Overzicht van bijzondere meldingen, clusters en epidemieën van infectieziekten in binnen- en buitenland tot en met 10 januari 20123

content

Auteur(s): E. Fanoy

Infectieziekten Bulletin, jaargang 24, nummer 1, januari 2013

Binnenlandse signalen

RS respiratoir syncytieel (respiratoir syncytieel)-virus B-uitbraak onder bewoners van een verpleeghuis

Bij 3 bewoners van een verpleeghuis die verkouden waren en hoestten werd RS-virus B gevonden. Zeven medebewoners kregen later vergelijkbare klachten. Eén van hen bleek ook positief te zijn voor RS-virus B. Het komt niet veel voor dat er een uitbraak van van RS-virus B onder ouderen wordt gevonden, omdat er doorgaans niet op wordt getest in deze groep. Testen op RS-virus is wel een onderdeel van de SNIV Surveillance Netwerk Infectieziekten Verpleeghuizen (Surveillance Netwerk Infectieziekten Verpleeghuizen)-surveillance van het RIVM (= Surveillance Netwerk Infectieziekten in Verpleeghuizen) waardoor dit cluster aan het licht kwam. Het is nog niet duidelijk of er sprake is geweest van nosocomiale verspreiding van het virus Er wordt nog epidemiologisch en moleculair onderzoek uitgevoerd.

(Bron: SNIV)

Verheffing van Cryptosporidium hominis

In de (na)zomer van 2012 was er een opvallende verheffing van Cryptosporidiose in verschillende delen van het land. Het was een 7-voudige toename van het aantal in voorgaande jaren. Bij de meeste patiënten ging het om type C. hominis 1bA10G2, dit is het dominant voorkomende type in Nederland. Een patiëntcontrolestudie onder 82 patiënten en 125 controles leverde geen duidelijke aanwijzingen voor een bron op. De verheffing begon in augustus en gaf een piek, variërend per regio, tussen week 35 en week 38 van 2012. Ook Groot-Brittannië (Engeland en Wales) en Duitsland meldden een 2-voudige toename van C. hominis. In Groot-Brittannië was het eveneens type 1bA10G2. In Duitsland werd geen typering uitgevoerd. In deze landen werd geen infectiebron gevonden. De hoge temperatuur van half augustus tot begin september 2012, gecombineerd met grote regenval, zou een rol kunnen spelen in de verheffing.

(Bronnen: RIVM, Eurosurveillance)

Toename kinkhoest voorbij

Sinds februari 2012 was er een toename van het aantal kinkhoestpatiënten, met een piek in de zomermaanden. In figuur 1 is zichtbaar dat het aantal kinkhoestmeldingen weer is gedaald. De toename was het duidelijkst bij kinderen in de leeftijdscategorie vanaf 8 jaar, 4 jaar na de boostervaccinatie op 4-jarige leeftijd (figuur 2). De vaccineffectiviteit lijkt af te nemen naarmate de vaccinatie langer geleden is. In Australië en de Verenigde Staten, waar andere vaccinatieschema’s zijn, werd dit ook geconstateerd. De toename van kinkhoest in Nederland is waarschijnlijk geassocieerd met het opkomen van de P3-stam die meer pertussistoxine produceert. Momenteel wordt onderzocht of genetische veranderingen bij de stammen van 2012 mede een verklaring kunnen zijn voor de verheffing. In Nederland worden kinderen ingeënt tegen kinkhoest wanneer ze 2, 3, 4 en 11 maanden zijn, en krijgen een booster op 4-jarige leeftijd. Ondanks dat het vaccin een infectie niet altijd kan voorkomen, verloopt de ziekte na een vaccinatie meestal milder. (Bron: RIVM)

 (klik op de figuren voor een grotere pdf-weergave)

 

 

 

Figuur 1 Aantal kinkhoestmeldingen

 

 

 

Figuur 2 Leeftijdsspecifieke incidentie van kinkhoestmeldingen

 

Buitenlandse signalen

Uitbraak van gele koorts in Soedan

Op Promed is eind december een update geplaatst van de recente uitbraak van gele koorts in Groot-Darfur, Soedan. Er zijn 800 patiënten gemeld waarvan 168 zijn overleden. Men gaat er vanuit dat er meer patiënten zijn. Deze uitbraak is groter dan de uitbraak in 2005 met 604 patiënten waarvan163 overleden. De zware regenval en overstromingen in 2012 zorgden voor ideale broedomstandigheden voor muggen die de ziekte verspreiden. De verspreiding van de ziekte volgde dezelfde route als de migratieroutes van de nomaden en trof vooral de landelijke gebieden. Vaccinatie tegen gele koorts is geen onderdeel van het nationale immunisatieprogramma. In november en december zijn 2 vaccinatierondes geweest, gericht op respectievelijk 2,2 miljoen en 2,1 miljoen mensen (totaal ruim 70% van de bevolking). De minister van Gezondheid van Zuid-Darfur heeft nog een derde vaccinatieronde aangekondigd.

(Bron: Promed)

Antraxuitbraak onder injecterende druggebruikers (vervolg)

Sinds juni dit jaar is er in Europa een uitbraak van antrax onder injecterende druggebruikers, waarschijnlijk ten gevolge van besmette heroïne. De Health Protection Agency (HPA Health Protection Agency (Health Protection Agency)) kreeg recent nog een melding uit Kent, Engeland, van een bevestigde antraxinfectie bij een vrouw. Zij injecteerde heroïne op 3 december, zocht medische hulp op 7 december en overleed 2 dagen later. Bacillus anthracis werd met een PCR polymerase chain reaction (polymerase chain reaction) vastgesteld. Er wordt onderzocht of de patiënte was geïnfecteerd met hetzelfde type Bacillus anthracis dat ook werd gevonden bij andere patiënten in de huidige uitbraak en een gelijksoortige uitbraak in 2009/2010. Sinds het begin van de uitbraak in juni van dit jaar, zijn er 13 patiënten geïdentificeerd: 6 in Groot-Brittannië , 4 in Duitsland, 2 in Denemarken en 1 in Frankrijk. Heroïnegebruikers in Europa lopen nog steeds risico besmet te raken.

(Bronnen: EWRS early warning response system (early warning response system), HPA)

Wereldwijde toename van norovirusactiviteit

Er is een toename van de norovirusactiviteit in verschillende delen van de wereld. Deze toename is geassocieerd met een nieuwe norovirusvariant (GII.4 Sydney 2012). Ook in Nederland is dit momenteel het dominante virus. Het begin van het norovirusseizoen lijkt dit winterseizoen vroeger te zijn dan in voorgaande jaren, met een hoger aantal positieve uitslagen. De afgelopen 10 jaar is de introductie van nieuwe GII.4-varianten om de 2 à 3 jaar gepaard gegaan met meer patiënten en uitbraken van gastro-enteritis dan in de tussenliggende jaren.

(Bronnen: Eurosurveillance, RIVM)

Isolatie van Seoul hantavirus in het Verenigd Koninkrijk

Er is circulatie van Seoul hantavirus (SEOV Seoul hantavirus (Seoul hantavirus)) vastgesteld onder ratten in Yorkshire en The Humber. De bevinding werd gedaan nadat bij een patiënt met acuut nierfalen serologie voor hantavirus positief bleek. Er werden rond het huis van de patiënt vallen geplaatst om muizen en ratten te vangen. Er werden 5 bosmuizen, 4 Noorse ratten en 2 woelmuizen gevangen. Twee ratten waren SEOV-positief in de RT Real Time (Real Time)-PCR. Fylogenetische analyses duidden op de aanwezigheid van SEOV. Uit 1 rat kon virus geïsoleerd worden. Het virusisolaat is SEOV-stam Humber genoemd. Ook in Frankrijk en België is bekend dat het SEOV onder ratten circuleert, maar zijn er geen humane besmettingen beschreven. In Nederland zijn er serologische aanwijzingen voor de aanwezigheid van dit type hantavirus in ratten, maar deze bevinding is tot op heden niet bevestigd door het aantonen van SEOV in rattenorganen.

(Bronnen: Eurosurveillance, RIVM)

Invasieve meningokokkenziekte onder homomannen in New York

In het Morbidity and Mortality Weekly Report (MMWR Morbidity and Mortality Weekly Report (Morbidity and Mortality Weekly Report)) is een cluster beschreven van patiënten met serogroep C. Neisseria meningitis-infectie onder mannen die seks hebben met mannen (MSM mannen die seks hebben met mannen (mannen die seks hebben met mannen)) in New York City. De mannen waren 21 tot 59 jaar oud. Het cluster werd in augustus 2010 geïdentificeerd en op 31 december 2012 waren er in totaal 18 patiënten onder MSM. Tien van de 18 hadden hiv humaan immunodeficientievirus (humaan immunodeficientievirus). Allen werden opgenomen in een ziekenhuis en 5 overleden. Elf van de 12 kweken hadden een PFGE pulsed-field gel electroforese (pulsed-field gel electroforese)-type dat nauw (>85%) gerelateerd is aan het PFGE-type van een stam die gevonden werd in een uitbraak in 2006 onder illegale druggebruikers in het stadsdeel Brooklyn. Tenminste 7 patiënten hadden meerdere sekspartners.

(Bron: MMWR)

Auteur

E. Fanoy, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven

Correspondentie:
E. Fanoy | ewout.fanoy@rivm.nl