In deze nieuwe rubriek Uit de academische werkplaatsen stelt als eerste de academische werkplaats AMPHI zich voor. AMPHI staat voor Academic Public Health Initiative en is een samenwerkingsverband tussen meerdere GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en, gemeenten en de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc Radboud University Medical Centre (Radboud University Medical Centre). We doen praktijk- en beleidgericht onderzoek op het gebied van infectieziektebestrijding en integraal gezondheidbeleid. In dit artikel zetten we voor het werkveld infectieziektebestrijding van AMPHI het doel, onze werkwijze en de onderzoeksthema’s uiteen. (http://www.academischewerkplaatsamphi.nl).

ib januari 2016

Auteurs: J Hautvast, A Tostmann, K van der Velden

Infectieziekten Bulletin, jaargang 27, nummer 11, januari 2016

Doelstelling

AMPHI wil praktijk, beleid en wetenschap op het gebied van de infectieziektebestrijding in de provincies Gelderland, Noord Brabant, Overijssel en Utrecht blijvend bij elkaar brengen, en daarmee bijdragen aan de academisering van dit werkveld. Vragen uit praktijk en beleid van infectieziektebestrijding staan hierbij centraal. We zorgen voor een gezamenlijke kennisinfrastructuur, waarbinnen onderzoeks- en onderwijsprogramma’s ontwikkeld, uitgevoerd en geconsolideerd worden. Deze academisering draagt bij aan het verhogen van de kwaliteit van het werk van de deelnemende GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en op de gebied van infectieziektebestrijding.


 


Werkwijze

Infrastructuur

De Academische Werkplaats AMPHI Infectieziekten is in 2006 gestart met 3 GGD’en en is sinds 2015 een samenwerking tussen de 9 GGD’en uit Gelderland, Overijssel, Brabant en Utrecht, en het Radboudumc Radboud University Medical Centre (Radboud University Medical Centre). AMPHI is gevestigd bij de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc. Daar werken de projectleider en projectcoördinator aan de ontwikkeling en aansturing van onderzoeks- en onderwijsactiviteiten. Onderzoekers die bij AMPHI in dienst zijn worden aangesteld bij de afdeling Eerstelijnsgeneeskunde. Tweemaal per jaar overlegt de projectgroep Infectieziekten over de kwaliteit en de inhoud van de onderzoekslijnen van AMPHI. Deze projectgroep bestaat uit inhoudelijke vertegenwoordigers (zoals artsen infectieziektebestrijding) van alle deelnemende GGD’en. De stuurgroep, die bestaat uit directeuren van de GGD’en, ziet toe op voortgang van de onderzoeks- en onderwijsactiviteiten en draagt mede zorg voor de borging van de infrastructuur.

Samenwerking

AMPHI werkt nauw samen met andere afdelingen binnen het Radboudumc. Daarnaast werkt AMPHI voor verschillende onderzoeksprojecten samen met organisaties, waaronder academische werkplaatsen, het Centrum voor Infectieziektebestrijding  van het RIVM, Regionaal Arts Consultenten Infectieziektebestrijding, het Brabants Kennisnetwerk Zoönosen, de Stichting Q-support, Q-uestion, en de Nederlandse Patiënten Vereniging.

 

Peter Schrooders, Arts Infectieziektebestrijding (aios), GGD Noord- en Oost-Gelderland
 

Waar gaat jouw onderzoek over?

Koppelen van vrijwillige screening op hepatitis B en C aan de verplichte tuberculosescreening voor immigranten in Nederland. De meeste meldingen van hepatitis B worden gezien onder immigranten. Voor hepatitis C wordt dit geschat op 50%. Er is in Nederland geen systematische hepatitis B- en C- screening van immigranten.

Waarom ben je een onderzoek gaan doen?

Toen ik bij de GGD Noord- en Oost-Gelderland kwam werken heb ik dit onderzoek overgenomen van mijn voorganger. Aangezien ik vele jaren in een TBC Tuberculose (Tuberculose)- en hepatitis B-endemisch land heb gewerkt, sprak dit onderwerp mij zeer aan. Onderzoek doen vind ik horen bij het werk als GGD-arts. Immers, maatregelen implementeren kun je alleen door eerst de feiten boven tafel te krijgen door onderzoek te doen.

Wat vind je de leuke en de moeilijke kanten van het onderzoek doen?

Op een gegeven moment is er interessante informatie te lezen uit de data die je zelf verzameld hebt! Om hier met een team aan te werken is hartstikke leuk. Onderzoek doen is team effort; en daar houd ik van. Het moeilijkst vind ik om alles vanaf het begin waterdicht te hebben staan. Ook al lijkt je protocol nog zo goed, toch kom je hier en daar problemen tegen en moet je de zaak weer bijstellen.

Op welke manier krijg je ondersteuning van AMPHI, en wat brengt dat jou?

AMPHI geeft prima ondersteuning in het op een wetenschappelijke manier opzetten van het onderzoek, bij het uitwerken van de data en het komen tot een conclusie. Daardoor voel ik mij veel vertrouwder in het verwerken en presenteren van het onderzoek.

Kader 1 Onderzoeker aan het woord. Personlijke ervaring van GGD-arts die onderzoek doet in samenwerking met AMPHI


Begeleiding onderzoek

AMPHI begeleidt onderzoekers op de GGD door hen te ondersteunen bij de aanvraag, opzet, uitvoering en publicatie van hun onderzoek (zie kaders 1 en 2). Deze onderzoeken kunnen deel uitmaken van een promotietraject, de tweede fase Arts Maatschappij & Gezondheid opleiding, een onderzoek vanuit het RIVM-project regionale infectieziektebestrijding, of studentenstages die op een GGD worden uitgevoerd. Daarnaast geeft AMPHI bijscholing over onderzoekstechnieken door telefonische nascholingen (Tele-ARENA; zie ander artikel in dit Infectieziekten Bulletin).

 

 

Karlijn Kampman, Arts M&G maatschappij&gezondheid (maatschappij&gezondheid), profiel infectieziekte-bestrijding, GGD Twente

Waar gaat jouw onderzoek over?

Over jongeren bij wie tijdens onderzoek op een GGD in Regio Oost of ZeeBra een genitale Chlamydia-infectie werd geconstateerd. Deze jongeren hebben we gevraagd een half jaar later weer terug te komen voor een hertest. Om ze te herinneren aan het maken van een afspraak voor die hertest hebben we 2 keer een SMS-je gestuurd. Uiteindelijk is 33% van de deelnemende 828 jongeren teruggekomen voor een hertest, 20% had bij hertest weer opnieuw een Chlamydia-infectie.

Waarom ben je een onderzoek gaan doen?

Nou, eigenlijk omdat het moest in het kader van mijn opleiding tot arts Maatschappij&Gezondheid. Ik zag er heel erg tegen op, want ik voel me niet zo bekwaam in het doen van onderzoek. Maar het is me heel erg mee gevallen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat ik het leuk ben gaan vinden!

Wat vind je de leuke en wat de moeilijke kanten van het onderzoek doen?

Leuke kanten vind ik dat dit onderzoek bijdraagt aan het verbeteren van de praktijk. Ook vind ik het leuk dat ik heb geleerd hoe je onderzoek doet. Ik heb echt het gevoel dat ik een nieuwe tool heb gekregen voor in mijn gereedschapskistje. Het is soms lastig om dat doel voor ogen te houden. Mijn geduld is meerdere malen op de proef gesteld tijdens de analysefase waarin de berekeningen een aantal keer overnieuw moesten worden gedaan vanwege kleine foutjes die we ontdekten. Ook het schrijven van het artikel kost geduld, met name in het verwerken van de commentaren. Maar eigenlijk heb ik daar ook alleen maar van geleerd en is mijn artikel alleen maar beter geworden.

Op welke manier krijg je ondersteuning van AMPHI, en wat brengt dat jou?

AMPHI is een kritische meedenker, meelezer en bedenker. Daarnaast heeft AMPHI veel expertise waar ik dankbaar gebruik van heb gemaakt. Ook hielp het me bij de motivatie om toch door te gaan bij kleine tegenvallers. Het is belangrijk dat je je gesteund voelt op alle vlakken en dat je het niet alleen doet.

Kader 2 Onderzoeker aan het woord. Persoonlijke ervaring van GGD-arts die onderzoek doet in samenwerking met AMPHI


Kennis verspreiden

Over de uitvoering en de uitkomsten van onderzoek wordt op verschillende manieren gecommuniceerd: publicaties in (peer-reviewed) internationale en Nederlandse tijdschriften, presentaties of posters op nationale (bijvoorbeeld de jaarlijkse Transmissiedag) en internationale congressen (bijvoorbeeld de ESCAIDE), refereerbijeenkomsten (de AMPHI-ARENA) en de AMPHI- nieuwsbrief en -website. Daarnaast is ons doel zorg te dragen voor het implementeren van de opgedane kennis. Zo promoveerde Helma Ruijs, binnen AMPHI op onderzoek naar de vaccinatiebereidheid in de bevindelijke gereformeerde gemeente. Naar aanleiding hiervan werden 2 brochures gemaakt voor jeugd-gezondheidszorgmedewerkers en de bevindelijk gereformeerde doelgroep, waarin de overwegingen om al dan niet vaccinatie te accepteren op een rij worden gezet en toegelicht worden. (1) Ook zijn de binnen AMPHI ontwikkelde kwaliteitsindicatoren, om de kwaliteit van de bestrijding van een infectieziektecrisis te meten, opgenomen in de draaiboeken van de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)) van het RIVM. (2)

Onderwijs

AMPHI draagt bij aan het onderwijs over preventie, transmissie en epidemiologie voor studenten Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen van de Radboud Universiteit. Het onderwijs wordt (mede) verzorgd door gastdocenten van de betrokken GGD’en die voor het onderwijs putten uit hun vakinhoudelijke kennis en ervaring.

Onderzoek

Tot nog toe heeft AMPHI zich gefocust op de volgende hoofdthema’s van onderzoek: vaccinatie-acceptatie en zoönosen. Binnen beide thema’s zijn diverse grote en kleinere onderzoeken uitgevoerd (zie kader 3). Ook zijn
er binnen AMPHI 2 promotieonderzoeken afgerond: door Dr. Helma Ruijs [2012]en  Dr. Joris van Loenhout [2015]) en lopen dit moment 4 promotieonderzoeken. Daarnaast heeft een breed scala aan onderwerpen de aandacht, zoals seksuele gezondheid, hepatitis B-vaccinatie, kwaliteit van infectieziektebestrijding, en hygiëne bij kwetsbare groepen.

 

 

Afgeronde en lopende onderzoeken – een selectie:

(Promotie)onderzoeken

  • Acceptance of vaccination among orthodox protestant groups in the Netherlands. Door Helma Ruijs, GGD Gelderland-Zuid. (1,2)
  • Prikki: Preventie van kinkhoest bij zuigelingen. Door Olga Visser, GGD regio Utrecht. (3)
  • Determinanten voor acceptatiebereidheid onder studenten van een BMR bof, mazelen,rodehond (bof, mazelen,rodehond) booster vaccinatie tijdens een bofuitbraak. Door Hanneke Donkers, voorheen GGD Brabant Zuidoost. (4)
  • Long term health status of Q Fever patients: the Dutch experience. Proefschrift, 2015. Door Joris van Loenhout, voorheen VGGM. (5,6)
  • Q-fever, screening for chronic Q-fever and assessing the health status after infection. Door Gabriella Morroy, GGD Hart voor Brabant. (7,8)
  • ImpaQt: arbeidsstatus en psychosociaal functioneren van patiënten met Chronische Q-koorts of het Q-koortsvermoeidheidssyndroom. Door Daphne Reukers, Radboudumc.
  • MRSA Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus)-dragerschap onder huisartspatiënten: cross-sectionele prevalentiestudie in een gebied met hoge dichtheid veeteelt langs Nederlands-Duitse grens. Door Helen Aangenend, GGD Gelderland-Zuid.
  • RESPONS: Revaccinatie hepatitis B prospectief onderzoek bij non-responders. Door Stijn Raven, GGD West-Brabant.
  • Kwaliteitsindicatoren voor een goede uitbraakrespons. Door Evelien Belfroid, CIb Centre for Infectious Disease Control (Centre for Infectious Disease Control)-LCI. (9)

RIVM- regioprojecten

  • Kenmerken van het handenwasgedrag bij bezoekers van kinderboerderijen. Door Judith Klomp, voorheen GGD Noordoost Gelderland.10
  • Landelijke diergegevens, wat kan de GGD ermee? Door Helen Aangenend, GGD Gelderland-Zuid.11
  • Vlekjes op een kinderdagverblijf. Door Maaike Bosschart, VGGM.
  • Screening voor hepatitis B en C voor immigranten koppelen aan TB tuberculose (tuberculose)-screening. Door Peter Schrooders, GGD Noordoost Gelderland.

Andere onderzoeken door GGD-medewerkers

  • Chlamydia-hertestonderzoek: de respons op een reminder SMS-bericht, en de herinfectierates onder jonge SOA-
    kliniekbezoekers. Door Karlijn Kampman, GGD Twente.
  • Niet-meldingsplichtige zoönosen: (toch) melden aan de GGD? Door Danielle van Oudheusden, GGD Brabant Zuidoost.
  • Vindpercentage van SOA’s van Duitse prostituanten vergeleken met Nederlandse prostituanten. Door René Koene, GGD Gelderland-Zuid.

Publicaties

  1. Ruijs WLM, Hautvast JLA, van Ansem WJ, Akkermans RP Responsible Person (Responsible Person), van ’t Spijker K, Hulscher MEJL, van der Velden K. Measuring vaccination coverage in a hard to reach minority. Eur J Public Health 2012;22:359-364.
  2. Ruijs WLM, Hautvast JLA, van IJzendoorn G, van Ansem WJC, van der Velden K, Hulscher MEJL. How orthodox Protestant parents decide on the vaccination of their children: a qualitative study. BMC Public Health 2012;12:408.
  3. Visser O, Hautvast JLA, Kamp L, van der Velden J, Hulscher MEJL. Cocooning ter preventie van kinkhoest: een haalbare strategie in Nederland? Infectieziekten Bulletin 2012, 8: 243-245.
  4. Donkers HW, Hautvast JLA, Akkermans RP, Swaan CM, Ruijs WLM, Hulscher MEJL. Determinants of students’ willingness to accept a measles-mumps-rubella booster vaccination during a mumps outbreak: a cross-sectional study. BMC Public Health 2015: 15: 575. DOI 10.1 186/s1 2889-015-1899-7.
  5. van Loenhout JA, Hautvast JL, Vercoulen JH, Akkermans RP, Wijkmans CJ, van der Velden K, Paget WJ. Q-fever patients suffer from impaired health status long after the acute phase of the illness: results from a 24-month cohort study. J Infect 2014 Nov 1. pii: S0163-4453(14)00325-9. doi: 10.1016/j.jinf.2014.10.010.
  6. van Loenhout JA, van Tiel HH, van den Heuvel J, Vercoulen JH, Bor H, van der Velden K, Paget WJ, Hautvast JL. Serious long-term health consequences of Q-fever and Legionnaires’ disease. J Infect. 2014 Jun;68(6):527-33.
  7. Morroy G, Wielders CCH, Kruisbergen MJB, van der Hoek W, Marcelis JH, Wegdam-Blans MCA Medisch Centrum Alkmaar (Medisch Centrum Alkmaar), Wijkmans CJ, Schneeberger PM. Large Regional Differences in Serological Follow-Up of Q Fever. Patients in The Netherlands. PLoS Plos One (Plos One) ONE 2013, 8(4): e60707.
  8. Morroy G, van der Hoek W, Albers J, Coutinho RA, Bleeker-Rovers CP, Schneeberger PM. Population Screening for Chronic Q-Fever Seven Years after a Major Outbreak. PlosOne 2015 Jul 1;10(7):e0131777. doi: 10.1371/journal.pone.0131777. eCollection 2015
  9. Belfroid E, Hautvast JLA, Hilbink M, Timen A, Hulscher MEJL. Selection of key recommendations for quality indicators describing good quality outbreak response. BMC Inf Dis 2015: 15: 166.
  10. Klomp J, Siers H, Timmerman-Kok C, Hautvast J. Kenmerken van het handenwasgedrag bij bezoekers van kinderboerderijen. TSG 2013; 5: 277-82.
  11. C.L. Bekker, H. Aangenend, C.H.F.M. Waegemaekers, W. van der Hoek, J.W. Zenker, A.S.G. van Dam, B. Bom, J.L.A. Hautvast. Landelijke diergegevens, wat kan de GGD ermee?. Inf Bull 2014; 1: 22-24.

Kader 3 Onderzoek bij AMPHI-Infectieziekten


Auteurs

Alle auteurs zijn werkzaam bij Academische Werkplaats AMPHI, afdeling Eerstelijnsgeneeskunde van het Radboudumc te Nijmegen.

  • Jeannine Hautvast is arts M&G, werkzaam als stafarts AGZ algemene gezondheidszorg (algemene gezondheidszorg) bij de GGD Gelderland-Zuid en als coördinator en senior onderzoeker bij AMPHI.
  • Alma Tostmann is senior infectieziektenepidemioloog.
  • Koos van der Velden is hoogleraar Public Health.

Correspondentie

Jeannine.Hautvast@radboudumc.nl

Literatuur

  1. http://www.academischewerkplaatsamphi.nl/Publicaties/Infectieziektebest…
  2. http://www.rivm.nl/Documenten_en_publicaties/Professioneel_Praktisch/Dr…