Een microbioloog meldt aan een GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst (Gemeentelijke Gezondheidsdienst) een patiënt met een positieve hepatitis E-uitslag (serum positief voor anti-HEV hepatitis E-virus (hepatitis E-virus) IgM immuunglobuline M (immuunglobuline M)). De GGD is verbaasd hierover aangezien de ziekte niet meldingsplichtig is en de GGD in principe niets met deze melding doet. De LCI Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding (Landelijke coördinatie infectieziektebestrijding)-richtlijn stelt dat brononderzoek kan worden uitgevoerd met een vragenlijst die als bijlage van de richtlijn op de website staat. De GGD vraagt de LCI waarom er brononderzoek moet plaatsvinden bij een niet meldingsplichtige ziekte.

Wat is Hepatitis E?

Hepatitis E is een klassieke acute virale hepatitis die wordt veroorzaakt door infectie met een Hepatitis E-virus (HEV). Van dit virus komen bij de mens verschillende typen voor (zogenoemde genotype 1-4). HEV-genotypen 1 en 2 zijn endemisch in veel ontwikkelingslanden en infectie bij mensen kan leiden tot een acute leverontsteking die vooral bij zwangere vrouwen ernstige complicaties kan veroorzaken. De belangrijkste transmissieroute van deze genotypen is fecaal-oraal en vaak geassocieerd met uitbraken via gecontamineerd drinkwater of slechte hygiënische omstandigheden. Opvallend is dat mens-op-mens overdracht weinig voorkomt. In de geïndustrialiseerde landen in Europa is de seroprevalentie laag (1-3%) maar het aantal infecties bij patiënten die niet in het buitenland zijn geweest is de afgelopen jaren gestegen. Vermoedelijk is er sprake van een onderdiagnostiek van hepatitis E. Ook in Nederland worden regelmatig HEV-infecties vastgesteld bij patiënten met hepatitis zonder buitenland anamnese. HEV-infecties die in Nederland (Europa) worden opgelopen zijn meestal van genotype 3. Dit genotype is in heel Europa endemisch onder varkens en is in Nederland ook bij wilde zwijnen en bij herten aangetroffen. Hoewel de bron of transmissieroute van deze infecties niet duidelijk is, is zoönotische transmissie aannemelijk, mens-op-mens (fecaal—oraal) transmissie onwaarschijnlijk, en transmissie via bloedtransfusie mogelijk.

Wat doet de GGD?

De ziekte is inderdaad niet meldingsplichtig. De vragenlijst is nog uit de tijd dat er verhoogde surveillance was om beter inzicht te krijgen in de Nederlandse situatie. De verhoogde surveillance is niet meer van kracht, maar de vragenlijst kan behulpzaam zijn voor de GGD indien een cluster wordt vermoed. In dat geval is bronopsporing zinvol, zoals in de richtlijn beschreven. Bij een individueel ziektegeval is bronopsporing in principe niet noodzakelijk, maar gezien de onduidelijkheden met betrekking tot reservoir, transmissieroute en risicofactoren kan het insturen van een vragenlijst, gecombineerd met moleculaire typering van de virussen het inzicht verbeteren.

Bronnen:

  • Poel, WHM van der, Koopmans, MPG mpg (mpg), Roda Husman, AM de Hepatitis E-virus in Nederland, Infectieziekten Bulletin (13) 8 pp 299-303, http://www.rivm.nl/infectieziektenbulletin/bul1308/hepatitis_e.html
  • LCI-richtlijn hepatitis E.
  • Transmission routes and risk factors for autochthonous hepatitis E virus infection in Europe: a systematic review. Lewis HC, Wichmann O, Duizer E. Epidemiol Infect. 2010 Feb;138(2):145-66. Epub 2009 Oct 6. Review
  • Rutjes SA, Lodder WJ, Lodder-Verschoor F, van den Berg HH, Vennema H, Duizer E, Koopmans M, de Roda Husman AM. Emerg Infect Dis. 2009 Mar;15(3):381-7.
  • Borgen K, Herremans T, Duizer E, Vennema H, Rutjes S, Bosman A, de Roda Husman AM, Koopmans M. Non-travel related Hepatitis E virus genotype 3 infections in the Netherlands; a case series 2004 - 2006. BMC Infect Dis. 2008 May 8;8:61.

Voor correspondentie over deze rubriek: lci@rivm.nl.