Go to abstract

Samenvatting

Een van de uitgangspunten van het bodembeschermingsbeleid is het handhaven van de streefwaarde als maat voor duurzame bodemkwaliteit. Om een bodembelastingsmaat vast te stellen waarbij ook op lange termijn de streefwaarden niet worden overschreden is het begrip kritische bodembelasting ge-introduceerd. Op basis hiervan kunnen emissiereductiedoelstellingen worden berekend en prioriteiten gesteld worden voor de aanpak van verschillende bronnen van bodembelasting. De gevolgde methode is in een eerste rapportage "Kritische bodembelasting voor prioritaire stoffen ; afleiding en toepassing. Deel 1" uitgewerkt. In deel 2 zijn voor verschillende bron/stof combinaties emissiereductiepercentages berekend. Hiertoe is een selectie gemaakt van belangrijke bron/stof combinaties. Voor de onderzochte bron-stof combinaties zijn een aantal groepen te onderscheiden naar de mate waarin de interventiewaarde en de kritische bodembelasting overschreden worden in een periode van 100 jaar. Vooral de eerste en tweede groep situaties behoeven vanuit beleidsoogpunt aandacht. Voor de eerste groep situaties worden binnen 100 jaar de streefwaarden vrijwel zeker en mogelijk de interventiewaarden overschreden en zijn op basis van de kritische bodembelasting emissiereductiepercentages berekend van meer dan 90%. Binnen deze groep vallen: corrosie van zink ; lood langs autosnelwegen ; koper langs spoorwegen en ; de combinatie van corrosie van vangrails en autosnelwegen (Zn). Voor de tweede groep situaties wordt binnen 100 jaar een overschrijding van de streefwaarde verwacht en is een emissiereductiepercentage berekend van minimaal 10% (bij de minst sterke sorptie). Dit geldt voor de belasting door: atmosferische depositie van kwik en 1,1,1-trichloorethaan ; koper en kwik via meststoffen ; lood door baggerspecie ; uitloging van fenantreen en koper uit hout ; zink en fenantreen langs autosnelwegen ; en voor de gecombineerde situatie van meststoffen en baggerspecie (Cu, Zn, Hg, Pb). De gehanteerde methode kan een basis voor het bodembeschermingsbeleid vormen en de omvang van problemen inzichtelijk maken. Om tot een werkelijke reductie van de belasting te kunnen komen is het noodzakelijk voor bronnen met een bepaalde prioriteit de belastinggegevens te differentieren om de inzichtelijkheid te vergroten.

Abstract

To support the policy on preventive soil protection a measure to assess the emission to soil has been derived for sustaining soil quality on the basis of target values. This measure can be used to compare different sources of potential soil pollution and to derive directives for emission reduction. The study from which this measure is forthcoming is reported in two parts: Part 1 (report no. 715810015) is devoted to deriving a critical load for the unsaturated top layer of the soil and in part 2 (this report) the critical load is applied to the various combinations of soil, land use and emission sources. Emission reduction percentages were calculated for several combinations of sources and substances. It was concluded that a distinction could be made among a number of combinations as to levels of the critical load and target value exceedance in a 100 year period. Up to 90% emission reduction was calculated for the corrosion of zinc and lead along motorways, copper along railways and zinc in the combination of corrosion of guard-rails and motorways. In a 100-year period target values will certainly be exceeded and intervention values possibly. The method presented could form the base for soil protection policy insight into the extent of problems and for setting priorities. To define emission reduction with respect to priority combinations of sources and substances, further differentiation of specific loads and the loaded surface will be necessary.

Resterend

Grootte
0MB