Een GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) krijgt een laboratoriummelding van een Haemophilus influenzae-infectie die gekweekt was bij een man geboren in 1982. De typering van de bacterie is op dat moment nog onbekend. De man is opgenomen in het ziekenhuis met een pneumonie en sepsis. Hij reageert goed op behandeling met amoxicycline.

De man heeft een gezin met een nog niet tegen Hib haemophilus influenzae type b (haemophilus influenzae type b) gevaccineerd, kind van 2 maanden en 2 kinderen die wel gevaccineerd zijn. De GGD overweegt chemoprofylaxe te geven aan de gezinsleden zoals de LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)-richtlijn dat beschrijft, maar wil eerst weten of het om een type b gaat. Het laboratorium laat weten dat pas na 10 dagen de typeringsuitslag bekend is. Is het raadzaam om, ondanks dat het type nog niet bekend is, profylaxe te geven aan het hele gezin? En is profylaxe geïndiceerd voor het hele gezin, inclusief de gevaccineerde kinderen?

Haemophilus influenzae type b in Nederland

Vóór invoering van het Hib-vaccin in het RVP Rijksvaccinatie programma (Rijksvaccinatie programma), was 2 tot 4% van de kinderen gekoloniseerd met deze bacterie. Na de invoering van het vaccin in 1993 is dragerschap gedaald tot minder dan 1%. Uit de gegevens van het NRBM Nederlands Referentielaboratorium voor Bacteri?le Meningitis (Nederlands Referentielaboratorium voor Bacteri?le Meningitis) blijkt een duidelijke afname van het aantal geïsoleerde Hib uit liquor of bloed sinds de invoering. Het totale aantal isolaten daalde tot 1999, waarna weer een geringe stijging optrad. Het aantal patiënten met vaccinfalen (een invasieve Hib-infectie bij een gevaccineerd kind) bedroeg in de periode 1995-2001 jaarlijks 5, en steeg vanaf 2002 tot jaarlijks 15. Er is geen eenduidige verklaring voor de toename van het aantal invasieve Hib-infecties in Nederland. Secundair vaccinfalen zou de reden voor deze toename kunnen zijn: door massavaccinatie is het dragerschap met Hib verminderd waardoor natuurlijke boosting minder vaak optreedt. Door een afname van immuniteit op hogere leeftijd ontstaat een verhoogde gevoeligheid voor invasieve infecties.

Versneld typeren

Het NRBM bevestigt dat typering van Haemophilus influenzae standaard 10 dagen duurt. Echter, op verzoek kan typering binnen 2 dagen bekend zijn. Dit is vooral nuttig in situaties als deze, wanneer er een indicatie is voor chemoprofylaxe bij contacten van de patiënt met de invasieve infectie.

Goed nieuws voor de GGD dus, typeren kan sneller. In deze situatie is er echter een kans dat het om een ander type gaat. Profylaxe is alleen geïndiceerd bij type b. De piekincidentie van invasieve Hib-infecties in Nederland werd tot 1992 bij niet- of onvolledig gevaccineerde kinderen gevonden op de leeftijd tussen 1 en 11 maanden. Alhoewel het kind van 2 maanden op zeer korte termijn de eerste vaccinatie zal krijgen, komt het nu wel voor profylaxe in aanmerking komen als het type b-infectie blijkt te zijn. De andere kinderen zijn gevaccineerd maar kunnen wel tijdelijk drager zijn en het wellicht dan ook overdragen. Er is dan ook een indicatie voor profylaxe voor het hele gezin, wanneer het om type b gaat en wanneer de uitslag bekend is.