Go to abstract

Samenvatting

Doel: Beschrijving van kinkhoestincidentie in 1997 en 1998 na de epidemie in 1996. Methoden: Surveillance gegevens op basis van aangiften, serodiagnostiek, Bordetella isolaten en nationale registraties van ziekenhuisopnamen en sterfte werden geanalyseerd voor 1997 en 1998 en vergeleken met 1989-1996. Resultaten: De incidentie van kinkhoest daalde in 1997 en 1998 in vergelijking met 1996 maar was nog verhoogd ten opzichte van de gemiddelde incidentie in 1989-1995. De incidentie geschat op basis van aangiften was in 1989-1995 2,3, in 1996 27,3, in 1997 17,2 en in 1998 16,0 per 100.000. De incidentie op basis van een- en tweepuntsserologie was in de periode van 1989-1995 8,2 vs. 2,1, in 1996 50,7 vs. 12,2 , in 1997 26.4 vs. 5.9 and in 1998 20.7 vs. 3.0 per 100.000. Het aantal ziekenhuisopnamen in 1997 (2.8 per 100.000) was hoger dan in 1998 (1.8 per 100.000) maar lager dan in 1996 (3.3 per 100.000). Zowel in 1996 als 1997 zijn 2 ongevaccineerde zuigelingen overleden ten gevolge van kinkhoest. In 1998 is 1 zuigeling overleden. De piek-incidentie in 1997 en 1998 kwam voor onder 4- tot 5- jarigen en was vergelijkbaar met 1996. Conclusie: De incidentie daalde in 1997 en 1998 in vergelijking met 1996 maar was hoger dan de gemiddelde incidentie in 1989-1995. Hoewel er sprake was van een toegenomen aangiftediscipline en vooral van een toegenomen aangifte op basis van positieve eenpuntsserologie als gevolg van o.a. een verandering van de case-definitie in april 1997, kon dit de verhoogde incidentie niet geheel verklaren. Surveillance op basis van ziekenhuisopnamen is minder gevoelig voor artefacten maar reflecteert alleen ernstige kinkhoest. Continuering van kinkhoest op basis van verschillende surveillancebronnen is nodig om de incidentie en het effect van veranderingen van vaccinatiestrategie6n te bestuderen.

Abstract

Objective: Description of the incidence of Pertussis in 1997 and 1998 after the outbreak in 1996. Methods: Surveillance data based on notifications, serodiagnostics, isolations of Bordetella and national registration of hospital admissions were analysed for 1997 and 1998, and compared to 1989-1996. Results: The incidence of Pertussis declined in 1997 and further declined in 1998 compared to 1996, but levels remained higher compared to 1989-1995. The incidence based on notifications in 1989-1995 was 2.3 per 100,000, while this was 27.3 in 1996, 17.2 in 1997, and 16.0 in 1998. In the period 1989-1995, the annual incidence of cases with positive one-point and two-point serology was 8.2 vs. 2.1 per 100,000, compared to 50.7 vs. 12.2 in 1996, 26.4 vs. 5.9 in 1997 and 20.7 vs. 3.0 in 1998. The number of hospital admissions in 1997 (2.8 per 100,000) was higher compared to 1998 (1.8 per 100,000) but lower than in 1996 (3.3 per 100,000). Two fatal cases of unvaccinated babies less than 3 months of age were reported for both 1996 and 1997 and one for 1998. The peak incidence in 1997 and 1998 was comparable with 1996 and observed among 4 to 5-year-old children. Conclusions: The incidence declined in 1997 and 1998 compared to 1996, but remained higher compared to 1989-1995. Although the notification rate increased and the proportion of notifications based on positive one-point serology increased (partly due to a change of case definition in April 1997), this could not totally explain the observed higher incidence of Pertussis. Surveillance based on hospital admission is less sensitive to artefacts but reflects only severe Pertussis. Surveillance should be continued on the basis of various surveillance sources for monitoring the incidence and studying the effect of changes in vaccination strategies.

Resterend

Grootte
2.86MB