Go to abstract

Samenvatting

Onlangs zijn voor een groot aantal stoffen de nieuwe interventiewaarden bodemsanering van kracht geworden. In dit rapport worden voorstellen gedaan voor humaan-toxicologisch en ecotoxicologisch onderbouwde interventiewaarden voor een 15-tal nog niet eerder in dit kader beoordeelde stoffen. Voor al deze stoffen is een humaantoxicologische ernstige bodemverontreinigingsconcentratie berekend met behulp van het computermodel CSOIL en het humaan-toxicolologisch maximaal toelaatbaar risico. De ecotoxicologische ernstige bodemverontreinigingsconcentratie is bepaald met behulp van de methode van Denneman en Van Gestel (1990, 1991), welke herzien is door Crommentuijn et al. (1994). De voorgestelde interventiewaarden komen tot stand door integratie van de ecotoxicologische en de humaan-toxicologisch ernstige bodemverontreinigingsconcentratie. De ecotoxicologisch ernstige bodemverontreinigingsconcentraties en humaan-toxicologisch maximaal toelaatbare risico's in dit rapport zijn in detail beschreven in respectievelijk rapport 715810008 en 715810009. De voorstellen zijn tot stand gekomen volgens de methoden die bij de eerste set van stoffen zijn gebruikt en in een aantal rapporten zijn vastgelegd. Afhankelijk van de gevoeligheid en betrouwbaarheid van de inputparameters is meer of minder inspanning geleverd om betrouwbare inputparameterwaarden te verkrijgen. Er worden voorstellen gedaan voor interventiewaarden bodem- en grondwatersanering voor zilver, ethyleenglycol, diethyleenglycol, acrylonitril, formaldehyde, methanol, 1-butanol, butylacetaat, methyl tert-butyl ether, 1,1-dichlooroethaan, 1,1,1-trichloorethaan, cis- & trans-1,2-dichlooretheen en een mengsel van aromatische oplosmiddelen dat hoge concentraties aan C3 en C4 alkylbenzenen bevat. Voor dodecylbenzeen is een risicoevaluatie uitgevoerd maar er is geen voorstel voor een interventiewaarde gedaan, bij gebrek aan een ecotoxicologisch ernstige bodem verontreinigingsconcentratie en aan betrouwbare fysisch-chemische gegevens.

Abstract

Recently implemented have been the thoroughly revised intervention values for soil clean-up. In this report, proposals will be presented for intervention values for 15 additional compounds on the basis of an ecotoxicological and a human-toxicological evaluation. For all compounds the human-toxicological serious soil contamination concentration was calculated using the CSOIL model and the human-toxicological maximum permissible risk levels. The ecotoxicological serious soil contamination concentration was determined by the methodology of Denneman and Van Gestel (1990, 1991), updated by Crommentuijn et al. (1994). Proposals for intervention values are determined by means of integrating the ecotoxicological and the human-toxicological serious soil contamination concentrations. The ecotoxicological serious soil contamination concentrations and the Maximum Permissible Risk levels in this report have been described in detail in report nos. 715810008 and 715810009, respectively. The proposals for the intervention values are derived according to the procedures described for the first and second series of compounds in a number of previous reports. Depending on sensitivity and reliability of the input parameters, various efforts have been made to obtain reliable input parameter values. In this report, intervention values for soil and groundwater are proposed for silver, ethylene glycol, diethylene glycol, acrylonitrile, formaldehyde, methanol, 1-butanol, butylacetate, methyl tert-butyl ether, 1,1-dichloroethane, 1,1,1-trichloroethane, cis- & trans-1,2-dichloroethene and a mixture of aromatic solvents (containing high concentrations of C3 en C4 alkyl benzenes). For dodecylbenzene a risk evaluation is executed but no intervention value is proposed because of lack of an ecotoxicological serious soil contamination concentration and reliable physicochemical data.

Resterend

Grootte
3.25MB