Een basisschool in Gelderland werd in september 2011 geteisterd door een vlooienplaag. De vlooienplaag werd veroorzaakt door een groep steenmarters die zich op de zolder van de school genesteld had. De school werd ontruimd en de kinderen hebben maanden ergens anders les gehad. Door goede samenwerking tussen de afdelingen Infectieziektebestrijding, Milieu en gezondheid en Jeugdgezondheidszorg van de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) bleven de gezondheidsrisico’s beperkt.

content

Auteur(s): V. Benz, G. Natrop

Infectieziekten Bulletin, jaargang 24, nummer 1, januari 2013

Het begon allemaal met een vlooienplaag. Een leerkracht en enkele kinderen hadden jeuk zonder verdere klachten. De oorzaak van de vlooienplaag bleek een steenmartergezin te zijn dat zijn intrek had genomen in de basisschool. Tussen de plafondplaten was het voor deze familie, moeder en vijf jongen, goed en veilig toeven. Veertjes en stof dwarrelden de klaslokalen en gangen in, urine lekte langs de ramen en muren en de stank, die ook veroorzaakt werd door de kadavers van prooidieren, was niet te harden.

De directrice van de school en de burgemeester schakelden de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) in omdat ze zich zorgen maakten over mogelijke gezondheidsrisico's voor de kinderen De GGD adviseerde om op korte termijn het schoolgebouw schoon te maken en de steenmarters weg te halen. Drie afdelingen van de GGD waren betrokken bij deze casus: Jeugdgezondheidszorg, Infectieziektebestrijding en Milieu en gezondheid. Een medewerker van de afdeling Milieu en gezondheid werd aangesteld als coördinator en aanspreekpunt voor de school.

Gezondheidsrisico's

Het is niet aangetoond dat steenmarters ziekten overbrengen op mensen. Wel kunnen kadavers – de restanten van hun maaltijd die bestaat uit ratten, vogels, etc. – infectieziekten naar mensen overbrengen: leptospirose, hantavirusinfecties, psittacose, botulisme, salmonellose, E. coli Escherichia coli (Escherichia coli)-besmetting, listeriose, Q-koorts, toxoplasmose. Dit zijn allemaal ziekten die voorkomen bij vogels, muizen, ratten, kippen en eenden. Deze infectieziekten zijn echter zeldzaam. Alhoewel de kans om in aanraking te komen met kadavers gering was omdat ze niet werden aangetroffen in de klaslokalen en gangen, moesten wel snel maatregelen genomen worden om het risico op besmetting zo klein mogelijk te houden. De GGD adviseerde daarom om contact met kadavers te vermijden, evenals contact met urine en ontlasting.

De medisch-milieukundige gevaren leken in deze casus meer dringend dan de potentiële infectieziektegevaren:

  • de stank door de urine van steenmarters was hinderlijk, maar daarnaast veroorzaakte het ook een (acuut) gezondheidsrisico voor kinderen met hyperactieve luchtwegen, zoals kinderen met astma. Zij kunnen luchtwegklachten krijgen door de stank.
  • het was niet uit te sluiten dat langdurige blootstelling aan de urine van steenmarters een allergie kon veroorzaken bij de kinderen.
  • de vlooien waren professioneel bestreden, maar omdat de bron van de vlooien nog in het gebouw aanwezig was, was het waarschijnlijk dat er opnieuw overlast zou ontstaan door vlooien.

Tenslotte speelde nog het risico op kortsluiting, omdat steenmarters elektriciteitssnoeren kunnen doorknagen.

Maatregelen

De ouders werden tijdens een bijeenkomst geïnformeerd over de vlooienplaag die werd veroorzaakt door de steenmarters, en de bestrijdingsmaatregelen die genomen zouden worden. Uiteindelijk werden de plafondplaten vervangen en de toegangswegen voor steenmarters afgesloten. Uit de plafonds en de spouwmuren kwam veel meer troep dan in eerste instantie was ingeschat: ook zakjes chips, veren en pakken melk bleken restanten van martermaaltijden. Er moesten meer plafonds worden vervangen dan verwacht en de ongediertebestrijding is in actie geweest om in spouwmuren en kruipruimtes ook ander ongedierte te bestrijden. De marters werden gevangen en elders uitgezet. Hiervoor was het nodig om ontheffing aan te vragen bij de provincie, vanwege hun beschermde status. De leerlingen werden tijdelijk ondergebracht in vervangende huisvesting, waaronder de raadzaal van het gemeentehuis.

Het heeft uiteindelijk drie maanden geduurd voordat de kinderen weer les kregen in hun eigen schoolgebouw.

Lessons learned

Een goede samenwerking tussen de verschillende afdelingen binnen de GGD is nodig om tot een juist advies te komen en om duidelijkheid te kunnen geven richting externe partijen. Het aanstellen van een casuscoördinator is essentieel. In dit geval speelde ook mee dat het bestrijden van de bron – de steenmarters – complex was door de beschermde status van deze dieren.

Op 28 september 2011 stelde kamerlid Koopmans (CDA) vragen over het bericht “Steenmarter verjaagt schoolkinderen”. De vragen en antwoorden zijn terug te vinden onder Kamervragen: Aanhangsel van de Handelingen, 2011-2012, nr. 238, 7 oktober 2011.

Met dank aan Toos Waegemaekers, arts MG profiel infectieziekten, voor haar adviezen bij het schrijven van dit veldbericht.

Auteurs

V. Benz, G. Natrop, afdelingen Milieu en gezondheid en Infectieziektebestrijding, GGD Gelderland Midden, Arnhem

Correspondentie

G. Natrop | Gerard.Natrop@vggm.nl 

Steenmarter

De steenmarter is ongeveer zo groot als een kat. Hij heeft een lange, ruige pluimstaart. Zijn vacht is cacaobruin, met een meestal witte bef uitlopend tot op de voorpoten. Overdag slaapt hij. Een steenmarter heeft binnen zijn leefgebied meerdere slaapplaatsen (‘dagrustplaatsen’) die hij afwissend gebruikt. In de zomer vindt hij die vooral in takkenhopen, dichte struwelen en boomholten. In de winter en het voorjaar zijn kruipruimten en loze ruimten tussen plafonds en zolders van huizen en andere gebouwen favoriet. Steenmarters gebruiken vaak een vaste plek bij hun slaapplaats voor hun behoefte. Zo’n ‘latrine’ kan voor stankoverlast zorgen. Steenmarters zijn beschermd volgens de Flora- en Faunawet, ook als ze in uw huis opduiken. In de meeste gevallen mogen ze niet worden gevangen of gedood, zelfs niet als ze schade veroorzaken. Gemeenten kunnen van de provincie een ontheffing krijgen van de beschermende bepalingen in de Flora en faunawet. Met zo’n ontheffing is de gemeente bevoegd om de dieren opzettelijk te verstoren, te vangen en uit te plaatsen als dat nodig is. (Bron: Wikipedia)

Augiasstal

Het woord ‘augiasstal’ verwijst naar de Griekse mythologie en betekent ‘een enorme ophoping van vuil’, letterlijk of figuurlijk. Een van de twaalf opdrachten die de Griekse held Herakles kreeg van de koning van Mykene, Eurystheus, was het schoonmaken van de stallen van koning Augias. De koning had een kudde van 3000 runderen waarvan de mest zich dertig jaar in de stallen had opgehoopt. Herakles volbracht de opdracht in één dag door twee rivieren die langs de stallen stroomden om te leiden. Augias had Herakles als beloning een tiende deel van zijn land beloofd. Hij kwam deze afspraak echter niet na. Uit wraak doodde Herakles Augias.(Bron: Wikipedia)