De LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding) ontving de afgelopen jaren verschillende verzoeken om het rabiësrisico te beoordelen na een hondenbeet bij mensen die in Duitsland verbleven. Deze incidenten deden zich voor in het grensgebied en het Zwarte Woud. In een geval ging het om een beet van een Rottweiler van een Duits circus.

Rabiës in Duitsland

Duitsland is sinds 28 september 2008 de rabiësvrij. Een land kan zich volgens de standaarden van de wereldorganisatie voor diergezondheid (World Organisation for Animal Health) rabiësvrij verklaren wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: die ziekte is meldingsplichtig en er zijn wettelijke kaders voor de preventie en bestrijding, er is een effectief surveillancesysteem, er zijn gedurende 2 jaar geen autochtone rabiësgevallen bij mens en dier geconstateerd, uitgezonderd isolatie van het vleermuisrabiësvirus, en er is gedurende 6 maanden geen rabiës bij geïmporteerde carnivoren geconstateerd.

Als er geen redenen zijn om aan te nemen dat de honden recent (zonder gedocumenteerde vaccinatiegegevens) geïmporteerd zou zijn uit een voor rabiës endemisch gebied, dan is het rabiësrisico na een hondenbeet in Duitsland vergelijkbaar met dat in Neder-land, namelijk nul. Bij twijfel echter, als er sprake is van een mogelijk geimporteerde hond of als de hond vreemd gedrag vertoond, is het raadzaam om de lokale dierenarts te raadplegen.

Douanebepalingen

De voorschriften voor vervoer van honden zijn voor de EU Europese Unie (Europese Unie)-landen met ingang van 3 juli 2004 gelijkgesteld. Daarom heeft iedere hond die de grens over gaat een Europees paspoort nodig en is identificatie door middel van een chip of tatoeage verplicht. Daarnaast moet de hond tegen rabiës zijn ingeënt. De dierenarts moet de geldigheidsdatum duidelijk in het hondenpaspoort vermelden. Alleen dan is de vaccinatie ook 3 jaar geldig en worden misverstanden voorkomen. Deze inentingsverplichting geldt dus niet voor honden die niet de grens overgaan en in hun geboorteland blijven.

Conclusie

In alle gevallen die aan de LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding) werden voorgelegd was er geen sprake van een bijzondere situatie maar ging het om een beet van een naar een eigenaar terug te traceren huishond in Duitsland. Er bestond geen risico op rabiës en er was er dan ook geen aanleiding om PEP te overwegen..

Literatuur

  • Beaujean DJMA et al. Mogelijke blootstelling aan rabiës in de anamnese: rabiësadvisering in Nederland. Ned. Tijdschr. Gen. 2008;152:473-7
  • LCI-richtlijn Rabiës

Auteur

A.J.M.M. Oomen

Correspondentie

lci@rivm.nl