expand monitoring to regional waters, and to derive preliminary quality standards. These compounds have been detected at concentration levels that might pose a risk for the production of drinking water and/or ecosystem health.

Improved analytical techniques needed
For a number of compounds, among which many plant protection products, detection limits are higher than the water quality standards. As a result, it cannot be judged whether the standards are met. It is recommended to improve analytical techniques.

Resterend

Grootte
713KB