Go to abstract

Samenvatting

Van een 25-tal grondwaterkwaliteitsvariabelen werden landsdekkende statistische kaartbeelden gegenereerd, waarin schattingen van ruitmediane waarden van 4 km x 4 km-ruiten werden weergegeven. De schattingen werden weergegeven in de vorm van 95% betrouwbaarheidsintervallen, die in de hoofdkaarten (de zwart/wit-kaarten 1 t/m 25) telkens in 4 afzonderlijke kaartbeelden werden gerelateerd aan 4 verschillende, veelal aan normstelling ontleende niveaus. De kaartbeelden zijn gebaseerd op waarnemingen uit een 400-tal voor dit doel representatief geachte meetpunten: 252 van het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit en 173 van de Provinciale Meetnetten. Aan de basis van de schattingsprocedure vond een categorieindeling naar landgebruik en bodemtype plaats, gebruik makend van geautomatiseerde landsdekkende beelden dienaangaande. De meetnetinformatie werd uiteindelijk per categorie landgebruik/bodemtype ruimtelijk geinterpoleerd, waarbij (per categorie) rekening werd gehouden met ruimtelijke samenhang in variatie en regionale verschillen in niveau. De op basis van bodemkundige kennis ingegeven stratificatie naar landgebruik en bodemtype is essentieel gebleken: het niet of slechts partieel uitvoeren van de betreffende stratificatie leidt tot wezenlijk afwijkende kaartbeelden. De effecten van meetnetdichtheid zijn onderzocht door eveneens kaartbeelden te genereren op basis van de meetpuntenverzameling van het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit alleen. Daarbij blijkt dat de toevoeging van de informatie uit de Provinciale Meetnetten in wezenlijke aanpassingen van het landelijke beeld heeft geresulteerd. De aanpassingen zijn in belangrijke mate toe te schrijven aan de toegenomen informatie aangaande korte-afstand-variatie en de toegenomen hoeveelheid locatiespecifieke informatie. Beleidsmatig kunnen de kaarten (a) rechtstreeks worden benut enerzijds in relatie tot de meer diffuse vormen van grondwaterverontreiniging, anderzijds voor het verkrijgen van een ruimtelijk gedifferentieerd beeld van achtergrondwaarden waartegen strikt locatiespecifieke verontreinigingssituaties kunnen worden beoordeeld ; (b) meer indirect worden benut als invoer- en toetsingsmateriaal voor de de beleidsonderbouwing ten dienste staande regionale en landelijke modellen voor grondwaterkwaliteitsontwikkeling. De kaarten kunnen worden gezien als een vertaling van de uit de meetnetten afkomstige puntinformatie naar een ruimtelijk schaalniveau waarop bijvoorbeeld gangbare regionale modellering aansluit. Meetnetoptimalisatie kan efficient en locatiespecifiek worden gericht op aspecten van het gegenereerde landelijke beeld. In het algemeen kan worden gesteld, dat de gepresenteerde kaarten weinig aanleiding geven tot meetnetreductie (brede betrouwbaarheidsintervallen). Wiskundige aspecten werden tot elementaire eenvoud beperkt.

Abstract

naps of 25 groundwater quality variables are constructed by estimating 4 km x 4 km block median concentrations. Estimates are presented as 95% confidence intervals related to 4 concentration levels mostly obtained from critical levels for human consumption. All maps are based on 425 measurements from national and provincial groundwater quality monitoring networks. The estimation procedure is based on a stratification using soil type and land use. Measurements were interpolated within each category. Regional level differences and spatial dependence between measurements were taken into account. Stratification turned out to be essential: no or partial stratification (using either soil type or land use) resulted in essentially different maps. The effect of monitoring network density was investigated by leaving out the 173 measurements of the provincial monitoring networks. Important changes in resulting maps are assigned to loss of information on short distance variation, as well as loss of location specific information. From a policy point of view the maps can be used either for quantifying diffuse groundwater contaminations and location specific background concentrations (in order to assist local contamination assessment), or for input and validation of policy supporting regional or national groundwater quality models. The maps can be considered to be a translation from the point measurement scale into the spatial scale of regional groundwater modelling. The maps enable location specific network optimization. In general, the maps give little reason for reduction of the monitoring network density (wide confidence intervals).

Resterend

Grootte
0MB