Harddruggebruikers zijn een risicogroep voor het oplopen van infectieziekten. Voor deze groep is het geven van goede informatie over de verschillende aspecten van infectieziekten dan ook van essentieel belang. In 2012 is vanuit het Netwerk Infectieziekten & Harm Reduction een onderzoek onder harddruggebruikers in de Nederlandse laagdrempelige verslavingszorg uitgevoerd. Speciale aandacht was er voor leefsituatie, gezondheid, middelengebruik en injecteren. In dit artikel laten we zien dat het kennisniveau van harddruggebruikers hoog is, en dat de huidige groep van injecteerders veel weet over hepatitis B en C en hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus).

content

Auteur(s): A. van der Poel, P. Havinga, C. van der Velden, E.A de Gee

Infectieziekten Bulletin, jaargang 24, nummer 9, november 2013

Harddruggebruikers lopen een sterk verhoogd risico op infectieziekten. De prevalentie van hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus), hepatitis C (HCV hepatitis C virus (hepatitis C virus)) en hepatitis B (HBV hepatitis B virus (hepatitis B virus)) onder harddruggebruikers is vele malen groter dan in de algemene bevolking. De prevalentie van hiv ligt tussen 0-26%, van HBV op 11-68% en van HCV op 24-100%, zo blijkt uit Nederlandse studies (1) Hogere prevalenties hangen samen met het in het verleden of in deze tijd injecteren van drugs. Het is belangrijk op te merken dat de infectieziekteserostatus van veel druggebruikers in Nederland onbekend is.

De preventie van infectieziekten onder harddruggebruikers start met goede informatieverstrekking aan gebruikers en professionals. In de jaren tachtig van de vorige eeuw ontpopte Nederland zich als een van de voorlopers op het gebied van harm reduction in de strijd tegen aids met gerichte voorlichting en preventie onder hoogrisicogroepen. Harm reduction is het geheel van maatregelen gericht op beperking van gezondheidsschade waarbij het middelengebruik of verslaving van de doelgroep als een gegeven wordt gezien. In de afgelopen jaren heeft de verslavingszorg een belangrijke rol gespeeld in het HBV-vaccinatieprogramma onder druggebruikers met voorlichting, counseling, testen en daadwerkelijke vaccinatie (2002-2012), en in de landelijke HCV-informatiecampagne onder harddruggebruikers met voorlichting, counseling en testen (2009-2010).

Met feitelijke informatie over infectieziekten, besmettingsrisico’s, lichamelijke gevolgen en mogelijkheden voor preventie en behandeling wordt beoogd om risicogedrag van harddruggebruikers te verminderen en hun interesse voor testen (en vaccinatie of behandeling) te bevorderen. Om gebruikers van harddrugs in staat te stellen weloverwogen keuzes te maken, is het van belang dat zij deze keuzes op de juiste informatie baseren. Onjuiste opvattingen kunnen ongewild leiden tot risicovol gedrag. Interessant is de vraag of de informatie over infectieziekten hen ook bereikt heeft.

 

Figuur 1 Wervingsposters

 

Vraagstelling en methoden

De vraag luidt: Wat is het kennisniveau over de infectieziekten HCV, HBV en hiv van de huidige groep van injecterende harddruggebruikers, degenen die dat in het verleden deden en de groep die dat nooit deed, in locaties met laagdrempelige verslavingszorg? Om deze vraag te beantwoorden is literatuuronderzoek gedaan en veldonderzoek uitgevoerd onder harddruggebruikers. Het literatuuronderzoek diende tevens om geschikte meetinstrumenten te vinden die gebruikt konden worden in het veldonderzoek.

Literatuuronderzoek

In dit onderzoek is binnen de Nederlands- en Engelstalige onderzoeksliteratuur gezocht naar publicaties over het kennisniveau van harddruggebruikers in Nederland over infectieziekten in de periode 1990-2011. Er is gezocht via PubMed en PsycINFO en Google. Daarbij zijn de volgende (combinaties van) zoektermen gebruikt: infectieziekte, infectieziekten, HBV, hepatitis B, HCV, hepatitis C, hiv, aids, gebruikers, drugsgebruikers, verslavingszorg, kennis, voorlichting, psycho-educatie, Nederland. Er zijn geen publicaties gevonden waarin het kennisniveau van harddruggebruikers over hiv en HBV gemeten is. Over het kennisniveau over HCV is recent gepubliceerd. (2,3)

Veldonderzoek

Voor het veldonderzoek werden 204 harddruggebruikers geïnterviewd die werden geselecteerd binnen 22 locaties met laagdrempelige voorzieningen (zoals methadon- en heroïneprogramma’s, gebruiksruimten, dag- en nachtopvang). De keuze van de locaties werd gemaakt in samenwerking met leden van het Netwerk I&HR hazard ratio (hazard ratio), waarin onder andere alle regionale instellingen voor verslavingszorg vertegenwoordigd zijn. Het Netwerk I&HR wordt gecoördineerd door het Trimbos-instituut. Het onderzoek werd aangekondigd met posters: een algemene poster en een poster specifiek gericht op huidige injecteerders. (Figuur 1) Op de posters stond vermeld op welke dag de interviewers op de locatie waren. Vaak stonden gebruikers dan al te wachten om geïnterviewd te worden. De face-to-face-interviews werden afgenomen door 4 getrainde onderzoekers van het Trimbos-instituut. Er werd een semi-gestructureerde vragenlijst gebruikt. De vragen hadden betrekking op de verschillen in leefsituatie, gezondheid en middelengebruik tussen de groepen gebruikers die nooit hadden geïnjecteerd, dit in het verleden hadden gedaan en degenen die dat nog steeds deden.(4)

Onderdeel van de vragenlijst was een kennisquiz met 25 stellingen, geformuleerd op basis van het literatuuronderzoek, om te achterhalen wat harddruggebruikers over de infectieziekten HCV, HBV en hiv weten. Hierop kon met ‘juist’, ‘onjuist’ en ‘weet ik niet’ geantwoord worden. De 11 stellingen over HCV waren dezelfde als die gebruikt tijdens de HCV-informatiecampagne onder harddruggebruikers. (3) Omdat er in het literatuuronderzoek geen informatie was gevonden over het kennisniveau over hiv en HBV werden 8 HBV-stellingen geciteerd die door het Nationaal Hepatitis Centrum waren gebruikt, in campagnes in de Chinese Gemeenschap. (5) De 6 stellingen over hiv waren afkomstig uit vragenlijsten ontwikkeld door Rutgers Nisso Groep en Uitewaal et al. (6,7) Na het interview ontvingen alle deelnemers 5 euro en kregen zij de juiste antwoorden van de kennisquiz op papier mee.

In totaal hebben 204 personen aan de kennisquiz meegedaan. Van negen respondenten ontbraken antwoorden, omdat niet alle vragen gesteld zijn (bijvoorbeeld omdat respondenten erg ongeduldig werden), of waren antwoorden onbetrouwbaar omdat zij op alle vragen 1 bepaald antwoord gaven. De 195 overgebleven respondenten zijn ingedeeld in ‘nooit-injecteerder’ als zij nooit in hun leven drugs geïnjecteerd hadden (NIDU; never injecting drug user, n=58), ‘ooit-injecteerder’ als zij ooit wel, maar in de afgelopen 6 maanden niet geïnjecteerd hadden (FIDU; former injecting drug user, n=76), en ‘huidig injecteerder’ als zij in de afgelopen 6 maanden drugs geïnjecteerd hadden (IDU; injecting drug user, n=61).

Resultaten

Literatuuronderzoek

Uit de pilot van de HCV-informatiecampagne onder harddruggebruikers blijkt dat het kennisniveau over HCV redelijk tot hoog is (2), maar daarover is geen nadere informatie gerapporteerd. In de landelijke HCV-campagne (2010-2011, zie (3)) zijn 2 metingen onder harddruggebruikers verricht: de eerste meting was onder 740 mensen van de doelgroep voorafgaand aan de campagne en de tweede onder 510 mensen na de campagne (beide groepen zijn wat betreft achtergrondkenmerken representatief voor de totale populatie druggebruikers in Nederland zoals bekend in het Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (LADIS Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem (Landelijk Alcohol en Drugs Informatie Systeem)). De informatiecampagne heeft uiteindelijk geleid tot de conclusie dat er sprake is van een geringe maar statistisch significante stijging van de kennis van druggebruikers over HCV: het percentage respondenten dat 8 of meer vragen juist beantwoordde was toegenomen van 42% in de voormeting naar 52% in de nameting. Harddruggebruikers die in het verleden injecteerden hadden een significant hoger kennisniveau (8 of meer vragen juist) dan diegenen die nooit hebben geïnjecteerd (59% vs. 32%). Daarnaast bleek dat in de kennis van druggebruikers verschillende lacunes zitten, onder andere over de kans op herinfectie na een eerdere succesvolle behandeling en over de verschillen tussen HCV en HBV: minder dan de helft van de respondenten had deze vragen juist beantwoord. (Tabel 1)

Veldonderzoek

In tabel 1 staan de resultaten van alle respondenten (195) op de kennisquiz. Voor HCV geldt dat de respondenten gemiddeld 8 (van de 11) vragen juist hadden beantwoord, voor HBV is dat gemiddeld 6 (van de 8) vragen en voor hiv is dat gemiddeld 5 (van de 6) vragen. De gemiddelden zijn tevens de mediaan. De afzonderlijke vragen zijn door minimaal 52% en maximaal 98% juist beantwoord, met uitzondering van de eerste stelling over HCV ('Je kunt je laten inenten tegen hepatitis C'). Van de respondenten had 46% deze vraag juist beantwoord ('Je kunt je niet laten inenten tegen hepatitis C'), vermoedelijk haalden de respondenten HBV en HCV hier door elkaar (tegen HBV kan je wel gevaccineerd worden). In de laatste kolom van tabel 1 is af te lezen dat soms een flink deel van de respondenten het antwoord op sommige vragen niet wist (1%-35%).



Tabel 1. Kennis van harddruggebruikers over infectieziekten (n=195, in %)* (Klik op tabel voor groot formaat)

 

 

Het is duidelijk dat, op basis van het injecteergedrag en kennis over de 3 infectieziekten (tabel 2), de groep van huidig injecterende respondenten gemiddeld de meeste vragen (20 van de 25) juist heeft beantwoord. Respondenten die nooit hadden geïnjecteerd hebben gemiddeld de minste vragen (17) juist beantwoord en voormalig injecteerders zitten (met 19 vragen) tussen deze groepen in. Deze verschillen zijn significant, net als bij de kennis over HCV. Ook daar hadden huidig injecterende respondenten gemiddeld de meeste vragen juist beantwoord (9 van de 11 vragen).

Conclusie

Uit het veldonderzoek van 2012 blijkt dat het kennisniveau over de infectieziekten HBV, HCV en hiv onder harddruggebruikers als relatief hoog gekenmerkt kan worden. Dat geldt ook voor huidig injecterende gebruikers, die gemiddeld een hoger kennisniveau hebben dan degenen niet, nooit, ofwel in het verleden injecteerden. De conclusie is dan ook dat hoogrisicogroepen met informatie en voorlichting over infectieziekten bereikt worden.
Het hoge kennisniveau over  HBV kan mogelijk verklaard worden uit het succesvolle HBV-vaccinatieprogramma. Het aantal acute HBV-infecties onder harddruggebruikers is al jaren gering tot nul en circulatie van het virus onder gebruikers lijkt niet meer plaats te vinden. (8) Het hoge kennisniveau over hiv is waarschijnlijk het gevolg van de continue aandacht voor hiv vanaf midden jaren ‘80 van de vorige eeuw, onder andere door de Amsterdam Cohort Studies onder druggebruikers. (9) Ook de incidentie van hiv onder druggebruikers is al jaren zeer gering. (10) Verder is ook het kennisniveau over HCV hoog: 68% van de deelnemers beantwoordde 8 of meer vragen juist. Het is niet vast te stellen of dit een toename is ten opzichte van de 45% die eerder gevonden werd in de HCV-informatiecampagne (3), omdat in dit veldonderzoek de groep van huidige injecteerders oververtegenwoordigd was en deze groep, zoals beide studies aantonen, meer kennis heeft over HCV.


 

Tabel 2. Gemiddeld aantal juiste antwoorden (en SD), naar injecteerstatus (n=195) (klik op tabel voor groot formaat)

 

 


De prevalentie van infectieziekten onder harddruggebruikers is relatief hoog, en tegelijkertijd is van veel gebruikers de infectieziektestatus – nog steeds – onbekend. Hopelijk komt daar verandering in met de toegenomen aandacht voor somatiek en infectieziekten in de verslavingszorg. De prevalentie van infectieziekten onder harddruggebruikers is relatief hoog, en tegelijkertijd is van veel gebruikers de infectieziektestatus – nog steeds – onbekend. Hopelijk komt daar verandering in met de toegenomen aandacht voor somatiek en infectieziekten in de verslavingszorg, zoals zichtbaar in de Richtlijn Opiaatonderhoudsbehandeling (RIOB richtlijn Opiaatonderhoudsbehandeling (richtlijn Opiaatonderhoudsbehandeling)) en de conceptrichtlijn Multidisciplinaire Richtlijn Opiaatverslaving. De mogelijkheden van vaccinatie (HBV) en behandeling (HCV en hiv) zijn kansrijk en daarmee is voorlichting (gevolgd door testen en vaccinatie/behandeling) van risicogroepen zoals harddruggebruikers een belangrijke voorwaarde, idealiter in een beleid van actief testen op infectieziekten van instellingen voor verslavingszorg. Voor gebruikers is goede kennis over infectieziekten en de behandelmogelijkheden een voorwaarde in de besluitvorming rond het testen en mogelijk starten van een behandeling.

Hoewel in de afgelopen jaren het aantal injecterende harddruggebruikers afgenomen is, zijn er nog steeds gebruikers zijn die injecteren en ander risicogedrag vertonen. De noodzaak om gebruikers voor te lichten en te informeren over risico's (preventie) en mogelijkheden blijft daarmee van belang, zowel voor de gezondheid en kwaliteit van leven van individuele gebruikers als voor de volksgezondheid.

Auteurs

A. van der Poel, P. Havinga, C. van der Velden, E.A. de Gee, Netwerk Infectieziekten & Harm Reduction, Trimbos-instituut

Correspondentie
apoel@trimbos.nl

  1. Gee EA de, Havinga P, Baas I, Poel A van der. Infectieziektepreventie onder harddrugsgebruikers. Inzichten en vraagstukken. Verslaving 2013; 1: 3-13.
  2. Veen C van der, Hoogenboezem G, Breemer J. Voorlichtingscampagne rond hepatitis C gericht op drugsgebruikers. Resultaten van een pilotstudie. Verslaving 2009; 2: 61-71.
  3. Croes E, Veen C van der. Hepatitis C in de verslavingszorg. De effectiviteit van de hepatitis C informatiecampagne. Utrecht: Trimbos-instituut, 2012.
  4. Havinga P, Poel A van der, Velden C van der, Gee EA de. Differences in sociodemographic, drug use and health characteristics between non-injecting, former injecting and injecting drug users. Submitted.
  5. Kennisvragen van het NHC Nationaal hepatitis centrum (Nationaal hepatitis centrum) zijn o.a. gebruikt in campagnes binnen Chinese gemeenschappen in Rotterdam (China aan de Maas, 2009), Den Haag (China aan de Noordzee, 2010) en Utrecht (China onder de Dom, 2011).
  6. Kruijer H, Kuyper L, Tonnon S, Bakker F, Zimbile F. Veilig vrijen bij jongeren. De stand van zaken 2009 en de ontwikkelingen sinds 1997. Utrecht: Rutgers Nisso Groep, 2010.
  7. Uitewaal PJM, Dijk AP Anterior Posterior (Anterior Posterior) van, Burg I van den. Kennis overdracht over HIV humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus)/AIDS door een voorlichter eigen taal en cultuur en cultuur in Turkse theehuizen. Epidemiologisch bulletin 2007; 42: 7-13.
  8. Dam M van, Ouwerkerk IMS Informatiesysteem Medische Stralingstoepassingen (Informatiesysteem Medische Stralingstoepassingen) van, Kerkhof JHTC van den, Timen A. Vaccinatieprogramma hepatitis B-risicogroepen: harddruggebruikers vanaf 2012 geen risicogroep meer. Infectieziekten Bulletin 2011; 9: 335-338.
  9. Stolte I, Prins M. The Amsterdam Cohort Studies on HIV infection - Annual Report 2011.
  10. http://www.amsterdamcohortstudies.org/menu/reports/ACSAnnualreport2011.pdf
  11. Lindenburg CEA, Anneke Krol, Smit C, Buster MCA Medisch Centrum Alkmaar (Medisch Centrum Alkmaar), Coutinho RA, Prins M. Decline in HIV incidence and injecting, but not in sexual risk behaviour, seen in drug users in Amsterdam: a 19-year prospective cohort study. AIDS 2006; 20: 1771-1775.