Een van de indringende beelden die veel mensen voor ogen hebben bij de ebola-uitbraak in West-Afrika is van hulpverleners ter plaatse, in gekleurde pakken met een jerrycan op de rug, die donkere huisjes van bewoners binnengaan om de ruimte te desinfecteren met chloor-verneveling nadat er iemand is overleden aan ebola. Naarmate de ebola-uitbraak zich ontwikkelde kreeg het Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM steeds meer vragen van ziekenhuizen, huisartsenpraktijken, nutsbedrijven en GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst)’en over ebola en richtlijnen voor schoonmaken en/of desinfecteren.

content

Auteur(s): A. Jacobi

Infectieziekten Bulletin: november-december 2015, jaargang 26, nummer 9-10

De meeste vragen die werden gesteld waren van praktische aard: Hoe moet een ruimte schoongemaakt worden nadat er een patiënt met ebola in is geweest/verpleegd, welke schoonmaakmiddelen moeten hierbij worden gebruikt, welke maatregelen kan iemand nemen ter bescherming van zichzelf en wat te doen met het afval? Voor ebola en andere virale hemorragische koortsen is daarom een praktische richtlijn ontwikkeld gebaseerd op de Standaardmethoden reiniging, desinfectie en sterilisatie in de openbare gezondheidszorg. (1) De richtlijn is gericht op effectieve en juist uitgevoerde schoonmaak of desinfectie, zonder noemenswaardig risico voor de schoonmaker. In de richtlijn worden de omstandigheden beschreven die de keuze moeten bepalen voor reinigen met gebruikelijke huishoudelijke schoonmaakmiddelen of desinfecteren met een ontsmettingsmiddel. Bij desinfecteren gelden ook maatregelen voor de persoonlijke bescherming van de schoonmakers hetgeen bij de standaard schoonmaak niet nodig is. Tot dusver is er in een beperkt aantal gevallen, bij verdenkingen van ebola en vanuit praktische voorzorgoverwegingen, door de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) geadviseerd te kiezen voor desinfectie. De conditie van de patiënt en de klachten zoals braken en diarree speelden daarbij een doorslaggevende rol.

Desinfectie buiten het ziekenhuis

Het CIb Centre for Infectious Disease Control (Centre for Infectious Disease Control) kreeg ook steeds meer vragen van ziekenhuizen, eerstelijnszorg en GGD’en over wie een desinfectie zou moeten en kunnen uitvoeren. Aanvankelijk was hierop het antwoord dat GGD’en voor het desinfecteren van een woning het schoonmaakbedrijf van een regionaal ziekenhuis zouden kunnen inschakelen. In de praktijk bleek dit echter lastig te regelen. Niet ieder schoonmaakbedrijf wilde of kon dit organiseren en uitvoeren. Een inventarisatie van de mogelijkheden van grote schoonmaakbedrijven met expertise op het gebied van desinfectie voor MRSA Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus) (methicillineresistente Staphylococcus aureus en VRE vacomicineresistente enterokok (vacomicineresistente enterokok) (vancomycineresistente enterokok) in de ziekenhuizen, leverde aanvankelijk niet veel resultaat op. Er was uiteindelijk 1 bedrijf dat met getraind en ervaren personeel goede desinfectie van woningen of (huisartsen)praktijkruimten kon garanderen, waar dan ook in Nederland. Dit bedrijf had al een speciale MRSA-telefoonlijn beschikbaar die ook gebruikt zou kunnen worden voor ebola De mogelijkheid om dit landelijk opererend schoonmaakbedrijf in te schakelen voorzag in een dringende behoefte van de GGD’en en zorginstellingen.

Vliegtuigen

Ook grote vliegtuigmaatschappijen wilden weten wie de desinfectie van de toestellen zou kunnen doen in geval er een mogelijk met ebola besmette passagier was geweest. Het hierboven genoemde schoonmaakbedrijf was niet gecertificeerd voor het desinfecteren van vliegtuigen. Ook bleken de gebruikelijke desinfectiemiddelen zoals chloor en alcohol absoluut verboden te zijn voor gebruik in vliegtuigen vanwege de corrosieve werking en brandgevaar. Andere desinfectiemiddelen op basis van quaternaire ammoniumverbindingen mogen wel gebruikt worden. Inmiddels zijn er een aantal bedrijven die het desinfecteren van vliegtuigen kunnen uitvoeren.

Auteur

A. Jacobi, senior beleidsadviseur, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven

Correspondentie

andre.jacobi@rivm.nl