In de stuwadoorstudie 1994 wordt een ongevalsfrequentie aangenomen van 1.0 10-6 per IMDG vervoer over de zee (vervoer over de zee) geklasseerde container die behandeld wordt door een stuwadoor. Deze frequentie betreft een ongeval met een relevante uitstroming van meer dan 220 l gedurende 30 s (boxcontainer met vaten vloeistof) of 1 l/s gedurende 1800 s (tankcontainer met vloeistof). In dit hoofdstuk wordt beoordeeld of deze frequentie kan worden gehandhaafd gelet op de incidenten die hebben plaatsgevonden met deze containers in de Rijnmond gedurende de periode 1997 t/m 2006.