In 2011 beschreven wij in dit tijdschrift een studie naar MRSA Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus)-dragerschap in gezinnen van MRSA-patienten.(1) De conclusie was dat langdurig dragerschap in gezinnen, zowel bij de indexpatiënten als gezinscontacten, tot na 12 maanden, kan voorkomen en dat de MRSA-bacterie daarbij wisselend aan- en afwezig is. In dit beperkte vervolgonderzoek hebben wij de deelnemers van het vorige onderzoek, 3 jaar na de laatste kweek, nogmaals benaderd met de vraag of wij bij alle gezinsleden een keel- en neuskweek mochten afnemen om te onderzoeken op MRSA-kolonisatie.

content

Auteur(s): W.J.M. Niessen, A. Ott

Infectieziekten Bulletin, jaargang 24, nummer 6, juni 2013

Negen van de 19 gezinnen werden bereikt en wilden meewerken. In 2 gezinnen (F, I) werden nog MRSA Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (Methicilline-resistente Staphylococcus aureus)-positieve gezinsleden gevonden. In beide gezinnen was het de indexpatiënt en in één gezin (F) ook de moeder en het zusje van de indexpatiënt. In beide gezinnen was bij de MRSA-kweek 3 jaar daarvoor nog een gezinslid MRSA-positief geweest. Er waren sindsdien geen eradicatiepogingen meer gedaan.

In 3 andere gezinnen, die nu MRSA-vrij zijn, waren 3 jaar geleden nog MRSA-positieve gezinsleden. In een gezin (D) ging het om de indexpatiënt en een gezinslid en in dit gezin zijn alle gezinsleden toen behandeld met hibiscrub en mucopurineneuszalf. In het tweede gezin (H) was alleen de indexpatiënt, een adoptiekind uit het buitenland, bij de tweede follow-up positief. Hier zijn nog enkele mislukte eradicatiepogingen gedaan waarna niet meer is geïntervenieerd. De laatste positieve MRSA-kweek dateert van december 2012. In februari 2013 was het hele gezin MRSA-negatief (enkel neus- en keelkweken). In het derde gezin (C) was alleen een gezinslid positief en ook hier is geen eradicatietherapie uitgevoerd.

Wij concluderen dat ook 4 jaar na MRSA-besmetting in een gezin nog MRSA-dragerschap kan voorkomen. In dit onderzoek bij 9 gezinnen bleek dit het geval te zijn bij 2 gezinnen Hoewel deze bevinding gezien het kleine aantal voorzichtig moet worden beoordeeld, lijkt dit persisterend dragerschap niet zeldzaam. De uitslag van ons onderzoek komt overeen met onderzoek naar S.aureus-dragerschap dat werd verricht in Rotterdam.(2) Bij lang persisterend dragerschap lijkt de kans op spontaan verdwijnen van de betreffende MRSA-stam klein en is wellicht eradicatie moeilijker dan bij een kortere periode van dragerschap.


Tabel: MRSA-besmetting van indexpatiënten en gezinsleden  (klik op de tabel voor een groter weergave (pdf)

 

MRSA-besmetting van indexpatient en gezinsleden

 

 

Auteurs

W.J.M. Niessen1 , A. Ott2

  1. GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) Groningen
  2. Laboratorium voor infectieziekten, Groningen

Correspondentie

wim.niessen@hvd.groningen.nl 

Literatuur

  1. Niessen WJM, Mithoe GD Gezondheidsdienst voor Dieren (Gezondheidsdienst voor Dieren), Möller AVM, Broer J, Have J van der, Ott A. MRSA-dragerschap in gezinnen van MRSA-patiënten. Infectieziekten Bulletin. 2011;22(6):194-8.
  2. VandenBergh MF, Yzerman EP, van Belkum A, Boelens HA, Sijmons M, Verbrugh HA. Follow-up of Staphylococcus aureus nasal carriage after 8 years: redefining the persistent carrier state. J Clin Microbiol 1999;37:3133-40.